Programma 6 Sociaal domein

Deelprogramma 6A Sociale infrastructuur

Wat willen wij bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen wij bereiken?

Veilig, gezond en kansrijk opgroeien

Terug naar navigatie - Veilig, gezond en kansrijk opgroeien

Wat gaan wij daarvoor doen?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Toeslagenaffaire 
Het meldpunt Kinderopvangtoeslag ondersteunt (mogelijk) gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire. 788 Capelse ouders hebben zich bij de Belastingdienst gemeld als mogelijk gedupeerde (peildatum 04-09-2023). Sinds eind 2022 is de doelgroep uitgebreid met gedupeerde kinderen. Er zijn 1.129 Capelse gedupeerde kinderen van erkend gedupeerde ouders (peildatum 04-09-2023). Dit is inclusief volwassen kinderen. Gedupeerde ouders en kinderen komen in aanmerking voor brede ondersteuning vanuit de gemeente op het gebied van financiën, werk, wonen, gezin en zorg. Het meldpunt Kinderopvangtoeslag zoekt contact met hen en begeleidt hen waar mogelijk naar een stabiele basis voor een nieuwe start. Het is niet mogelijk om met allen contact te krijgen. De Belastingdienst deelt alleen gegevens van personen die daar toestemming voor geven. Het meldpunt heeft momenteel persoonlijk contact (gehad) met ruim 500 personen/gezinnen (peildatum 18-09-2023). Begin 2024 zal de doelgroep uitgebreid worden met ex-toeslagpartners en nabestaanden.

Bij een deel van de gedupeerde ouders en kinderen blijkt er grote behoefte aan het op orde brengen van de basis. Bijvoorbeeld omdat noodzakelijke meubels niet aanwezig zijn of als er behoefte is aan vervanging van de noodzakelijke meubels, of dat er gezondheidsklachten zijn. Sinds medio 2022 werken wij daarom met maatwerkvergoedingen. Het gebruik hiervan is sterk toegenomen in 2023, onder andere vanwege de bekendheid van de maatwerkvergoedingen, maar ook vanwege de lange wachttijden bij de Belastingdienst voor de herbeoordeling. Alle kosten voor de hersteloperatie toeslagenaffaire worden volledig vergoed door het Rijk. De Specifieke Uitkering is verlengd tot en met 2026.

Middelen Integraal Zorgakkoord
Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is getekend op 16 september 2022. Het IZA heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Het IZA vraagt gemeentelijke inzet en verantwoordelijkheid op gebied van preventie, het opzetten van een regionale preventie-infrastructuur en het verbeteren van de samenwerking tussen de eerstelijnszorg en het sociaal domein. Vanuit het IZA is er voor gemeenten een specifieke uitkering (SPUK) beschikbaar om regionale samenwerking te intensiveren en verder vorm te geven. De gemeente Rotterdam heeft deze middelen aangevraagd voor de zorgkantoorregio waar Rotterdam, Krimpen aan den IJssel en Capelle aan den IJssel deel van uitmaken. De zorgkantoorregio is gekomen tot een regiobeeld en werkt nu aan een regioplan voor 2024-2026. Uit het bestedingsplan 2023 is de verwachting dat dit een voordeel zal betekenen op een aantal bestaande budgetten.

6A.1 Opvang asielzoekers Barbizonlaan

Terug naar navigatie - 6A.1 Opvang asielzoekers Barbizonlaan

Opvang asielzoekers Barbizonlaan - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: N/V 90 in 2023
Kasstroom: N/V 90 in 2023

Vanaf maart 2023 tot eind december 2023 worden maximaal 30 asielzoekers opgevangen in Barbizonlaan 50. Financiering voor de locatie en personeel loopt rechtstreeks via het Rijk naar de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). De gemeente schiet de kosten voor en krijgt deze vergoed van de VRR en het COA.

Wij stellen u voor de lasten/baten in de begroting te verhogen met N/V 90 in 2023.

6A.2 Leerlingenvervoer en taallessen ontheemden Oekraïne

Terug naar navigatie - 6A.2 Leerlingenvervoer en taallessen ontheemden Oekraïne

Leerlingenvervoer en taallessen ontheemden Oekraïne - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 94 in 2023
Kasstroom: N 94 in 2023

Via de algemene uitkering uit het gemeentefonds ontvangt de gemeente een doeluitkering van 56 voor het leerlingenvervoer van kinderen van ontheemden uit Oekraïne. Daarnaast ontvangen wij een doeluitkering van 38 voor het verzorgen van taallessen voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne.

Deze inkomsten van 94 zijn verwerkt in de Najaarsnota 2023 in het wijzigingsvoorstel voor de algemene uitkering op programma 0.

Wij stellen u voor om lasten in de begroting te verhogen met N 94 in 2023. 

6A.3 Toeslagenaffaire

Terug naar navigatie - 6A.3 Toeslagenaffaire

Toeslagenaffaire – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 1.225 / V 1.225 in 2023 en N 1.416 / V 1.416 in 2024
Kasstroom: N 1.225 in 2023 en N 1.416 / V 2.641 in 2024

Wij ondersteunen (mogelijk) gedupeerde ouders en kinderen van de toeslagenaffaire om een nieuwe start te maken. De gemaakte kosten worden volledig vergoed vanuit het Rijk via een Specifieke Uitkering. De kosten voor de ondersteuning zijn als volgt te verdelen:

Het casemanagement van het meldpunt Kinderopvangtoeslag van de gemeente.
Het meldpunt Kinderopvangtoeslag van de gemeente zoekt contact met (mogelijk) gedupeerde ouders en kinderen en begeleidt hen waar mogelijk. Het meldpunt bestaat uit vier casemanagers, een ondersteuner en twee beleidsmedewerkers. 

