Programma 6 Sociaal domein

Deelprogramma's

Terug naar navigatie - Deelprogramma's

Vanwege de omvang van dit programma is het Sociaal Domein onderverdeeld in 4 deelprogramma's:

 

  • Programma 6a: Sociale infrastructuur (taakveld 6.1 en 6.2);
  • Programma 6b: Werk en inkomen (Participatiewet)(taakveld 6.3, 6.4 en 6.5);
  • Programma 6c: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)(taakveld 6.6, 6.71 en 6.81);
  • Programma 6d: Jeugdhulp (taakveld 6.72 en 6.82).

Impact Corona heel programma 6

Terug naar navigatie - Impact Corona heel programma 6

Maatschappelijke impact van het coronavirus
De maatregelen rondom Corona hebben een grote directe impact op de samenleving. Onderwijs op afstand, geen directe hulpverleningscontacten, zorg die niet of minimaal geleverd kan worden, mensen die hun baan of hun bedrijf verliezen, geen nieuwe opdrachten meer krijgen en we zijn zo veel mogelijk thuis. We werken ook meer thuis en hebben veel minder contacten met anderen. Evenementen en bijeenkomsten gaan niet door.
In het sociaal domein zijn onze maatschappelijke partners direct aan de slag gegaan om aanpassingen te doen in hun werk en zo veel mogelijk – vaak op een andere manier - doorgang te laten vinden. We houden onze verbonden partijen financieel overeind, maar op de lange termijn kan dat extra financiële consequenties met zich meebrengen. Daarnaast is het belangrijk er voor te waken dat personeel niet overbelast raakt door deze crisis.
Het Rijk heeft maatregelen aangekondigd, maar op welke wijze gemeenten gecompenseerd gaan worden is nu nog niet volledig duidelijk. De nazorgfase van deze crisis is daarbij ook nog niet begonnen. Dat er maatschappelijke effecten zullen zijn weten we zeker; een boeggolf aan problemen in huishoudens en in het persoonlijke leven van nu al kwetsbare mensen zal om een extra investering in zorg en welzijn vragen op de middellange en lange termijn. Hoe groot deze effecten zullen zijn kunnen we nu nog niet overzien. Dat deze effecten kosten met zich mee zullen brengen weten we zeker. In de komende periode zullen de consequenties op de middellange en lange termijn zo veel mogelijk in kaart gebracht worden.

Deelprogramma 6A Sociale infrastructuur

Impact Coronacrisis

Terug naar navigatie - Impact Coronacrisis

Maatschappelijke ondersteuning
Er wordt een een piek verwacht in de hulpverlening na de zomer, als gevolg van uitgestelde hulp, toename van schulden en omdat mensen de gevolgen van de Coronacrisis gaan verwerken. Financiele hulp- en dienstverlening staat onder druk. De eerste en tweedelijnsvoorzieningen leveren aangepaste zorg en hulpverlening met een risico dat problematiek kan verergeren.Mogelijk levert dit wachttijden op bij het maatschappelijk werk/de wijkteams. Ook de begeleiding van ouderen zal naar verwachting harder nodig zijn.

Vastgoed

De effecten van crisis zullen ook bij de maatschappelijke huurders die onder dit deelprogramma vallen, voelbaar zijn. Door sluiting en minder activiteiten zullen lagere inkomsten gegenereerd worden, wat leidt tot een nadelig financieel effect.

6A.1 Huis van de Wijk en Huiskamer van de Wijk Oostgaarde

Terug naar navigatie - 6A.1 Huis van de Wijk en Huiskamer van de Wijk Oostgaarde

Huis van de Wijk en Huiskamer van de Wijk Oostgaarde - Beleidskeuze
Lasten: N 101 eenmalig in 2020 en N 62 structureel vanaf 2021
Kasstroom:  N 101 eenmalig in 2020 en N 62 structureel vanaf 2021

