Financieel perspectief te voeren beleid

Eindstand

Terug naar navigatie - Eindstand

Na verwerking van alle mutaties komt de eindstand van de meerjarenbegroting uit zoals weergegeven in de onderstaande tabel. 

 

Begroting en meerjarenbegroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Eindstand Najaarsnota 2023 V1.005 V4.033 N2.731 N6.172 N8.223 N10.603 N13.816 N15.513 N15.513
Trendmatige ontwikkeling extra jaar N1.500
Beginstand Voorjaarsnota 2024 V1.005 V4.033 N2.731 N6.172 N8.223 N10.603 N13.816 N15.513 N17.013
Wijzigingsvoorstellen in de Voorjaarsnota, exclusief 0.18 N5.729 N6.633 N8.405 N8.629 N9.638 N10.313 N10.699 N11.241 N12.854
Tussenstand N4.724 N2.600 N11.136 N14.801 N17.861 N20.916 N24.515 N26.754 N29.867
Wijzigingsvoorstel 0.18 Dekking negatieve resultaten 2024 en 2025 V4.724 V2.600
Eindstand Voorjaarsnota 2024 N0 N0 N11.136 N14.801 N17.861 N20.916 N24.515 N26.754 N29.867

Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Terug naar navigatie - Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Vanwege het sombere financiële toekomstperspectief hebben wij in deze Voorjaarsnota 2024 de ingediende beleidsvoorstellen niet meegenomen, tenzij deze voordelig waren. Wel zijn de onvermijdelijke en technische voorstellen verwerkt. In het 'Memo niet financieel opgenomen Beleidsvoorstellen' bij deze Voorjaarsnota is inzichtelijk gemaakt welke beleidsvoorstellen niet zijn opgenomen.

Verder zijn er onderwerpen die nog niet verwerkt konden worden, bijvoorbeeld omdat er nog een Onderzoeksopdracht voor loopt of wegens afhankelijkheden van externe partijen waardoor de financiële omvang van de wijzigingsverzoeken onvoldoende kon worden bepaald. Desalniettemin zullen deze onderwerpen hun beslag krijgen in de Begroting 2025 en dient er rekening gehouden te worden dat zij een vooral nadelig effect zullen hebben op onze begroting. Het betreft de volgende onderwerpen (niet uitputtend):

  • Netto resultaat van de woningbouwontwikkelingen
  • Nieuwbouw Sporthal Schenkel
  • Kindcentrum Florabuurt
  • Kindcentrum Meeuwensingel
  • WMO-diensten
  • Gemeentefonds, aanpassing naar aanleiding van Voorjaarsnota rijk en Meicirculaire
  • Gevolgen personeelsbegroting (inclusief verlofsparen)
  • Aanpassing omslagrente
  • Begroting Gemeenschappelijke Regelingen en Verbonden Partijen 2025 en verder

Continueren activiteiten

Terug naar navigatie - Continueren activiteiten

In lijn met uw besluit bij de Najaarsnota 2021 (voorstel 0.24) brengen wij ook in beeld wat de stand van zaken is rondom de activiteiten die reeds structureel in de begroting zijn opgenomen. Waar wij eerder hebben toegezegd voor de betreffende activiteiten met een evaluatie te komen, gaan wij niet eerder over tot het doen van uitgaven dan nadat er een evaluatie heeft plaatsgevonden en hier positief over is besloten door uw raad. Het gaat om de volgende activiteiten:

  • Wijkbrandweerfunctionaris (N 70 vanaf 2025);
  • Onderzoeks- en communicatie Werk en Inkomen (N 25 vanaf 2025);
  • Inzet gezondheidsbeleid (N 112 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie ruimtelijke ordening (N 82 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie Stedenbouw (N 66 vanaf 2025).

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

In de onderstaande onderdelen worden de gevolgen van de begrotingsmutaties van deze Voorjaarsnota 2024 voor financiële kengetallen inzichtelijk gemaakt. 

In grote lijnen zien we een verslechterend beeld ten opzichte van de Najaarsnota 2023.