De opdracht aan Stichting Welzijn Capelle
In opdracht van de gemeente zet Stichting Welzijn Capelle zich in voor (mogelijk) gedupeerden van de toeslagenaffaire. Stichting Welzijn Capelle biedt (mogelijk) gedupeerden individuele ondersteuning op het gebied van onder andere; Multi problematiek, schulden en geestelijke gezondheid. Daarnaast begeleidt Stichting Welzijn Capelle een Steungroep voor (mogelijk) gedupeerden. 

Maatwerkvoorzieningen
Maatwerkvoorzieningen zijn goederen of diensten die de gemeente vergoedt voor (mogelijk) gedupeerden om te zorgen dat de basisbehoeften op orde zijn. Voorbeelden daarvan zijn noodzakelijke kosten voor interieur (bijv. bedden), vervoersmiddelen (bijv. fietsen), gezondheid (bijv. tandartskosten), geestelijke gezondheid (bijv. traumatherapie) of het verbeteren van de inkomenssituatie (bijv. opleiding). Een maatwerkvergoeding kan ook ingezet worden om escalaties te voorkomen, zoals woningontruimingen. 

Wij stellen u voor de lasten en baten in de begroting te verhogen met N 1.225 / V 1.225 in 2023 en N 1.416 / V 1.416 in 2024.

6A.4 Bewustwording ouder worden

Terug naar navigatie - 6A.4 Bewustwording ouder worden

Bewustwording ouder worden - Beleidskeuze
Lasten / Baten:  N 45 in 2024
Kasstroom: N 45 in 2024

Vanuit het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen werkt het ministerie van VWS samen met partijen in het veld aan een samenleving waar (toekomstige) ouderen waardig oud kunnen worden, zelf de regie hebben en met hun netwerk hun leven leiden. Het Rijk heeft hiervoor eind 2022 middelen beschikbaar gesteld ter hoogte van 45K. Wij stellen voor deze middelen in te zetten ter versterking van bewustwording onder oudere Capellenaren. Door vergrijzing en personeelstekorten in welzijn en zorg is er een nieuw samenspel nodig tussen professionals, vrijwilligers en inwoners. Juist om zo de zorg voor degenen die het echt nodig hebben ook in de toekomst te garanderen. Bewustwording is nodig zodat Capellenaren worden aangezet over hun rol hierin en op tijd nadenken over het belang van een goed netwerk en een gezonde leefstijl. Het is bovendien belangrijk dat Capellenaren zich ervan bewust worden dat door de zorgkloof (toenemende vraag in een krappe arbeidsmarkt) de zorg zoals we die gewend zijn in de toekomst niet vanzelfsprekend is en dit geen recht is. Hiervoor stellen wij voor de campagne ‘samen zorgen voor morgen, omzien naar elkaar’ die is ingezet door de partijen in Capelle en Krimpen Verbonden in 2023 ook in 2024 voort te zetten. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 45 in 2024. 

6A.5 POK-middelen via reserve eenmalige uitgaven

Terug naar navigatie - 6A.5 POK-middelen via reserve eenmalige uitgaven

POK-middelen via reserve eenmalige uitgaven- Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: V/N 539 in 2023 en N/V 539 in 2024
Kasstroom: V 539 in 2023 en N 539 in 2024

De POK-middelen zijn door het kabinet toegekend naar aanleiding van het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag over de toeslagenaffaire. Het doel is om situaties als de toeslagenaffaire in de toekomst te voorkomen door de gemeentelijke dienstverlening te versterken. De volgende actielijnen zijn landelijk vastgesteld: 1) robuust rechtssysteem, 2) versterking wijkteam, 3) impuls integraal werken, en 4) systeemleren. 

In 2022 zijn de middelen niet ingezet vanwege een capaciteitstekort. In 2023 is een start gemaakt met het inventariseren van doelen die onder deze actielijnen vallen. De POK-middelen 2022 zijn inmiddels ingezet in 2023 voor het meldpunt Woningontruimingen, de aanpak ‘signalering schulden’ en ondersteuning van SWC bij een renovatieproject van Havensteder. 

Door verschuiving van werkzaamheden is een groot deel van het budget van 2023 (nog) niet ingezet. We stellen voor dit deel over te hevelen naar 2024. Op dit moment wordt gewerkt aan een inventarisatie en afweging van mogelijke bestedingsdoelen voor de POK-middelen. Hiervoor hebben al meerdere gesprekken plaatsgevonden met interne en externe betrokkenen. In 2024 wordt het bestedingsplan voor de Capelse POK-middelen opgesteld en door ons vastgesteld. De overgebleven middelen voegen wij toe aan het budget van 2024 om het bestedingsplan tot uitvoering te brengen. Door de overheveling van de POK-middelen van 2023 kan in het komende jaar een extra impuls worden gegeven aan de versterking van de gemeentelijke dienstverlening.  

Wij stellen u voor om het bedrag V/N 539 in 2023 over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven naar 2024 en de begroting met N/V 539 te verhogen in 2024. 

6A.6 Kinderlab Oostgaarde via reserve eenmalige uitgaven

Terug naar navigatie - 6A.6 Kinderlab Oostgaarde via reserve eenmalige uitgaven

Kinderlab Oostgaarde via reserve eenmalige uitgaven - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V/N 200 in 2023 en N/V 200 in 2024
Kasstroom: V 200 in 2023 en N 200 in 2024

De Kinderlabs bewijzen elke dag hun meerwaarde. Daarom werken wij aan een dekkend netwerk van KinderLabs in Capelle. Vanwege de zoektocht naar de juiste invulling van de locatie en door verschuivingen van werkzaamheden is een groot deel van het budget (nog) niet ingezet. Eind 2023 zijn wij gestart met de voorbereidingen van de verbouwing van het Kinderlab. De overgebleven middelen voegen wij toe aan het budget van 2024 om de verbouwing van het Kinderlab in Oostgaarde te realiseren. 