Op 10 maart 2020 hebben wij besloten om voor de wijk Oostgaarde een Huis van de Wijk te realiseren aan de Linie 5 en een Huiskamer van de Wijk in de plint van de Purmerhoek (BBV 169611). Dit is in lijn met de visie 'Buurtwerk nieuwe stijl, Op weg naar het Huis van de Wijk' (RV 827398, 7 november 2016). Op basis van deze visie is aan Welzijn Capelle de opdracht gegeven om in de wijken Schenkel, Schollevaar, Middelwatering en Oostgaarde Huizen van de Wijk te realiseren en de samenwerking binnen deze Huizen te stimuleren en faciliteren.
De realisatie van de Huizen van de Wijk is onderdeel van onze visie op de transformatie Sociaal Domein 2.0. We investeren in de sociale basisinfrastructuur en de toegang tot en samenwerking in preventie en zorg. In Capelle willen we de toegang tot zorg en ondersteuning verder ontwikkelen en zo laagdrempelig en integraal mogelijk regelen. Daarnaast willen we ervoor zorgen dat Capellenaren actief zijn en zo goed mogelijk voor zichzelf kunnen zorgen.

De exploitatielasten van het Huis van de Wijk aan de Linie 5 bedragen jaarlijks 72. Voor slechts een deel, 20,  is structureel budget aanwezig in onze begroting. Voor de maanden augustus tot en met december 2020 is incidenteel 26 nodig. Met ingang van 2021 is structureel een budget van 52 voor een geheel jaar noodzakelijk.

De kosten van de realisatie van de Huiskamer van de Wijk in de Purmerhoek bedragen eenmalig 215. Havensteder draagt hierin met 140 bij. Een incidenteel budget van 75 is niet beschikbaar in onze begroting. Daarnaast zijn de structurele exploitatielasten zijn 10 hoger dan de huidige exploitatielasten.

Wij stellen u voor om in 2020 N 101 aan te ramen en met ingang van 2021 N 62 structureel.

6A.2 Indexering bijdrage Welzijn Capelle

Terug naar navigatie - 6A.2 Indexering bijdrage Welzijn Capelle

Indexering bijdrage Welzijn Capelle (N 29 structureel vanaf 2020 )- Onvermijdelijk
Lasten: N 29 structureel vanaf 2020
Kasstroom: N 29 structureel vanaf 2020

Op 17 december 2019 is de financiële bijdrage 2020 voor Welzijn Capelle vastgesteld (besluit 95470). Deze bijdrage 2020 is conform de CAO-afspraken geïndexeerd. Omdat bij het opstellen van de gemeentelijke begroting de budgetten voorlopig zijn geïndexeerd conform de uitgangspuntenbrieven Begroting 2019 en 2020, leidt dit tot een verschil van N29 op de gemeentelijke begroting.

Wij stellen u voor  met ingang van 2020 N 29 structureel aan te ramen.

Deelprogramma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet)

Impact Coronacrisis

Terug naar navigatie - Impact Coronacrisis

Participatiewet
ZZP-ers stromen nu in, in de TOZO regeling. De gemeenten ontvangen hiervoor direct compensatie van het Rijk. Toch zien we ook al een stijging in de aanvragen bijstandsuitkering van mensen die buiten de hulpregelingen vallen en hun baan verliezen. Bij langdurige maatregelen kan het voor deze groep moeilijk zijn om weer aan het werk te gaan. Dit zal vooral vanaf het najaar nog meer druk op de bijstand geven. Daarbij is, indien de ongunstige omstandigheden aanhouden, een extra instroom te verwachten van Capellenaren met een kort recht op WW. Deze stromen ook vanaf het najaar in waardoor er een extra effect op bijstand mogelijk is in de tweede helft van 2020. Daarbij is de uitstroom nagenoeg stil gevallen dus de verwachting dat de daling van het aantal bijstandgerechtigden door zal zetten in 2020 is onzeker.

Kwijtscheldingen
Mogelijk nemen de kosten voor de kwijtscheldingen van belastingen toe. Als particulieren namelijk hun inkomen verliezen, gaan zij misschien kwijtschelding aanvragen voor gemeentebelastingen. Wij hebben hier op dit moment nog geen goed zicht op.

6B.1 Lager aantal werknemers Promen

Terug naar navigatie - 6B.1 Lager aantal werknemers Promen

Lager aantal werknemers Promen - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 85 eenmalig in 2020
Kasstroom: V 85 eenmalig in 2020

Promen voert voor de gemeente de Wet sociale werkvoorziening uit. In 2019 was het aantal medewerkers sociale werkvoorziening lager dan begroot. Het lager aantal medewerkers wordt veroorzaakt door pensioen, arbeidsongeschiktheid en verhuizing. Promen zal hierdoor 85 terugbetalen aan de gemeente. Een lager aantal medewerkers heeft echter ook effect op de hoogte van de rijksbijdrage.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting eenmalig in 2020 af te ramen met V 85.

