Financieel perspectief te voeren beleid

Eindstand inclusief doorkijk naar 2028

Terug naar navigatie - Eindstand inclusief doorkijk naar 2028

Na verwerking van alle mutaties komt de eindstand van de meerjarenbegroting uit op:

Begroting en meerjarenbegroting Doorkijk
2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Eindstand Najaarsnota 2019 V2.123 V6.232 V5.027 V2.857 N946 N2.601 N2.002 N1.215 N 0
Aangenomen amendement NJN 2019:
- Doe Mee Adviseur! V100 V100 V100
Beginstand Voorjaarsnota 2020 V2.223 V6.332 V5.127 V2.857 N946 N2.601 N2.002 N1.215 N1.215
Totaal voorstellen in de Voorjaarsnota V78.417 N2.327 N109 V2.279 V856
Doorkijk 2025-2028 V764 V443 N307 N792
Eindstand Voorjaarsnota 2020 V80.640 V4.005 V5.018 V5.136 N90 N1.837 N1.559 N 1.522 N2.007


De jaren 2025-2028 zijn geen onderdeel van de meerjarenbegroting, maar betreffen een doorkijk voor de vier jaren na onze meerjarenbegroting. Zoals blijkt uit de tabel, is het jaar 2024 nog niet “sluitend”.

Financiële ratio's

Terug naar navigatie - Financiële ratio's

De Voorjaarsnota heeft ook effect op de financiële ratio's. De ontvangen Eneco-middelen hebben een dusdanig grote impact, dat we de impact daarvan apart inzichtelijk maken. We hebben namelijk een grote som geld ontvangen van € 77,5 miljoen, waardoor we voor de korte termijn geen externe financiering hoeven aan te trekken (ongeveer 2020 en 2021 o.b.v. begroting). Het eigen vermogen neemt in één keer toe en de geprognosticeerde schuldquote daalt.
Tegelijkertijd zien we de komende jaren nog elk jaar een financieringsbehoefte, waardoor de schuldquote weer gaat stijgen en de solvabiliteit dalen. Ten opzichte van de Najaarsnota 2019 ontwikkelen deze trends zich negatiever, wat veroorzaakt wordt door omvangrijke mutaties in deze Voorjaarsnota, zoals de noodzakelijke 25% indexatie van kredieten in de openbare ruimte. De verwachting is dan ook dat de hoeveelheid langlopende schulden toe zal nemen.

In de onderstaande tabellen is de ontwikkeling van de ratio's weergegeven. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. De solvabiliteit geeft het percentage eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen weer, en geeft daarmee een indicatie van het percentage van het bezit dat belast is met eigen vermogen, dan wel schulden. 

Door het intensieve traject van de jaarstukken 2019 tegelijkertijd met het opstellen van de Voorjaarsnota 2020 zijn niet alle doorgeschoven posten in de Voorjaarsnota verwerkt. Deze verwerken wij in de Najaarsnota 2020 en de Begroting 2021.

Schuldquote

Terug naar navigatie - Schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in de mate waarin de schuldenlast drukt op de exploitatie. Deze ratio wordt berekend door het totaal van de geleende gelden te delen door de totale jaarlijkse baten. Dit saldo wordt uitgedrukt in een percentage van de totale jaarlijkse baten. Lagere baten of hogere investeringen zorgen voor een stijging van de netto schuldquote.  De hoogte van de netto schuldquote kan beïnvloed worden doordat er geld wordt geleend om uit te lenen aan derden.


Grafiek van de netto schuldquote

 

Netto schuldquote (gecorr.) 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Najaarsnota 2019 80,6% 84,9% 99,4% 107,5% 111,4% 115,4% 118,5% 119,1%
Najaarsnota na Eneco 32,1% 50,2% 62,0% 68,7% 72,1% 75,5% 78,3% 78,3%
Voorjaarsnota 2020 23,5% 42,9% 55,8% 67,4% 74,4% 83,9% 90,2% 92,4% 94,8%

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De ratio solvabiliteit gaat in op de mate waarin de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteit des te beter de gemeente in staat is om in de toekomst aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Deze ratio wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het totale vermogen.