Wij stellen u voor om het bedrag V/N 200 in 2023 over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven naar 2024 en de begroting met N/V 200 te verhogen in 2024. 

6A.7 Aframing gelden door Brede SPUK (GALA en Sportakkoord II)

Terug naar navigatie - 6A.7 Aframing gelden door Brede SPUK (GALA en Sportakkoord II)

Aframing gelden door Brede SPUK (GALA  en Sportakkoord II) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 112 in 2023
Kasstroom: V 112 in 2023

Voor de implementatie van het Gezond en Actief Leven Akkoord en het Sportakkoord II hebben wij een specifieke uitkering aangevraagd bij het Rijk (Brede SPUK). Met deze middelen zullen wij werken aan een gezonde generatie in 2040, waar Capellenaren weerbaar zijn en zich gezond voelen. Zij groeien op, leven, werken en wonen in een gezonde leefomgeving met een sterke sociale basis. De regeling loopt van 2023 tot en met 2026. Deze uitkering bedraagt in 2023 in totaal 1.199 en is verdeeld over 15 verschillende thematische onderdelen. Voor 2023 kunnen wij vanuit de Brede SPUK een aantal lopende activiteiten financieren. Dit betekent een voordeel op een aantal bestaande begrotingen. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verlagen met V 112 in 2023. 

De wijzigingen zijn cijfermatig verwerkt op de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als separate voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma's:

Programma 2023
Lasten
6A V74
7 V38
Totaal V112

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2023 incl. wijz. Wijz. NJN 2023 BG2023 na wijz. NJN Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten N26.822 N699 N27.521 N28.636 N18.858 N18.828 N18.537 N18.187 N18.194 N18.200 N18.197
Baten V11.213 V1.230 V12.443 V10.487 V1.705 V1.657 V1.379 V1.379 V1.379 V1.379 V1.379
Saldo van baten en lasten N15.609 V531 N15.078 N18.149 N17.152 N17.171 N17.158 N16.808 N16.815 N16.821 N16.818
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V542 N739 N197 V739 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V542 N739 N197 V739 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N15.067 N208 N15.275 N17.410 N17.152 N17.171 N17.158 N16.808 N16.815 N16.821 N16.818
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2023:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6A.1 Opvang asielzoekers Barbizonlaan N90 V90 N0
6A.2 Leerlingenvervoer en taallessen ontheemden Oekraine N94 N0 N94
6A.3 Toeslagenaffaire N1.225 V1.225 N0
6A.5 POK-middelen via reserve eenmalige uitgaven V539 N0 V539
6A.6 Kinderlab Oostgaarde via reserve eenmalige uitgaven V200 N0 V200
6A.7 Aframing gelden door Brede SPUK (GALA en Sportakkoord II) V74 N0 V74
0.2 Afschrijvingen N20 N0 N20
0.7 Aanpassen budgetten energie V3 N0 V3
0.13 Verzamelvoorstel bedrijfsvoering N112 N0 N112
4.3 Afrekeningen subsidies 2022 V19 N0 V19
5A.2 Brede SPUK (GALA en Sportakkoord II) overheveling V85 N85 N0
5A.3 Autonome ontwikkelingen Verbonden partijen N78 N0 N78
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N699 V1.230 V531
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N739 N0 N739
Totaal mutatie in de reserves N739 N0 N739
Mutatie Resultaat N208

Deelprogramma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet)

Wat willen wij bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen wij bereiken?

Armoede voorkomen en bestrijden

Terug naar navigatie - Armoede voorkomen en bestrijden

Wat gaan wij daarvoor doen?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Transitie sociale werkvoorziening 
Met de afbouw van Wet sociale werkvoorziening (Wsw) ervaren gemeenten financiële uitdagingen om de infrastructuur van de sociaal ontwikkelbedrijven beschikbaar te houden voor beschut werk en re-integratietrajecten. Het Rijk is voornemens in 2024 eenmalig geld beschikbaar te stellen voor de verdere transitie van de sociale werkbedrijven naar bredere sociaal ontwikkelbedrijven. Het Rijk komt in het najaar 2023 met voorstellen over de besteding van de eenmalige bijdrage. Wij komen hier bij de Voorjaarsnota 2024 op terug.
De GR Promen heeft met het Hoofdlijnenbesluit vanaf 2018 proactief ingespeeld op de benodigde transitie en zet de ontwikkeling naar een excellent mensontwikkelbedrijf jaarlijks voort. Inmiddels is gestart met de toekomstverkenning voor 2026 en verder. 

Extra middelen beschut werk
Om de tekorten op de beschut werkplekken te compenseren verhoogt het Rijk vanaf 2024 de bijdrage per werkplek met circa € 2.000. De middelen voor beschut werk zijn onderdeel van de budgetten die de gemeente ontvangt voor de uitvoering van de Participatiewet. 

Éénverdieners problematiek 
Door een onbedoelde en complexe samenloop van fiscaliteit, toeslagen en sociale zekerheid is er een groep alleenverdienende huishoudens die een lager besteedbaar inkomen heeft dan samenwonende in de bijstand. Gemeenten worden gevraagd om voor de jaren 2024-2027 uitvoering te geven aan een tijdelijke regeling door de betreffende huishoudens een forfaitaire tegemoetkoming te bieden. Over de uitvoering en randvoorwaarden zijn het Rijk en de VNG nog in gesprek.