6B.2 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Terug naar navigatie - 6B.2 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 6.323 / N 6.323 eenmalig in 2020 
Kasstroom: V 6.323 / N 6.323 eenmalig in 2020

Het kabinet heeft vanwege de corona-crisis een economisch noodpakket gevormd met een aantal maatregelen om banen en inkomens van mensen te beschermen. Eén van de maatregelen is de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO). Deze regeling ondersteunt zelfstandige ondernemers, onder wie zzp'ers, met inkomensondersteuning en bedrijfskrediet. Zo hebben zij een betere kans hebben om hun bedrijf voort te zetten. Het Rijk heeft daarvoor landelijk een voorschot beschikbaar gesteld van in totaal 250 miljoen euro.
In dit kader heeft de gemeente Capelle in drie tranches een voorschot ontvangen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In totaal betreft het een bedrag van 6.323 (eerste tranche 790, tweede tranche 3.794, derde tranche 1.739). Het voorschot is vanwege de bijzondere crisisomstandigheden verstrekt voordat de TOZO in werking is getreden. Zodra duidelijk is hoeveel zelfstandige ondernemers gebruik hebben gemaakt van de regeling wordt de balans opgemaakt. Het voorschot wordt op basis daarvan later verrekend met de vast te stellen uitkering die Capelle ontvangt voor uitvoering van de normale, specifieke regeling voor zelfstandigen.

De uitvoering van deze regeling verloopt via de GR IJsselgemeenten. Het volledige voorschot, 6.323, wordt daarom aan de GR IJsselgemeenten beschikbaar gesteld voor uitbetaling van de uitkeringen aan zelfstandigen.

Wij stellen u voor de baten in de begroting eenmalig in 2020 te verhogen met V 6.323 en de lasten in de begroting eenmalig in 2020 te verhogen met N 6.323.  

6B.3 Implementatie Toekomstverkenning Stichting CapelleWerkt

Terug naar navigatie - 6B.3 Implementatie Toekomstverkenning Stichting CapelleWerkt

Implementatie Toekomstverkenning Stichting CapelleWerkt – Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 115 eenmalig in 2020
Kasstroom: N 115 eenmalig in 2020

In 2019 is een toekomstverkenning uitgevoerd naar de activiteiten van de Stichting CapelleWerkt. De toekomstverkenning is op 4 december 2019 ter consultatie voorgelegd aan de commissie Samenleving en Economie (SLE). Na verwerking van de aandachtspunten van de commissie hebben wij de toekomstverkenning op 17 maart 2020 definitief vastgesteld. Voor de uitvoering is voor dit jaar een werkbudget van 115 nodig voor incidentele kosten en de begeleiding van het implementatieproces.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting eenmalig met N 115 in 2020 te verhogen.

6B.4 Consequenties 1e begrotingswijziging 2020 GR IJsselgemeenten

Terug naar navigatie - 6B.4 Consequenties 1e begrotingswijziging 2020 GR IJsselgemeenten

Consequenties 1e begrotingswijziging 2020 GR IJsselgemeenten - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 405 / V 255 eenmalig in 2020
Kasstroom: Raming N 150 eenmalig in 2020


ICT (programma 0)
In de 1e Begrotingswijziging 2020 wordt ten aanzien van het Programma ICT gevraagd om een eenmalige verhoging van het investeringskrediet ICT en een aanpassing van het onderhoudsbudget ICT:

Eenmalige verhoging investeringskrediet ICT
De financiële dekking van de eenmalige verhoging van het investeringskrediet kan gevonden worden binnen de bestaande begroting van de GR. Dit is doordat als gevolg van de verwerking van de BBV notitie MVA 2019 met ingang van 2019 geen implementatiekosten voor SAAS meer kunnen worden geactiveerd. Hierdoor ontstaat er binnen het regulier beschikbare investeringskrediet ruimte voor de onvoorziene investeringen in 2020. Dit heeft dan ook geen financieel effect voor Capelle.