Grafiek van de solvabiliteit

 

Solvabiliteit 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Najaarsnota 2019 27,3% 27,5% 27,1% 27,0% 26,2% 25,0% 23,9% 23,4%
Najaarsnota na Eneco 54,8% 53,4% 51,5% 51,0% 50,2% 48,9% 47,9% 47,6%
Voorjaarsnota 2020 59,5% 55,6% 52,9% 50,9% 49,1% 46,1% 44,3% 43,3% 42,3%

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Het EMU-saldo benadert goed de mutatie in de geldmiddelen. Het EMU-saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis. Het verschil tussen het exploitatiesaldo en het EMU-saldo is dat het EMU-saldo investeringsuitgaven en aan- en verkopen van grond zijn opgenomen maar geen afschrijvingen en toevoegingen aan reserves en voorzieningen wat wel het geval is in het exploitatiesaldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch negatief EMU-saldo hebben.

De verkoopopbrengst van Eneco heeft geen eenmalig groot effect op het EMU-saldo, zoals bij de andere ratio's. Dit komt omdat de verkoop van aandelen niet meegerekend worden in deze ratio. Wel zijn er andere "indirecte" effecten van de verkoop, namelijk het niet meer ontvangen van meerjarig dividend en het verlagen van de begrote rente. Het EMU-saldo ontwikkelt zich als volgt:

Grafiek van het EMU-saldo

 

EMU-saldo 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Najaarsnota 2019 -54.941 -21.013 -18.245 -12.063 -8.382 -7.556 -7.004 -1.163
Najaarsnota na Eneco -54.161 -20.315 -17.490 -11.249 -7.508 -6.620 -6.006 -98
Voorjaarsnota 2020 -49.655 -28.590 -20.757 -21.233 -14.439 -19.334 -12.955 -4.668 -4.842

Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

Terug naar navigatie - Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

De Debt Service Coverage Ratio (DSCR) geeft een beeld van de plek die rente en afschrijvingen innemen in de begroting. In  de Raadswerkgroep Structurele Investeringsruimte is gesproken over het meer in lijn brengen van de looptijd van langlopende leningen met de gemiddelde afschrijvingstermijn van onze investeringen. Voor toekomstige leningen rekenen we met 25 jaar in plaats van 10 jaar lineair lossend.  Met deze aanpassing naar 25 jaar sluit de looptijd van de leningen en de rente beter aan op de gemiddelde afschrijvingsduur van investeringen. Bij de Najaarsnota 2019 kwam deze lager uit. 
In 2021 zien we een opvallend lage Debt Service Coverage Ratio. Dit wordt veroorzaakt door de aflossing van een gemeentelijke lening ineens, op 13 januari 2021, van 10 miljoen.

Grafiek van de Debt Service Coverage Ratio

 

Debt Service Coverage Ratio 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Najaarsnota 2019 (gecorrigeerd) 0,3 0,7 0,8 0,7 0,5 0,4 0,4 0,4
Najaarsnota na Eneco 2,4 1 1,4 1,1 0,9 0,7 0,7 0,7
Voorjaarsnota 2020 2,4 0,8 2,2 1,9 1,5 1,2 1,1 1,2 1,1

Advies raadswerkgroep SIR

Terug naar navigatie - Advies raadswerkgroep SIR

In april en mei 2020 heeft de raadswerkgroep SIR een aantal bijeenkomsten gehad. Hieronder geven wij aan hoe wij hiermee om zijn gegaan.

