Financieel perspectief te voeren beleid

Eindstand

Terug naar navigatie - Eindstand

Na verwerking van alle mutaties komt de eindstand van de meerjarenbegroting uit zoals weergegeven in de onderstaande tabel. In deze Voorjaarsnota wordt het jaar 2031 aan het perspectief toegevoegd.  De stand van het laatste jaar uit het perspectief -2030- is daarbij uitgangspunt. In onze begroting wordt voor een aantal budgetten rekening gehouden met een trendmatige ontwikkeling. Dit zijn posten in het sociaal domein Jeugd en WMO. Daarnaast nemen afschrijvingslasten en rentelasten jaarlijks toe. Voor 2031 betekent dit totaal N 2.200. In de voorstellen in deze Voorjaarsnota is de stijging van afschrijvingslasten voor 2031 met N 700 reeds opgenomen in de voorstellen en wordt er hier met de resterende  N 1.500 voor 2031 rekening gehouden.

Begroting en meerjarenbegroting
2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Eindstand Najaarsnota 2022 V5.616 V12.390 V13.885 V4.549 N2.425 N4.746 N6.902 N9.121 N9.121
Afzonderlijke besluitvorming:
- Financiƫle bestaanszekerheid 2023 (RB 13-2-23) N2.000
- Startersleningen (RB 17-4-23)
Trendmatige ontwikkeling extra jaar N1.500
Beginstand Voorjaarsnota 2023 V3.616 V12.390 V13.885 V4.549 N2.425 N4.746 N6.902 N9.121 N10.621
Totaal wijzigingsvoorstellen in de Voorjaarsnota N260 N3.503 N3.781 N3.985 N3.116 N4.785 N5.088 N5.589 N6.617
Eindstand Voorjaarsnota 2023 V3.356 V8.887 V10.104 V564 N5.541 N9.531 N11.990 N14.710 N17.238

Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Terug naar navigatie - Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Wij hebben in deze Voorjaarsnota 2023 niet alle beleidswensen meegenomen. In het huidige perspectief is er geen sluitende begroting vanaf 2027. Ook niet indien rekening gehouden wordt met de in de Voorjaarsnota van het Rijk toegezegde extra 1 miljard vanaf 2027 voor het gemeentefonds. Voor de gemeente Capelle betekent dit 4.000 elk jaar. Onze Verbonden Partijen hebben voor 2024 hun begrotingen ingediend . Ook zij hebben last van de hoge inflatie. Hier kunnen extra bijdragen vanuit de gemeente noodzakelijk zijn. Deze  kunnen mogelijk gedekt worden uit de zogenaamde nominale sprong (het in de Meicirculaire 2023 verhogen van de Algemene Uitkering in het Gemeentefonds van prijspeil 2023 naar prijspeil 2024). De Meicirculaire 2023 wordt verwerkt in de Begroting 2024 en verder. Daarnaast  zal bij een aantal verbonden partijen autonome- en beleidsmatige verhogingen van de gemeentelijke bijdragen worden voorgesteld, waar (ook) nog inhoudelijke afwegingen over gemaakt moeten worden. Deze worden u bij de Begroting 2024 ter overweging aangeboden.  Het gaat om de volgende voorstellen:

•    Optimalisatie dienstverlening – Programma 0;
•    HR-analytics specialist – Programma 0;
•    Coördinator ambtelijke en bestuurlijke integriteit – Programma 0;
•    Structurele inbedding Denk & Doe Mee!-fonds – Programma 0;
•    Uitbreiding bestuursadvies– Programma 0;
•    Renteverhoging van 3,5 naar 4% – Programma  0;
•    Veiligheidsregio - bijdrage cf ontwerpbegroting VRR 2024 – Programma 1;
•    Fietsbrug Oeverrijk/Bermweg – Programma 2;
•    Mobiliteit – Programma 2;
•    Consequenties uit begroting GGD 2024-2027 – Programma 6A;
•    Jeugdeducatiefonds – Programma 6B;
•    Bewustwording Langer Thuis – Programma 6C;
•    Beschermd wonen - verstandelijke beperking – Programma 6C;
•    1e begrotingswijziging Stichting Jeugd en Gezin (CJG) 2023 - Programma 6D;
•    Consequenties uit 1e Ontwerp -begrotingswijziging 2023 GRJR – Programma 6D;
•    Formatie afval  – Programma 7;
•    Invulling ruimte onder metrostation Stadsplein – Programma 8.