6B.1 Inkomensdeel Participatiebudget (BUIG)

Terug naar navigatie - 6B.1 Inkomensdeel Participatiebudget (BUIG)

Inkomensdeel Participatiebudget (BUIG) - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: N 2.728 / V 3.665 in 2023,  N 3.099 / V 5.002 in 2024, N 3.755 / V 5.099 in 2025, N 3.750 / V 5.040 in 2026,  N 3.747 / V 5.072 in 2027 en N 3.962 / V 5.173 vanaf 2028
Kasstroom: N 2.728 / V 3.665 in 2023,  N 3.099 / V 5.002 in 2024, N 3.755 / V 5.099 in 2025, N 3.750 / V 5.040 in 2026,  N 3.747 / V 5.072 in 2027 en N 3.962 / V 5.173 vanaf 2028

Definitief BUIG budget 2023
Het definitieve BUIG-budget voor Capelle is in 2023 vastgesteld op 30.865. Dit budget is exclusief 1.387 loonkostensubsidie (LKS). Het definitief budget is 10,7% hoger dan het voorlopig budget 2023. De stijging van het definitieve budget wordt - naast een aantal ‘technische factoren’ zoals volume en loon- en prijsbijstelling- met name veroorzaakt door de compensatie van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023.
Van het budget gaat N 76 af in verband met het in 2016 en 2017 vooruit ontvangen budget voor de extra kosten vanwege de verhoogde asielinstroom. Het voorschot wordt in negen gelijke delen gedurende de jaren 2018 – 2026 verrekend.

Ontwikkelingen uitgaven BUIG/Bijstand 2023
Doordat het definitieve budget 2023 als gevolg van de prijscompensatie voor het wettelijk minimumloon met 10,7% is verhoogd ten opzichte van het voorlopig budget 2023, het aantal uitkeringsgerechtigden niet stijgt en de prijs minder hard is gestegen dan verwacht, blijft Capelle ruim binnen de beschikbare rijksmiddelen. Op basis van de prognose in de derde bestuursrapportage verwacht Capelle in 2023 een overschot op de BUIG van 3.284. Dit is inclusief een overschot op het budget voor loonkostensubsidie van 101. Dit wordt veroorzaakt doordat het definitieve budget 2023 als gevolg van de prijscompensatie voor het wettelijk minimumloon voor de LKS is verhoogd en de prijs van de LKS lager uitvalt dan verwacht. De prognose van de uitgaven voor de BUIG in 2023 is wel hoger dan in onze begroting  was opgenomen, deze verhoging is geraamd  op 2.728 .

Ontwikkelingen uitgaven BUIG/Bijstand 2024 en verder 
Het voorlopig BUIG-budget 2024 bedraagt voor Capelle 31.953, exclusief loonkostensubsidie van 1.694. Dit is het budget na inhouding van een bedrag van N 76 in verband met het in 2016 en 2017 vooruit ontvangen budget voor de extra kosten vanwege de verhoogde asielinstroom. Het voorschot wordt in negen gelijke delen gedurende de jaren 2018 – 2026 verrekend. Het budget is daarmee 1.088 (4,3%) hoger dan het definitieve budget 2023. Dit is exclusief de stijging van het budget LKS met 306 (22%). 
Voor 2024 is de verwachting dat het bijstandsbestand met 3,3% stijgt. Dit als gevolg een verwachte stijging van de werkloosheid en aanpassingen in het rijksbeleid. Door de verhoging van BUIG-budget verwachten we in 2024 met de uitgaven binnen de beschikbare middelen te blijven. 

Wij stellen voor om de lasten/baten te verhogen met N 2.728 / V 3.665 in 2023, N 3.099 / V 5.002 in 2024, N 3.755 / V 5.099 in 2025, N 3.750 / V 5.040 in 2026,  N 3.747 / V 5.072 in 2027 en N 3.962 / V 5.173 vanaf 2028.

Onderstaand zijn t/m 2028 de tabellen met de ontwikkeling van de rijksbudgetten en de prognose uitgaven volgens de GR weergegeven en afgezet tegen de bedragen die nu in de begroting van Capelle zijn opgenomen. De totaal verschillen Lasten en Baten zijn in het wijzigingsvoorstel verwerkt.

In de meerjarenbegroting is voor 2029 en 2030 rekening gehouden met een stijging van de lasten van respectievelijk 524 en 535. Daarna is de raming constant. 