Nummer Advies werkgroep Hoe verwerkt in Voorjaarsnota 2020?
1 Blijf de meerjarige doorrekening van de verschillende ratio’s, indicatoren en kengetallen presenteren in P&C-documenten Hier is aan voldaan
2 Blijf in de meerjarige doorrekening binnen de neutrale categorie van onze toezichthouder voor wat betreft de netto schuldquote (< 130%) en de solvabiliteit (> 20%) Hier is aan voldaan
3 Blijf voldoen aan de wettelijke regelgeving vanuit de wet HOF indien hier wijzigingen op ontstaan en kom/blijf voor de periode 2024 tot en met 2027 gemiddeld binnen de referentiewaarde voor het EMU-saldo en straat naar een waarde van minimaal € 0 EMU-saldo vanaf 2027 Hier is niet aan voldaan. Gemiddelde 2024-2027 is -/- 12.849. Referentiewaarde is -/- 8.202. Jaar 2027 is -/- 4.668.
4 Minimaliseer het aantal bestemmingsreserves, aangezien bestemmingsreserves weliswaar een dekkingsmiddel zijn, maar nadrukkelijk geen financieringsmiddel Uitgevoerd in Voorjaarsnota 2019
5 Blijf behoudend begroten; Zet daarbij financiële voordelen eerst en vooral in voor versterking van de balans en het terugdringen van de verwachte schuldenlast; Laat zichtbaar de afweging terugkomen over het mogelijk heroverwegen en/of temporiseren van eerder gemaakte keuzes in de P&C-cyclus; Zoek voor het rentepercentage voor de nieuwe langlopende leningen aansluiting bij de bovenkant van wat omliggende gemeenten als lange termijn rente hanteren; Handhaaf de soort “behoedzaamheidsreserve” voor de te ontvangen accressen in de Algemene uitkering; Verhoog de lasten voor de Capellenaar niet met meer dan de inflatie, zolang daar geen directe noodzaak voor is Rente: uitgevoerd in Najaarsnota en opnieuw in deze Voorjaarsnota 2020; Algemene uitkering: uitgevoerd in Najaarsnota 2019, door de raming voor het accres te zetten op het gemiddelde van 2,81% van de laatste 25 jaar en niet de accressen uit de circulaire te volgen.
6 Formuleer een procesvoorstel voor de actualisatie van de Kadernota Kerntakendiscussie 2010, zodat actualisatie nog dit jaar plaats kan vinden Volgt nog
7 Bepaal vanaf 2020 de norm voor de Debt Service Coverage Ratio (DSCR) op minimaal 1,0 Hier is aan voldaan
8 Begroot behoedzaam en behoudt vooralsnog de volledige Eneco opbrengst ter versterking van de balans en bepaal op een later moment of een gedeelte van deze opbrengsten incidenteel kan worden ingezet voor het realiseren van bestaande en/of nieuwe beleidswensen. Het bedrag dat minimaal behouden dient te blijven om het wegvallende dividend van structureel € 890.000 te kunnen opvangen bedraagt (tegen 2%) € 44,5 miljoen. Hier is aan voldaan
9 Geef bij elk P&C-document een expliciete toelichting op die resultaten (begrotingsresultaat en EMU-saldo) en ratio’s (netto schuldquote, solvabiliteit en DSCR) waar in enig jaar en/of structureel niet wordt voldaan aan de gestelde kaders. Geef daarbij aan op welke wijze er wel (weer) voldaan gaat worden aan deze kaders. Er is niet voldaan aan een positief begrotingsresultaat (jaar 2024) en het EMU-saldo in 2024-2028 (zie punt 3a en 3b). Wij bekijken de komende maanden, voor onze Begroting 2021, opnieuw alle ontwikkelingen op onze budgetten, zowel de lasten als de baten. Mogelijk laat bovendien de Meicirculaire 2020 gunstige cijfers zien voor het gemeentefonds. De voorgestelde keuzes leggen wij aan u voor in de ontwerpbegroting 2021 of eerder indien noodzakelijk. Voor de volledigheid merken wij ook op dat de stelpost "aanpassing accres voorzichtigheid" van de algemene uitkering is begroot, o.b.v. het meerjarige gemiddelde. Voor 2024 betreft dit een post van N 725. Dit is verwerkt in de Najaarsnota 2019 en hiermee is ook uitvoering gegeven aan de wens van de raadswerkgroep Structurele Investeringsruimte.