Aanpassing onderhoudsbudget ICT
Onderdeel van de totale hogere kosten van N307 voor het onderhoudsbudget betreft N52 aan beveiligingskosten. De financiële dekking voor de aanpassing van het onderhoudsbudget ICT exclusief de beveiligingskosten kan gevonden worden binnen de Capelse bedrijfsvoering. De verhoging van het bestaand onderhoudsbudget ICT van N255 (exclusief beveiligingskosten) zal worden verwerkt in de inwonersbijdrage van Capelle aan de GR. Deze zal van 2.756 naar 3.011 stijgen in 2020. Deze aanpassingen resulteren in N307/V255 eenmalig in 2020.
Dit resulteert in N 307/V255 eenmalig in 2020 binnen programma 0.

Sociale Zaken (programma 6b)
GR IJsselgemeenten (GR) vraagt in haar eerste begrotingswijziging in 2020 om doorbelasting van 2 Fte op het participatiebudget 1 Fte inzet Frequent Intensief Persoonlijk (FIP) (49 in 2020) en 1 Fte arbeidsbemiddeling statushouders (49 in 2020).
Ondanks de forse daling ziet de GR IJsselgemeenten dat het veranderde bijstandsbestand meer aandacht, zorg en ondersteuning vergt. Het aandeel Capellenaren met een afstand tot de arbeidsmarkt wordt steeds groter en vereist een intensievere aanpak. Wij delen de analyse en de constatering dat deze doelgroep een extra impuls nodig heeft gezien de ontwikkeling van het bijstandsbestand van de drie IJsselgemeenten. De inzet van de extra Fte’s past bij de vraag die Capelle aan den IJssel, samen met Krimpen aan den IJssel en Zuidplas, aan de GR heeft gesteld om de focus meer te richten op deze doelgroep. De inzet via de extra Fte’s heeft als doel om deze doelgroep gericht stappen te laten zetten op de participatieladder met als uiteindelijk doel, de stap naar werk. De kosten voor deze tijdelijke uitbreiding worden gedeeld gedragen door Capelle aan de IJssel, Krimpen aan den IJssel en Zuidplas (via de vastgestelde verdeelsleutel binnen de gemeenschappelijke regeling). De kosten voor het Capelse aandeel kan niet worden opgevangen binnen aan de GR ter beschikking gestelde budget. Dit resulteert in N 98 eenmalig in 2020 binnen programma 6B.

Wij stellen u voor om de begroting binnen programma 0 en 6b bij te stellen met N 405 / V 255.

De meerjarige effecten verwerken wij in de Begroting 2021. Dit omdat een hogere bijdrage vaak grotendeels veroorzaakt wordt door loon- en prijsindexering. De stelposten om deze verhogingen op te vangen zoals lonen en prijzen vormen wij vaak uit de nominale compensatie bij de Meicirculaire en het accres. Ook de effecten van de Meicirculaire 2020 verwerken wij in de Begroting 2021.

De wijzigingen zijn cijfermatig wel verwerkt in de betreffende programma’s, maar komen daar niet meer als separate voorstellen terug. Dit raakt de volgende programma's:

2020
ICT - Aanpassing onderhoudsbudget N 307
Dekking binnen bedrijfsvoering V 255
Totaal programma 0 N 52
Sociale Zaken - Extra FTE N 98
Totaal programma 6 N 98
Totaal N 150

Deelprogramma 6C Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Impact Coronacrisis

Terug naar navigatie - Impact Coronacrisis

Financiering Wmo Diensten 
Onze gecontracteerde zorgaanbieders zijn niet of in beperkte mate in staat om de Wmo-diensten aan te bieden. Het advies van het ministerie van VWS en de VNG is om de continuïteit van de financiering van het sociaal domein te waarborgen. Dit ter compensatie zodat zorgaanbieders en zorgleveranciers aan hun vaste lasten kunnen blijven voldoen en ter voorkoming dat ze in financiële moeilijkheden terechtkomen. Aan dit verzoek heeft Capelle gehoor en invulling gegeven vanaf 1 maart tot 1 juni en langer wanneer Coronamaatregelen dit noodzakelijk maakt (BBV 201469).
Voor de Wmo-diensten (begeleiding individueel, dagbesteding, huishoudelijke ondersteuning en persoonlijke verzorging) vindt de compensatie plaats op basis van de gemiddelde verzilveringsgraad per indicatie over de maanden januari en februari 2020. Voor de vervoersdiensten (vervoer naar dagbestedingslocaties en het collectief aanvullend vervoer) ter hoogte 80% over het jaarbedrag van 2019. Alle hulpmiddelen worden vooralsnog op normale wijze afgeleverd. Vooraf vindt met de cliënt afstemming plaats hoe de levering van het hulpmiddel binnen de geldige RIVM-maatregelen geregeld kan worden.