Tabel 1: Ontwikkeling definitief budget 2022 t.o.v. het definitief budget voor 2023 Capelle aan den IJssel
Definitief budget 2022 31.163
Voorlopig budget 2023 29.184
Nader Voorlopig budget 2023 28.909
Definitief budget 2023 32.253
Tabel 2: 2023 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.670 in 2023) 25.015 27.682 N2.667
Rijksbudget 26.674 30.865 V4.191
Saldo Uitkeringen V1.659 V3.183 V1.524
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 126) 1.226 1.287 N61
Loonkostensubsidie 1.318 1.388 V70
Saldo Loonkostensubsidie V92 V101 V9
Totaal Lasten 26.241 28.969 N2.728
Totaal Baten 28.588 32.253 V3.665
Resultaat 2023 V1.751 V3.284 V1.533
Tabel 3: 2024 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.725 in 2024) 25.469 28.558 N3.089
Rijksbudget 27.047 31.953 V4.906
Saldo Uitkeringen V1.578 V3.395 V1.817
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 146) 1.487 1.497 N10
Loonkostensubsidie 1.598 1.694 V96
Saldo Loonkostensubsidie V111 V197 V86
Totaal Lasten 26.956 30.055 N3.099
Totaal Baten 28.645 33.647 V5.002
Resultaat 2024 V1.689 V3.592 V1.903
Tabel 4: 2025 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.772 in 2025) 25.633 29.366 N3.733
Rijksbudget 26.846 31.823 V4.977
Saldo Uitkeringen V1.213 V2.457 V1.244
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 167) 1.685 1.707 N22
Loonkostensubsidie 1.810 1.932 V122
Saldo Loonkostensubsidie V125 V225 V100
Totaal Lasten 27.318 31.073 N3.755
Totaal Baten 28.656 33.755 V5.099
Resultaat 2025 V1.338 V2.682 V1.344
Tabel 5: 2026 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.800 in 2026) 26.119 29.839 N3.720
Rijksbudget 26.891 31.796 V4.905
Saldo Uitkeringen V772 V1.957 V1.185
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 178) 1.791 1.821 N30
Loonkostensubsidie 1.925 2.060 V135
Saldo Loonkostensubsidie V134 V239 V105
Totaal Lasten 27.910 31.660 N3.750
Totaal Baten 28.816 33.856 V5.040
Resultaat 2026 V906 V2.196 V1.290
Tabel 6: 2027 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.829 in 2027) 26.624 30.335 N3.711
Rijksbudget 26.866 31.789 V4.923
Saldo Uitkeringen V242 V1.454 V1.212
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 189) 1.898 1.934 N36
Loonkostensubsidie 2.039 2.188 V149
Saldo Loonkostensubsidie V141 V254 V113
Totaal Lasten 28.522 32.269 N3.747
Totaal Baten 28.905 33.977 V5.072
Resultaat 2027 V383 V1.708 V1.325
Tabel 7: 2028 Begroting Prognose GR Verschil
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.866 in 2028) 27.125 30.950 N3.825
Rijksbudget 26.992 31.758 V4.766
Saldo Uitkeringen N133 V808 V941
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 200) 1.912 2.049 N137
Loonkostensubsidie 1.912 2.319 V407
Saldo Loonkostensubsidie N0 V270 V270
Totaal Lasten 29.037 32.999 N3.962
Totaal Baten 28.904 34.077 V5.173
Resultaat 2028 N133 V1.078 V1.211
Opmerking: Het bedrag onder Rijksbudget is tot en met 2026 gecorrigeerd voor N76 in verband met het vooruit ontvangen budget vanwege de verhoogde asielinstroom.

6B.2 Ondernemingsplan Promen 2024

Terug naar navigatie - 6B.2 Ondernemingsplan Promen 2024

Ondernemingsplan Promen 2024 - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: N 93 in 2024, N 209 in 2025, N 286 in 2026 en N 318 vanaf 2027 
Kasstroom: N 93 in 2024, N 209 in 2025, N 286 in 2026 en N 318 vanaf 2027

In het Ondernemingsplan Promen (zaaknummer 1294684) zijn de op dat moment bekende loon- en prijsstijgingen verwerkt, waaronder de wettelijke stijging van het minimumloon. Daarnaast is ten opzichte van de Primitieve Begroting 2024 het aantal Wsw-arbeidsplaatsen naar boven bijgesteld. Per saldo leidt dit tot een hogere gemeentelijke bijdrage ten opzichte van de Primitieve Begroting Promen 2024. Voor het jaar 2024 is de verwachting dat Capelle zal bijdragen met drie extra arbeidsplaatsen, in totaal 159,1 arbeidsplaatsen Wsw.

De uitkomsten van de onderhandelingen van de diverse cao’s vormen een onzekerheid in het OP 2024. De huidige cao Aan de slag en de cao Gemeenten lopen op 31 december 2023 af. Over de cao Wsw worden tussen VNG en bonden gesprekken gevoerd over compensatie van de inflatie. 

Uitgangspunt van de gemeente is om met de gemeentelijke meerjarenbegroting aan te sluiten bij de meerjarenbegroting van Promen. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 93 in 2024, N 209 in 2025, N 286 in 2026 en N 318 vanaf 2027. 

6B.3 Kwijtscheldingen riool- en afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 6B.3 Kwijtscheldingen riool- en afvalstoffenheffing

Kwijtscheldingen riool- en afvalstoffenheffing - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 235 in 2023
Kasstroom: V 235 in 2023

Voor heel 2023 voorzien wij minder kwijtscheldingen voor de riool- en afvalstoffenheffing.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting in 2023 te verlagen met  V 235.

Kwijtscheldingen 2023
Programma 6B: lagere kwijtschelding rioolheffing V25
Programma 6B: lagere kwijtschelding afvalstoffenheffing V210
Lasten V235

6B.4 Lokale overgangsregeling minnelijke schuldregelingen

Terug naar navigatie - 6B.4 Lokale overgangsregeling minnelijke schuldregelingen

Lokale overgangsregeling minnelijke schuldregelingen - Beleidskeuze
Lasten / Baten:  N 58 in 2024
Kasstroom:  N 58 in 2024 

Op 3 februari 2023 kondigde minister Schouten aan dat de schuldhulpverleningstrajecten bij gemeenten ingekort worden van drie jaar naar anderhalf jaar. Per 1 juli 2023 is de Wet tot wijziging van de Faillissementswet ter verbetering van de doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de Wsnp in werking getreden. Dit houdt in dat de aflostermijn van de wettelijke schuldhulptrajecten (Wsnp) is verkort van 36 maanden naar 18 maanden. In navolging hierop is ook de aflosperiode van de minnelijke schuldregeling (Msnp) verkort tot 18 maanden. 