Signaleringswaarden provincie Zuid Holland voor ratio's Categorie A minst risicovol Categorie B neutraal Categorie C meest risicovol
1a netto schuldquote <90% 90-130% >130%
1b netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen <90% 90-130% >130%
2 solvabiliteit >50% 20-50% <20%
3 grondexploitatie <20% 20-35% >35%
4 structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
5 belastingcapaciteit <95% 95-105% >105%

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

Terug naar navigatie - Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

De Netto schuldquote, gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen, wordt berekend door de verschillende schuldposten van de balans te delen door de baten. De trend is dalend want vanwege een EMU saldo tekort moeten er leningen worden aangetrokken. De Netto schuldquote blijft tot en met 2027 in de "groene" zone (indicatie van de provincie Zuid-Holland) maar verschuift in latere jaren naar de meest risicovolle zone.

Netto schuldquote (gecorr.) 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Begroting 2024 39,2% 46,9% 56,8% 67,8% 77,5% 84,5% 95,4% 102,2% 102,2%
NJN 2023 35,6% 46,9% 57,7% 67,2% 75,9% 83,1% 93,9% 100,4% 100,4%
VJN 2024 35,2% 50,7% 68,8% 81,1% 95,5% 108,4% 125,6% 138,9% 154,8%

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit geeft het percentage eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen weer. De solvabiliteit verslechtert ten opzichte van de Begroting 2024 en NJN 2023. De solvabiliteit komt daarmee in de "oranje" zone (indicatie van provincie Zuid-Holland). Deze daling wordt veroorzaakt door de voorziene tekorten en de aan te trekken leningen.

Solvabiliteit 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Begroting 2024 54,5% 53,3% 50,0% 46,0% 42,5% 40,2% 36,0% 32,1% 32,1%
NJN 2023 54,6% 52,4% 48,6% 44,6% 40,8% 38,3% 34,0% 30,1% 30,1%
VJN 2024 51,0% 47,5% 41,3% 35,5% 29,7% 24,6% 18,2% 11,8% 4,9%

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Het EMU-saldo geeft een inschatting van alle verwachte kasstromen: alle feitelijke inkomsten en uitgaven. Zoals uit het onderstaande overzicht blijkt is er sprake van een negatief EMU-saldo. Dit komt erop neer, dat we in alle jaren meer uitgeven dan dat er binnenkomt. Hierdoor nemen de leningen en daarbij behorende rentelasten jaarlijks toe. Zelf financieren is helaas geen optie aangezien de gemeente wel reserves heeft, maar geen liquide middelen. Deze zijn al in andere activa geïnvesteerd. Voor Capelle geldt een EMU-referentiewaarde van (negatief) € 9 miljoen. De verslechtering ten opzichte van de Begroting 2024 en NJN 2023 wordt met name veroorzaakt door de oplopende exploitatietekorten en een toename in de investeringen. De kans dat de daadwerkelijke investeringen lager zijn dan deze prognose is altijd aanwezig. Met de kennis van nu moeten wij echter rekening houden met deze bedragen. Mochten de investeringen vertragen dan hoeven er minder leningen aangetrokken te worden en wordt er minder rente betaald.

EMU-saldo 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Begroting 2024 -28.819 -14.404 -20.949 -23.807 -23.290 -15.676 -25.036 -16.610
NJN 2023 -42.317 -20.831 -24.193 -23.736 -24.138 -16.996 -26.354 -17.030
VJN 2024 -44.202 -30.557 -40.557 -34.230 -35.847 -30.722 -42.250 -34.195 -40.502

Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

Terug naar navigatie - Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

De Debt Service Coverage Ratio (DSCR) geeft een beeld van de plek die rente en aflossingen innemen in de begroting. De DSCR wordt als volgt berekend: (resultaat + afschrijving en rente) / (rente + aflossingen). Wanneer rente of aflossingen een relatief groot deel van de kasstromen uit maken, daalt deze waarde onder 1. Bij voorkeur is deze ratio boven de 1. Vanwege de tekorten in de diverse jaarschijven wordt dit alleen in 2025 gehaald. In 2024 worden relatief veel lasten ten laste van reserves gebracht, dit verklaart het hoge negatieve resultaat voor bestemming. 