Aangepaste invulling uitvoering Wmo- diensten
De dagbestedingslocaties zijn gesloten, de zorgaanbieders bieden de bezoekers van de dagbesteding op andere wijze ondersteuning, zoals een telefonisch gesprek, beeldbellen en in zeer uitzonderlijke gevallen d.m.v. een huisbezoek. In alle contacten is er ook specifiek aandacht voor de mantelzorger van de cliënt (bv. de partner).
Ook de ondersteuning van begeleiding op individuele basis wordt nog steeds geboden maar wel in andere vorm, voornamelijk op digitale wijze. Iedereen krijgt in ieder geval ondersteuning wanneer noodzakelijk. Huishoudelijke ondersteuning wordt steeds in overleg aan cliënten geboden. Binnen het huishouden is extra aandacht voor hygiëne- en de RIVM maatregelen die zorgvuldig in acht worden genomen.

Indicatiestellingen en doorlooptijden Wmo meldingen
Normaliter vindt, na een melding van een burger om in aanmerking te komen voor hulp of ondersteuning, indicatiestelling a.h.v. een huisbezoek plaats. Vanwege de Corona maatregelen wordt fysiek cliëntencontact vermeden en vinden er geen huisbezoeken meer plaats, indicaties worden telefonisch uitgevoerd. Voor het reguliere proces en de minder complexe aanvragen, verloopt dit voor nu prima. Echter uitzonderlijke- of complexe aanvragen, vragen meer dan gemiddeld tijd voor het proces van aanvraag tot besluitvorming. Op dit moment betreft dit nog maar enkele aanvragen.
Wanneer de Corona maatregelen langere tijd aanhouden, kan het zijn dat er op termijn een achterstand in de werkvoorraad ontstaat hetgeen nu nog niet het geval. Zo leert de ervaring ons dat bijvoorbeeld bij mooi weer de aanvragen voor woningaanpassingen (uit huis kunnen) en vervoersvoorzieningen toenemen. Het is de vraag of in deze tijden van Corona dit ook plaatsvindt immers het reizen geeft op dit moment de nodige beperkingen en wordt zeker vanuit overheidswegen niet geadviseerd. Genoemde voorzieningen/diensten moeten vervolgens telefonisch worden beoordeeld terwijl een huisbezoek toch noodzakelijk is ter beoordeling van de aanvraag. Deze aanvragen kunnen dan niet afgehandeld worden waardoor er een achterstand in deze aanvragen ontstaat. Gevolg is op termijn een extra belasting op het Wmo-loket om de aanvraag binnen de wettelijk gestelde termijn te kunnen afhandelen.

Invoering abonnementstarief
M.i.v. 1 januari 2020 is de wetswijziging voor de eigen bijdrage Wmo (abonnementstarief) van kracht. Dit betekent dat voor de maatwerkvoorzieningen huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en persoonlijke verzorging een vast tarief geldt van € 19,00 per maand en dat gemeenten de informatie voor het vaststellen van de eigen bijdrage aanleveren aan het CAK, dit i.p.v. de zorgaanbieders en leveranciers die dat voorheen deden.
Wel heeft de invoering van het abonnementstarief landelijk vertraging opgelopen, oorzaak is dat de nieuwe ICT-systemen van het CAK hier nog niet klaar voor waren. VWS heeft daarom gekozen voor een meer geleidelijke overgang na de ingebruikname van de nieuwe ICT-systemen. Dit gaat langzamer dan verwacht. Ook door de Coronacrisis loopt de hele landelijke planning helaas anders.
De gemeente Capelle kan de informatie voor de eigen bijdrage hierdoor nog niet aanleveren bij het CAK, waardoor de eigen bijdrage niet opgelegd kan worden en cliënten over 2020 nog geen facturen ontvangen hebben. Bestaande cliënten zijn hierover door het CAK geïnformeerd en het Wmo-loket informeert nieuwe cliënten tijdens het keukentafelgesprek danwel tijdens de telefonische indicatiestelling. I.v.m. de Coronacrisis heeft de minister besloten dat ten minste over de maanden april en mei geen eigen bijdrage betaald dient te worden. Over compensatie voor de gederfde inkomsten voor gemeentes zijn de VNG en VWS nog in gesprek. De VNG en het CAK zijn in overleg over in welke wijze en wanneer dit richting de cliënten te communiceren.