In de collegevergadering van 3 oktober hebben wij besloten om een lokale overgangsregeling Msnp in te richten voor Capellenaren (zaaknummer 1261908). De overgangsregeling geldt voor inwoners waarvoor tussen 3 februari 2023 en 1 juli 2023 een voorstel is gedaan aan schuldeisers voor een Msnp-traject met een aflosperiode van 36 maanden en waarop akkoord is verkregen. Hiermee sluiten wij aan bij de grote gemeenten. Daarnaast zorgen wij er met de regeling voor dat de schuldregelingen voor een kleine groep Capellenaren gelijkgetrokken worden aan de schuldregelingen vanaf 1 juli 2023. Reden hiervoor is dat voor deze inwoners een schuldregeling van 36 maanden gestart is terwijl al bekend was dat de Msnp-trajecten verkort zouden worden. Met de inkorting krijgen ook deze inwoners sneller perspectief.

De kosten voor een lokale overgangsregeling voor Capellenaren waarvoor tussen 3 februari 2023 en 1 juli 2023 een voorstel is gedaan aan schuldeisers voor Msnp-traject met een aflosperiode van 36 maanden zullen naar schatting eenmalig N 58 bedragen.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 58 in 2024   

6B.5 Aanpak financiële bestaanszekerheid/inzet restantbudget 2023

Terug naar navigatie - 6B.5 Aanpak financiële bestaanszekerheid/inzet restantbudget 2023

Aanpak financiële bestaanszekerheid / inzet restant budget 2023 - Beleidskeuze 
Lasten / Baten: V 823 en V/N 941 in 2023 en N/V 488 in 2024 en N/V 453 in 2025
Kasstroom:  V 1.764 in 2023, N 488 in 2024 en N 453 in 2025

Voor een aantal activiteiten voor de aanpak van de financiële bestaanszekerheid in 2023, gericht op huishoudens en maatschappelijke organisaties, heeft de gemeenteraad op 19 december 2022 (raadsbesluit 980683) een budget beschikbaar gesteld van N 213 en 13 februari 2023 (raadsbesluit 1041421) een budget van N 2.000. Via de collegebrief van 24 oktober 2023 hebben wij uw raad geïnformeerd over de stand van zaken en het vervolg van de aanpak financiële bestaanszekerheid, inclusief een bestedingsoverzicht.
Van het budget van N 213 is een bedrag besteed van 48 voor de versterking van de schuldenaanpak in 2023 door inzet van budgetcoaches. Van het resterende budget van 165 voor de sociale maatregelen WarmCapelle (o.a. tienuurtjes scholen, warme ontvangst Huizen van de Wijk en boodschappenbonnen) is per 1 september 2023 een bedrag besteed van 145 en resteert dus een bedrag van 20. Voor de resterende periode van 2023 is naar verwachting nog een budget nodig van 30.  
Bij de Voorjaarsnota 2023 (6B.3) heeft u besloten om de kosten voor de uitvoering in 2023 van het amendement ‘Fashioncheque’ (geraamd op N 300) en de kosten voor de intensivering van de communicatie (geraamd op N 30) te dekken uit het budget N 2.000. Dit budget had uw raad in februari 2023 beschikbaar gesteld als dekking voor de compensatie van inflatiekosten van maatschappelijke organisaties en instellingen. Deze partijen hebben geen beroep gedaan op dit budget. De uitvoeringskosten voor de Fashioncheque en de extra communicatie zijn lager dan geraamd, respectievelijk 228 en 8. Dit betekent dat van het beschikbare budget een bedrag resteert van 1.764 (2.000 -/- 228 -/- 8).

Het restantbudget van 1.764 zetten wij in voor de volgende onderwerpen voor de aanpak van armoede en schulden/bestaanszekerheid:
a. Voor de komende jaren verwachten wij dat de aanpak van armoede en schulden/bestaanszekerheid de nodige extra beleidsmatige inzet van de organisatie vraagt. Zo moeten we in 2024 een vervolg maken op het Beleidskader armoede en schulden 2021-2024. Binnen de huidige capaciteit is daar geen ruimte voor. Daarnaast zullen we ook de komende periode regelmatig te maken hebben met incidentele extra maatregelen vanuit het Rijk, zoals de eenverdienersproblematiek genoemd bij Ontwikkelingen. Ook dat vraagt beleidscapaciteit op gemeentelijk niveau. Dat geldt evenzeer voor de door het Rijk aangekondigde structurele aanpassingen in het stelsel van inkomensondersteuning en de herziening van de schuldenaanpak in de komende jaren.  
Om bovenstaande vorm te geven is voor de periode 2024 - 2025 incidenteel meerjarig extra beleidscapaciteit nodig. Uitgaande van capaciteit op inhuurbasis zijn de kosten op jaarbasis 140, in totaal 280. 

b. In het kader van het Duurzaamheidsbeleid is een voucherregeling in voorbereiding voor het bekostigen van verduurzamingsmaatregelen voor maatschappelijke organisaties (en bedrijven). Deze maatregelen zorgen naast voordelen op het gebied van duurzaamheid ook onder meer voor een lagere energierekening en daarmee voor een betere financiële bedrijfsvoering. In de lijn van de aanpak financiële bestaanszekerheid, waarbij ook maatschappelijke organisaties een doelgroep zijn, willen we de eenmalige kosten voor de voucherregeling van 35 voor 2024 bekostigen vanuit het restantbudget voor de aanpak financiële bestaansbestaanszekerheid.