Continueren activiteiten

Terug naar navigatie - Continueren activiteiten

In lijn met uw besluit bij de Najaarsnota 2021 (voorstel 0.24) brengen wij ook in beeld wat de stand van zaken is rondom de activiteiten die reeds structureel in de begroting zijn opgenomen. Waar wij eerder hebben toegezegd voor de betreffende activiteiten met een evaluatie te komen, gaan wij niet eerder over tot het doen van uitgaven dan nadat er een evaluatie heeft plaatsgevonden en hier positief over is besloten door uw raad. Het gaat om de volgende activiteiten:

  • Versterking aanpak eenzaamheid (N 50 vanaf 2023,  doorgeschoven naar 2024);
  • Verstevigen aanpak laaggeletterdheid (N 60 vanaf 2024);
  • Wijkbrandweerfunctionaris (N 70 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie verkeer (N 74 vanaf 2025);
  • Onderzoeks- en communicatie Werk en Inkomen (N 25 vanaf 2025);
  • Inzet gezondheidsbeleid (N 112 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie ruimtelijke ordening (N 82 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie Stedenbouw (N 66 vanaf 2025).

Voor 2023 is er geen activiteit waar nog positief besloten moet worden op de evaluatie. 

Financiƫle kengetallen

Terug naar navigatie - Financiƫle kengetallen

In de onderstaande onderdelen worden de gevolgen van de begrotingsmutaties van deze Voorjaarsnota 2023 voor financiële kengetallen inzichtelijk gemaakt.  In grote lijnen zien we een verslechterend beeld t.o.v. de Najaarsnota 2022.

Signaleringswaarden provincie Zuid Holland voor ratio's Categorie A minst risicovol Categorie B neutraal Categorie C meest risicovol
1a netto schuldquote <90% 90-130% >130%
1b netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen <90% 90-130% >130%
2 solvabiliteit >50% 20-50% <20%
3 grondexploitatie <20% 20-35% >35%
4 structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
5 belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

Terug naar navigatie - Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

De Netto schuldquote, gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen, wordt berekend door de verschillende schuldposten van de balans te delen door de baten. De trend is nog steeds stijgend, zoals ook bij de Najaarsnota 2022. Door de in deze Voorjaarsnota 2023 aangeraamde kredieten en de hogere lasten met  negatieve resultaten vanaf 2027 lopen de schulden op. De Netto schuldquote blijft tot en met 2028 in de "groene" zone (indicatie van de provincie Zuid-Holland). 

Netto schuldquote (gecorr.) 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Begroting 2023 39,0% 48,7% 53,3% 66,3% 70,3% 77,0% 81,0% 90,0%
NJN 2022 30,1% 43,0% 49,9% 61,0% 68,9% 79,7% 86,2% 99,0%
VJN 2023 31,8% 46,5% 54,4% 63,6% 75,4% 86,7% 100,7% 114,2% 128,0%

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit, oftewel de verhouding “eigen vermogen / totaal vermogen”, ontwikkelt zich 3 tot 8 procentpunten lager per jaar dan bij de Najaarsnota 2022. Dit door hogere schulden en lager eigen vermogen. De solvabiliteit komt daarmee vanaf 2027 in de gele zone (indicatie van provincie Zuid-Holland).

Solvabiliteit 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Begroting 2023 54,4% 53,8% 54,3% 51,4% 50,3% 48,8% 47,8% 46,0%
NJN 2022 59,0% 56,9% 56,2% 53,6% 51,2% 48,0% 45,8% 42,5%
VJN 2023 56,4% 53,9% 52,9% 50,6% 46,8% 43,0% 39,1% 34,7% 30,1%

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Het EMU-saldo geeft een indicatie van de feitelijke geldstromen van de gemeente. Volgens de Septembercirculaire 2022 moet deze niet nadeliger zijn dan N.8.887, oftewel ons Capelse aandeel in het totale begrotingstekort van Nederland. In 2023 is deze met name hoger vanwege onttrekkingen uit de reserves voor eenmalige lasten, geplande onttrekkingen uit (onderhouds)voorzieningen, een toename van investeringen in de grondexploitatie en hogere netto investeringen met name omdat een aantal investeringen in 2022 niet zijn afgerond.  

EMU-saldo 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Begroting 2023 -10.355 -17.214 -9.479 -25.056 -10.041 -13.710 -13.707 -16.298
NJN 2022 -16.778 -22.732 -14.623 -22.389 -15.648 -22.262 -19.542 -23.507
VJN 2023 -44.416 -27.265 -17.215 -17.485 -24.017 -24.058 -30.947 -30.858 -31.659

Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

Terug naar navigatie - Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

De Debt Service Coverage Ratio (DSCR) geeft een beeld van de plek die rente en aflossingen innemen in de begroting. De DSCR wordt als volgt berekend: (resultaat + afschrijving en rente) / (rente + aflossingen). Wanneer rente of aflossingen een relatief groot deel van de kasstromen uit maken, daalt deze waarde onder 1. Bij voorkeur is deze ratio boven de 1. Door de negatieve resultaten voor bestemming/ mutaties in reserves komt de DSCR uiteindelijk ver onder de 1. Met 'normale' resultaten daalt de DSCR in 2031 richting de 1.