Aanbesteding Wmo-vervoer
Om het Wmo-vervoer op een veilig en verantwoorde wijze uit te voeren zijn we in afwachting van de regels en eisen die hiervoor gesteld gaan worden. De doelgroep die van het Wmo-vervoer afhankelijk is betreft immers de kwetsbaren in onze samenleving. Door de onzekerheid en in afwachting van de te nemen maatregelen op de korte danwel op de lange termijn is besloten om de reeds in gang gezette aanbestedingsprocedure tijdelijk on hold te zetten. Dit om bij het aanbesteden tot een goed Programma van Eisen te komen wat op de landelijke richtlijnen aansluit. Momenteel wordt juridisch advies ingewonnen bij de huisadvocaat over de juridische consequenties. De eventuele financiële consequenties zijn afhankelijk van de regels en eisen die nageleefd moeten worden, deze worden bij het aanbestedingsresultaat betrokken.

6C.1 Indexatie en volume stijging Wmo

Terug naar navigatie - 6C.1 Indexatie en volume stijging Wmo

Wmo-maatwerkvoorzieningen - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 935 - V 125 incidenteel in 2020
Kasstroom: N 810 incidenteel in 2020

  • Prijsindexatie collectief: Conform de afgesloten overeenkomst met de vervoerder zijn de tarieven Wmo-vervoer per 1 januari 2020 met de NEA-indexering verhoogd. Dit maakt dat de kosten in 2020 N 85 hoger uitvallen.
  • Toename Huishoudelijke Ondersteuning (HO) en Begeleiding: Door een toenemende vraag en zwaardere vormen naar Wmo voorzieningen is een stijging van de kosten voor de uitvoering van de Wmo onvermijdelijk. Hierin is Capelle geen uitzondering, deze stijgende lijn is landelijke goed zichtbaar en wordt nauwlettend door de VNG gevolgd. Voornamelijk het aantal indicaties Huishoudelijke Ondersteuning en Begeleiding is de afgelopen periode wederom fors toegenomen. De invoering van het Abonnementstarief bewerkstelligt de zogenoemde aanzuigende werking danwel een hogere mate van verzilvering van indicaties. Daarnaast maakt dat door de dubbele vergrijzing, de kanteling waarbij senioren steeds langer thuis dienen te blijven wonen en de relatieve grotere woningen (meer dan 3-kamerwoningen) in Capelle inzet van zwaardere (duurdere) vormen van Huishoudelijke Ondersteuning noodzakelijk is. Op basis van de huidige indicatie is ter uitvoering van de Wmo in 2020 een extra budget van N 850 benodigd, de toename van het aantal cliënt betekent wel een hogere opbrengst eigen bijdrage van V125.
  • CAO- afspraken en loonsverhogingen: De nieuwe cao-afspraken en loonsverhogingen die in 2020 nog gaan plaatsvinden zijn niet meegenomen in het voorstel over de toename Huishoudelijke Ondersteuning (HO) en Begeleiding. Voor het bepalen conform de AMvB-richtlijnen van een reële prijs en indexatieafspraken, in eerste instantie voor hulp in de huishouding en individuele begeleiding, is een rekentool in ontwikkeling. De totstandkoming wordt begeleid door een klankborgroep bestaande uit VNG, ZorgthuisNL, Actiz, VGN en GGZ Nederland. De rekentool zal naar verwachting in mei 2020 beschikbaar zijn. Als over meer informatie beschikken en de financiële consequenties in beeld hebben zullen wij u hierover informeren.