c. Voor 2023 heeft uw raad in het kader van de aanpak financiële bestaanszekerheid middelen beschikbaar gesteld voor twee budgetcoaches bij Stichting Welzijn Capelle. De budgetcoaches maken deel uit van twee wijkteams om zo vroegtijdig mogelijk en op laagdrempelige wijze bewoners met (dreigende) financiële problematiek te helpen.  
De cijfers voor het aantal aanmeldingen en hulptrajecten voor financiële problematiek bij Stichting Welzijn Capelle laten voor 2023 een forse toename zien ten opzichte van 2022. Mede daarom willen wij de inzet van de budgetcoaches in 2024 en 2025 voortzetten en voor die periode in alle vier de wijkteams een budgetcoach inzetten voor een totaalbedrag van 626. Daarbij gaan wij ook de optie na om de budgetcoaches als ouderconsulent in de scholen in te zetten, om ouders en kinderen uit de doelgroep beter te kunnen helpen.  

Wij stellen u voor de lasten te verlagen met V 823 in 2023 en N 941 over te hevelen via de reserve eenmalig door de lasten en baten te verhogen met N/V 488 in 2024 en N/V 453 in 2025.

Bestaanszekerheid Besluit 2023 2024 2025
Bestaanszekerheid VJN 2023/ raadsbesluit 1041421 V1.764 N488 N453
Reserve eenmalige uitgaven - N941 V488 V453
Totaal V823 N0 N0

6B.6 Ophoging budget armoedebeleid

Terug naar navigatie - 6B.6 Ophoging budget armoedebeleid

Ophogen en deels overhevelen budget uitvoering armoedebeleid - Beleidskeuze 
Lasten / Baten: N 390 in 2023, N/V 173 in 2024 en N/V 114 in 2025
Kasstroom:  N 103 in 2023,  N 173 in 2024, N 114 in 2025

Bij de meicirculaire 2023 heeft het Rijk voor 2023 een extra budget van V 390 beschikbaar gesteld voor de aanpak van armoede (Dienstverlening armoede en schulden V 173 en Flankerend beleid aanpak energiearmoede V 217).  Door terugloop in de Meerjarenraming en hogere uitvoeringskosten van een aantal actiepunten voor de uitvoering van het armoedebeleid, is vanaf 2023 een tekort op het benodigde budget. Voor 2023 gaat het om een tekort van N 103 en voor 2024 om een tekort van N 173 en  N 114 in 2025.  Wij stellen u voor om het restantbudget van N 287  over te hevelen  met N 173 in 2024 en N 114 in 2025 middels de reserve eenmalige uitgaven. Deze inkomsten zijn verwerkt in de mutatie van de algemene uitkering op programma 0.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 390 in 2023 en N 287 over te hevelen via de reserve eenmalig door de lasten en baten te verhogen  met  N/V 173 in 2024 en N/V 114 in 2025.

6B.7 Aframen Hoogwaardig Handhaven

Terug naar navigatie - 6B.7 Aframen Hoogwaardig Handhaven

Aframen Hoogwaardig Handhaven - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: N 525 in 2023 en N 466 vanaf 2024
Kasstroom: N 525 in 2023 en N 466 vanaf 2024

In onze gemeentelijke begroting is een baat opgenomen van € 1,16 mln. voor ontvangen uitkeringen die later teruggevorderd moeten worden en opgelegde boetes. Meer inwoners houden zich aan de regels. Daarnaast zijn de eisen voor terugvordering voor de gemeente aangescherpt. Hierdoor verwachten we in 2023 een bedrag van maximaal 641 te vorderen (zaaknummer: 1103246). Dit is de prognose zoals opgenomen in de derde bestuursrapportage 2023 van IJsselgemeenten. Meerjarig is in de rapportage een prognose opgenomen van 700 opgenomen.

Wij stellen u voor om de baten in de begroting te verlagen met N 525 in 2023 en N 466 vanaf 2024.

6B.8 Bijdrage Rijk Energietoeslag 2023 en compensatie Energietoeslag 2022

Terug naar navigatie - 6B.8 Bijdrage Rijk Energietoeslag 2023 en compensatie Energietoeslag 2022

Bijdrage Rijk Energietoeslag 2023 en compensatie Energietoeslag 2022 - Onvermijdelijk  
Lasten / Baten:  N 70 / V 508 in 2023
Kasstroom: N 70 / V 508 in 2023

De Wet energietoeslag 2023 is op 3 oktober 2023 vastgesteld. Het Rijk hanteert, net als bij de Energietoeslag 2022, een doelgroep met een inkomen tot 120% van het bijstandsniveau en een toeslagbedrag van € 1.300 per huishouden. Wij starten de uitvoering van de energietoeslag in het 4e kwartaal 2023, met een doorloop tot en met 31 augustus 2024. 

Voor de uitvoering van de Energietoeslag 2023 (inclusief uitvoeringskosten) ontvangt Capelle van het Rijk een bedrag van  6.070. Via de decembercirculaire 2022 is hiervan al een bedrag van 1,8 miljoen euro ontvangen en via de decembercirculaire 2023 volgt het resterende bedrag van € 4,2 mln. Het verschil van V 70 tussen het nu begrote bedrag voor 2023 van € 6 mln. en de aangekondigde € 6,07 mln. uit de decembercirculaire 2023 wordt geraamd. 

