Hierbij bieden wij u de Voorjaarsnota 2020 aan. Deze voorjaarsnota is anders dan u van ons gewend bent. In de collegebrief van week 15 2020 (nummer 2020/035) is de aanpassing al aangekondigd. Wij hebben ons beperkt tot het presenteren van een beperkter aantal grotere financiële wijzigingen op programmaniveau, met daarin een beperkt aantal bestuurlijke voorstellen, vooral vanuit bestaand beleid. Eveneens hebben we een aantal voorstellen beperkt tot het jaar 2020 en komen we bij de Begroting 2021 met de meerjarige effecten. Verder benoemen we per programma de impact van de huidige Coronacrisis. De beleidsinhoudelijke verantwoording is vervallen, zoals bijvoorbeeld de doelenboom en de indicatoren. Dit geldt ook voor de gebruikelijke bijlagen zoals "Verloop reserves en voorzieningen" en "Centraal Capelle". Deze werkwijze is in afwijking van de financiële verordening. Bij de Najaarsnota 2020 en de Begroting 2021 hanteren we wel weer de gebruikelijke grens van V of N 25 voor wijzigingsvoorstellen.
Het jaar 2024 sluit vooralsnog met een tekort van N 90. Wij bekijken de komende maanden, voor onze Begroting 2021, opnieuw alle ontwikkelingen op onze budgetten, zowel de lasten als de baten. De Meicirculaire 2020 is niet in deze Voorjaarsnota 2020 verwerkt. Deze verwerken we in de Begroting 2021 en de Najaarsnota 2020. Voor de volledigheid merken wij ook op dat de stelpost "aanpassing accres voorzichtigheid" van de algemene uitkering is begroot, o.b.v. het meerjarige gemiddelde. Voor 2024 betreft dit een post van N 725. Dit is verwerkt in de Najaarsnota 2019 en hiermee is ook uitvoering gegeven aan de wens van de raadswerkgroep Structurele Investeringsruimte.
In deze Voorjaarsnota 2020 zijn de financiële ontwikkelingen verwerkt, zowel met betrekking tot 2020 als meerjarig. Het startpunt hierbij is de stand bij de Programmabegroting 2020 inclusief wijzigingsvoorstellen en de Najaarsnota 2019. Na aanvaarding van onze voorstellen ontstaat onderstaand financieel totaaloverzicht.
Begroting en meerjarenbegroting | Doorkijk | ||||||||
Financiële eindstand (bedragen in € 1.000) | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Beginstand Voorjaarsnota 2020 | V2.223 | V6.332 | V5.127 | V2.857 | N946 | N2.601 | N2.002 | N1.215 | N1.215 |
Totaal voorstellen in de Voorjaarsnota | V78.417 | N2.327 | N109 | V2.279 | V856 | V764 | V443 | N307 | N792 |
Eindstand Voorjaarsnota 2020 | V80.640 | V4.005 | V5.018 | V5.136 | N90 | N1.837 | N1.559 | N1.522 | N2.007 |
In hoofdlijnen worden de financiele wijzigingen - per saldo- veroorzaakt door een beperkt aantal voorstellen:
- Eneco (eenmalige opbrengst / dividend / rente);
- Kredieten / kapitaallasten IBOR;
- Grondexploitaties (tussentijdse winstneming).