Debt Service Coverage Ratio 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Resultaat voor bestemming -16.036 -3.981 -11.874 -15.565 -18.516 -20.913 -24.512 -27.181 -30.295
Afschrijving 10.073 11.598 12.472 14.347 15.116 16.686 17.655 18.553 19.710
Rente 838 2.054 3.606 5.026 6.017 6.707 7.341 7.908 8.302
EBITDA (A) -5.125 9.671 4.204 3.808 2.617 2.480 484 -720 -2.283
Rentelasten 838 2.054 3.606 5.026 6.017 6.707 7.341 7.908 8.302
Aflossingen bestaande leningen 4.692 4.892 4.892 4.392 4.392 4.392 4.392 4.392 1.559
Aflossingen nieuwe leningen 955 2.541 4.539 6.447 8.172 9.637 11.502 13.045 14.727
Rente + Aflossing (B) 6.485 9.487 13.037 15.865 18.581 20.735 23.235 25.346 24.588
DSCR (A/B) -0,8 1,0 0,3 0,2 0,1 0,1 0,0 0,0 -0,1
Debt Service Coverage Ratio 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Begroting 2024 1,5 2,1 1,2 0,9 0,8 0,8 0,6 0,5
NJN 2023 0,5 1,8 1,1 0,8 0,7 0,7 0,5 0,4
VJN 2024 -0,8 1,0 0,3 0,2 0,1 0,1 0,0 0,0 -0,1

Afschrijvingsratio

Terug naar navigatie - Afschrijvingsratio

De afschrijvingsratio geeft een indicatie van het relatieve aandeel van afschrijvingslasten ten opzichte van de totale lasten. Door de geplande investeringen nemen de afschrijvingslasten de komende jaren toe. In verhouding nemen deze sterker toe dan de totale lasten, waardoor de ratio stijgt. 

Naast de afschrijvingsratio is ook een vergelijking weergegeven van de afschrijvingslasten met de investeringen. Daaruit is zichtbaar dat de afschrijvingslasten jaarlijks € 1 miljoen toenemen en de investeringen in de eerste jaren relatief hoog zijn. De toename in latere jaarschijven zijn ramingen voor onderwijshuisvesting en de Algeracorridor.

Afschrijvingsratio 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Totaal afschrijvingslasten (A) 10.073 11.598 12.472 14.347 15.116 16.686 17.655 18.553 19.710
Totaal exploitatielasten (B) 301.983 262.801 261.574 269.787 271.798 272.465 275.254 278.514 281.979
Afschrijvingsratio (A/B*100) 3,3% 4,4% 4,8% 5,3% 5,6% 6,1% 6,4% 6,7% 7,0%
Vergelijk afschijvingen/investeringen 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
Totaal afschrijvingslasten 10.073 11.598 12.472 14.347 15.116 16.686 17.655 18.553 19.710
Totaal netto investeringen 40.378 37.466 44.747 37.187 33.591 26.389 37.095 29.314 31.469
Saldo afschrijvingen -/- investeringen -30.305 -25.868 -32.275 -22.840 -18.475 -9.703 -19.440 -10.761 -11.759

Algemene uitkering

Terug naar navigatie - Algemene uitkering

De recent verschenen Meicirculaire 2024 is niet verwerkt in deze voorjaarsnota. Deze verwerken we zoals gebruikelijk in de Begroting 2025 voor de jaren 2025 - 2032 en de Najaarsnota 2024 voor het jaar  2024. 

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van de uitkomsten van deze Voorjaarsnota 2024 in het saldo van baten en lasten en de verschillende kengetallen concluderen wij dat er sprake is van een significante verslechtering. Ons eigen vermogen is momenteel weliswaar hoog te noemen maar deze buffer is hard nodig de komende jaren om de tekorten op te vangen. Zo voeren we niet acuut allerlei bezuinigingen door met alle gevolgen van dien. Omdat er structureel meer wordt uitgegeven dan er binnenkomt, neemt de schuldpositie toe en nemen de daarbij behorende rentelasten ook toe.