 

Wij stellen u voor om bovenstaande onderdelen in 2020 N 935 incidenteel aan te ramen en de opbrengst in 2020 met V 125 incidenteel te verhogen.

Thans wordt nader onderzocht of deze stijging van N810 in de komende jaren nog verder zal toenemen. Bij de Begroting 2021 komen we met een voorstel hieromtrent.

6C.2 Uitvoering urgentieregeling

Terug naar navigatie - 6C.2 Uitvoering urgentieregeling

Regionale uitvoer urgentieregeling door SUWR - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 42 in 2020 en N 60 structureel vanaf 2021
Kasstroom: N 42 in 2020 en N 60 structureel vanaf 2021

De gemeente Capelle aan den IJssel wil het uitvoeren van de urgentieregeling beleggen bij Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rotterdam (SUWR). Een regionale aanpak is bij het uitvoeren van urgentieregelingen is van groot belang voor een optimale dienstverlening aan de Capellenaar met een huisvestingsprobleem. SUWR kan dit bieden en heeft daarnaast veel kennis en een efficiënt ingericht werkproces. Deze punten maken dat zij een constante kwalitatief hoogwaardige vorm van dienstverlening kan bieden die de Capellenaar die met huisvestingsproblemen kampt, nodig heeft. Voorheen werd deze urgentieregeling uitgevoerd door het Wmo-loket van de Gemeente Capelle aan den IJssel, dit werd bekostigd uit eenmalige budgetten. Vanaf 2020 is dit budget niet meer beschikbaar. De verwachting is om per 1 juni 2020 te starten, voor 2020 hoeft er dan ook maar 50% van het jaarlijks benodigde bedrag en de eenmalige toetredingskosten tot de stichting beschikbaar te worden gesteld.

Wij stellen u voor de benodigde middelen in de begroting te verwerken ingaande 2020 N 42 incidenteel en vanaf 2021 N 60 structureel.

Deelprogramma 6D Jeugdhulp

Impact Coronacrisis

Terug naar navigatie - Impact Coronacrisis

Jeugdhulp
In de jeugdhulp wordt volgens de richtlijnen van het RIVM gewerkt en daarmee de hulpverlening voornamelijk digitaal georganiseerd. De verwachting is dat er meer escalaties in gezinnen plaats gaan vinden. Dit kan betekenen dat er na versoepeling van de maatregelen een boeggolf aan hulpvragen gaat ontstaan en problematiek al zwaarder zou kunnen zijn doordat mensen langer hebben gewacht met het vragen om hulp. Wachtlijsten bij raadsonderzoek, Veilig Thuis en de Jeugdbescherming kunnen oplopen waardoor de jeugdhulp lokaal langer ingezet moet worden. Wanneer deze zaken versneld het lokale veld in komen is het noodzakelijk deze goed op te kunnen vangen. Op deze mogelijke toestroom zullen de partijen zich moeten gaan voorbereiden. Aan de GRJR is gevraagd om een impactanalyse te maken voor de post-Corona periode, niet alleen zorggerelateerd maar ook bij personeel van gecontracteerde aanbieden.

6D.1 GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) gewijzigde begroting 2020

Terug naar navigatie - 6D.1 GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) gewijzigde begroting 2020

GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR), gewijzigde begroting 2020, - Onvermijdelijk
Lasten / Baten:  N 387 / V 2.627 in 2020
Kasstroom: N 387 / V 2.627 in 2020

De Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) heeft een gewijzigde begroting 2020, een ontwerpbegroting 2021 en een meerjarenbegroting 2022-2024 ingediend. In het raad van 2 juni 2020 heeft de raad besloten over de Begroting 2020, de ontwerpbegroting 2021 en de meerjarenbegroting 2022-2024 van de GRJR.  Voor een nadere toelichting verwijzen we naar dit Raadsvoorstel. 

Wijziging Begroting 2020
De ontwerpbegroting 2020 van de GRJR bedroeg een totaalbedrag van € 229,75 miljoen. Mede op basis van de jaarcijfers 2019 is de verwachting dat de begroting 2020 van de GRJR met € 18,33 miljoen zal worden opgehoogd tot een totaalbedrag van € 248,08 miljoen. 