Debt Service Coverage Ratio 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Resultaat voor bestemming -4.939 7.822 9.827 -13 -7.176 -9.961 -12.023 -14.744 -17.703
Afschrijving 9.388 10.592 12.116 13.285 15.446 16.191 17.038 17.806 18.327
Rente 707 2.303 3.220 3.968 4.828 5.795 6.883 8.090 9.310
EBITDA (A) 5.155 20.718 25.163 17.239 13.098 12.025 11.898 11.152 9.934
Rentelasten 707 2.303 3.220 3.968 4.828 5.795 6.883 8.090 9.310
Aflossingen bestaande leningen 5.691 4.691 4.691 4.691 4.191 4.191 4.191 4.191 4.191
Aflossingen nieuwe leningen 1.560 2.835 3.711 4.598 5.726 6.855 8.261 9.662 11.096
Rente + Aflossing (B) 7.958 9.830 11.622 13.256 14.745 16.841 19.335 21.944 24.597
DSCR (A/B) 0,6 2,1 2,2 1,3 0,9 0,7 0,6 0,5 0,4
Debt Service Coverage Ratio 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Begroting 2023 1,5 2,8 2,9 1,6 1,6 1,4 1,3 1,2
NJN 2022 1,6 3,1 3,0 1,8 1,3 1,1 0,9 0,8
VJN 2023 0,6 2,1 2,2 1,3 0,9 0,7 0,6 0,5 0,4

Afschrijvingsratio

Terug naar navigatie - Afschrijvingsratio

De afschrijvingsratio geeft een indicatie van het relatieve aandeel van afschrijvingslasten ten opzichte van de totale lasten. Als gevolg van investeringen nemen de afschrijvingslasten de komende jaren toe. Deze nemen relatief meer toe dan de totale lasten, waardoor de ratio stijgt.  

Naast de afschrijvingsratio is ook een vergelijking weergegeven van de afschrijvingslasten met de investeringen. Daaruit is zichtbaar dat de investeringen nu relatief hoog zijn en dat deze op termijn dalen,  de afschrijvingslasten nemen jaarlijks met gemiddeld 1 miljoen toe.

Afschrijvingsratio 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Totaal afschrijvingslasten (A) 9.388 10.592 12.116 13.285 15.446 16.191 17.038 17.806 18.327
Totaal exploitatielasten (B) 280.967 239.371 233.491 235.376 237.683 238.236 239.104 242.098 245.328
Afschrijvingsratio (A/B*100) 3,3% 4,4% 5,2% 5,6% 6,5% 6,8% 7,1% 7,4% 7,5%
Vergelijk afschijvingen/investeringen 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Totaal afschrijvingslasten 9.388 10.592 12.116 13.285 15.446 16.191 17.038 17.806 18.327
Totaal netto investeringen 43.028 43.150 39.001 34.921 31.439 31.104 30.093 32.655 32.655
Saldo afschrijvingen -/- investeringen -33.640 -32.558 -26.885 -21.636 -15.993 -14.913 -13.055 -14.850 -14.329

Algemene uitkering

Terug naar navigatie - Algemene uitkering

De eind mei/ begin juni verschijnende Meicirculaire 2023 is niet verwerkt in deze voorjaarsnota. Deze verwerken we zoals gebruikelijk in de Begroting 2024 voor de jaren 2024-2031 en de Najaarsnota 2023 voor het jaar 2023.  In de Voorjaarsnota van het Rijk is aangekondigd dat er 1 miljard structureel vanaf 2027 beschikbaar komt voor de gemeenten. Dit in het verlengde van het eenmalige bedrag van 1 miljard in 2026. Voor de gemeente Capelle aan den IJssel betekent dit een uitkering van ongeveer 4.000 elk jaar. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

De huidige ratio's zijn allen groen. Ons eigen vermogen (zie  weerstandsvermogen en risicobeheersing) is hoog te noemen. Er is sprake van een solide basis. Op basis van de ontwikkelingen in het saldo van baten en lasten en de verschillende kengetallen in deze Voorjaarsnota 2023 is sprake van een vermindering van het perspectief ten opzichte van de Najaarsnota 2022. De rentekosten nemen door de gestegen rente relatief hard toe. De afschrijvingen nemen door de bijstelling van de kredieten voor de hoge inflatie in de Voorjaarsnota 2023 jaarlijks extra toe. De lasten zijn hoger waardoor de eerdere verwachte positieve resultaten tot en met 2028 nu er tot en met 2026 zijn. De extra inkomsten van de door het Rijk toegezegde 1 miljard structureel vanaf 2027 zijn niet in deze cijfers verwerkt. Bij het verwerken van de meicirculaire 2023 en het opstellen van de Begroting 2024 zal duidelijk worden hoe ook in 2027 een positief resultaat bereikt kan worden.