Vlaktaks
Met ingang van 2021 voert de GRJR een nieuwe vlaktaksmethodiek in. Hierbij worden verschillen tussen inleg en zorgproductie over twee jaar i.p.v. drie jaar verrekend met de deelnemers. Hierdoor rekent de GRJR per einde 2020 af met de deelnemers. Deelnemers zullen incidenteel van de GRJR het overschot op de inleg terug ontvangen of dienen het tekort op de inleg nog te betalen.

Financiële gevolgen 2020 voor onze gemeente
Voor onze inleg 2020 is gerekend met een verbruikspercentage van 4,974%. De nieuwe inleg voor onze gemeente is bepaald op 12.232. Het tekort ten opzichte van de begroting bedraagt, inclusief de verrekening van de DUVO-middelen (341), N 387. Per eind 2020 wordt de oude Vlaktaks met de GRJR afgerekend. Dit levert een incidenteel voordeel van V 2.627 op.

Wij stellen u voor de uitkomsten van deze meerjarige doorrekening in de begroting op te nemen:

  • een bedrag van V 2.627 af te ramen als incidenteel voordeel 2020 uit de afrekening van de oude vlaktaks,
  • het tekort voor 2020 aan te ramen voor N 387.


De meerjarige effecten vanuit de, voor zienswijze aan u voorgelegde begroting 2021 van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond, worden verwerkt in onze Begroting 2021. 

6D.2 CJG negatief resultaat 2019, kosten van bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - 6D.2 CJG negatief resultaat 2019, kosten van bedrijfsvoering

Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG) negatief resultaat 2019, kosten bedrijfsvoering 2020 – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 87 eenmalig in 2020, N 181 éénmalig in 2020
Kasstroom: N 87 eenmalig in 2020, N 181 éénmalig in 2020

Negatief resultaat 2019
In de concept jaarrekening 2019 laat het CJG een negatief resultaat op bedrijfsvoering van 122 zien, dat na inzet van het beschikbare eigen vermogen van 35 resulteert in een negatief eigen vermogen van 87 per ultimo 2019.  Het in de concept jaarrekening 2019 gepresenteerde negatief eigen vermogen wordt door ons voor nu als voldongen feit beschouwd om op te acteren.
Het CJG is een verbonden partij en van essentieel belang voor onze gemeente, omdat het CJG de wettelijke taken op het gebied van de jeugdhulp en jeugdgezondheid uitvoert. Om de continuïteit en de bedrijfsvoering van deze verbonden partij te garanderen, dient het CJG over een positief eigen vermogen te kunnen beschikken. We willen daarom eenmalig in 2020 aan het CJG  een bedrag van 87 beschikbaar stellen om het eigen vermogen aan te vullen tot nul/positief.

Organisatiekosten/bedrijfsvoering
Bij de Najaarsnota 2019 is, op basis van de prognose bij de halfjaarrapportage CJG 2019, incidenteel N 150 aangeraamd voor hogere organisatiekosten 2019 op de onderdelen salarislasten Functionaris Gegevensbescherming (FG), ICT en beveiliging en hogere afschrijvingskosten.
In de toelichting op de begroting 2020 geeft het CJG aan dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) leidt tot een structurele behoefte aan een FG en tot meer juridische vragen en werkzaamheden. De kosten hiervoor bedragen 58,5. De kosten voor ICT en beveiliging, mede als gevolg van de AVG en ISO-normen, nemen structureel toe met 25. Daarnaast blijkt dat afschrijvingskosten betreffende ICT, infrastructuur, verbouwingen en automatisering structureel stijgen met 97,5 ingaande 2020.
Deze middelen zijn niet beschikbaar binnen de bestaande begroting van het CJG zonder directe teruggang in de ondersteuning van kwetsbare gezinnen. Wij achten dit onwenselijk (zie NJN 2019 continueren tijdelijke capaciteit CJG). Om voor 2020 voldoende dekking te hebben voor de salariskosten van de FG/juridisch medewerker, de kosten van ICT en beveiliging en de afschrijvingskosten moeten we de gemeentelijke bijdrage aan het CJG vooralsnog incidenteel met 181 verhogen.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting eenmalig in 2020 met N 87 te verhogen en met N 181 incidenteel te verhogen in 2020.
De meerjarige effecten verwerken wij in de Begroting 2021.