Daarnaast hebben wij in de jaarstukken 2022 bij de risicoparagraaf een tekort op de uitvoering van de Energietoeslag 2022 gemeld van € 0,9 mln. Oorzaak van dit tekort was een lagere bijdrage van het Rijk dan de gemaakte kosten. Bij de decembercirculaire 2023 krijgt Capelle van het Rijk alsnog een bedrag van V 438 als gedeeltelijke compensatie van het tekort. Voor de energietoeslag 2023 heeft het Rijk een vangnetbudget van € 32,5 mln. beschikbaar voor gemeenten die hogere kosten zullen maken; gemeenten die 2% meer bereik realiseren dan het budget dat ze hebben gehad óf bij wie de kosten € 0,15 mln. hoger uitvallen, komen daarvoor in aanmerking. 

Deze inkomsten worden verwerkt in de mutatie van de algemene uitkering op programma 0.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting de verhogen met N 70 in 2023 en de baten te verhogen met V 508 in 2023.

Programma 2023
Lasten Baten
0 N0 V508
6B N70 V0
Totaal N70 V508

6B.9 BTW re-integratiegelden

Terug naar navigatie - 6B.9 BTW re-integratiegelden

BTW re-integratiegelden - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 232 in 2023
Kasstroom: V 232 in 2023

Bij het opstellen van verantwoording van de teruggave van de btw op de re-integratietrajecten is abusievelijk 1 jaar niet meegenomen. Wel bleek de rentevergoeding over alle jaren lager te zijn dan berekend. Per saldo een eenmalig voordeel V 232.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verlagen met V 232 in 2023.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2023 incl. wijz. Wijz. NJN 2023 BG2023 na wijz. NJN Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten N58.931 N309 N59.240 N57.822 N58.036 N57.587 N58.078 N58.285 N58.280 N58.269 N58.278
Baten V30.565 V3.140 V33.705 V35.207 V35.166 V35.773 V35.846 V35.343 V34.928 V34.418 V34.418
Saldo van baten en lasten N28.366 V2.831 N25.535 N22.614 N22.870 N21.814 N22.232 N22.942 N23.352 N23.851 N23.860
Mutaties in reserves:
Algemene reserve V1.809 N0 V1.809 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve Sociaal Noodfonds V83 N0 V83 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve eenmalige uitgaven V572 N1.228 N656 V701 V567 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V2.464 N1.228 V1.236 V701 V567 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N25.902 V1.603 N24.299 N21.913 N22.303 N21.814 N22.232 N22.942 N23.352 N23.851 N23.860
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2023:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6B.1 Inkomensdeel Participatiebudget (BUIG) N2.728 V3.665 V937
6B.3 Kwijtscheldingen riool- en afvalstoffenheffing V235 N0 V235
6B.5 Aanpak financiële bestaanszekerheid/inzet restantbudget 2023 V1.764 N0 V1.764
6B.6 Ophoging budget armoedebeleid N103 N0 N103
6B.7 Aframen Hoogwaardig Handhaven N0 N525 N525
6B.8 Bijdrage Rijk Energietoeslag 2023 en compensatie Energietoeslag 2022 N70 N0 N70
6B.9 BTW reintegratiegelden V232 N0 V232
0.13 Verzamelvoorstel bedrijfsvoering N52 N0 N52
7.4 Energiearmoede V413 N0 V413
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N309 V3.140 V2.831
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N1.228 N0 N1.228
Totaal mutatie in de reserves N1.228 N0 N1.228
Mutatie Resultaat V1.603

Deelprogramma 6C Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

6C.1 Verkoop Wmo- hulpmiddelen

Terug naar navigatie - 6C.1 Verkoop Wmo- hulpmiddelen

Verkoop Wmo- hulpmiddelen - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: N 118 eenmalig in 2023
Kasstroom:  N 118 eenmalig in 2023 

In voorstel 6C.1 Wmo- hulpmiddelen in de Voorjaarsnota 2023 hebben wij eenmalig een voordeel opgenomen van V 218 in verband met de verkoop van het gemeentelijk depot Wmo- hulpmiddelen. Bij de eindafrekening is gebleken dat de opbrengst van de Wmo- hulpmiddelen lager uitvalt. Het eenmalig voordeel bedraagt V 100 in plaats van V 218. Daardoor wordt de baat met N 118 in 2023 verlaagd. 

Wij stellen u voor om de baten in de begroting te verlagen met N 118 in 2023.

6C.2 Overhevelen budget Onderzoeksopdracht Wmo via de reserve eenmalige uitgaven

Terug naar navigatie - 6C.2 Overhevelen budget Onderzoeksopdracht Wmo via de reserve eenmalige uitgaven

Overhevelen budget Onderzoeksopdracht Wmo via de reserve eenmalige uitgaven - Technisch
Lasten / Baten: V/N 110 in 2023 N/V 110 in 2024
Kasstroom: V 110 in 2023 en N 110 in 2024

Bureau Berenschot heeft een onderzoek gedaan naar de kostenbeheersing van de Wmo. Berenschot heeft hiervoor concrete maatregelen met besparingen voorgesteld. U heeft in de NJN 2022 een eenmalig budget van N 260 beschikbaar gesteld om de doorvoering van deze maatregelen voor te kunnen bereiden. Dit is bestemd voor de inzet van een projectleider en om de bedrijfsvoering te optimaliseren.

Wij zijn in 2023 begonnen met het uitvoeren van deze maatregelen en in 2024 gaan wij dit voortzetten. Het restant van 110K van het bedrag dat u beschikbaar heeft gesteld, zetten wij hiervoor in. Wij houden u twee keer per jaar op de hoogte over de voortgang van de uitvoering van deze maatregelen.

Wij stellen u voor om het bedrag van 110 in 2023 over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven naar 2024 door de lasten en baten te verhogen met N/V 110 in 2024.

6C.3 DUVO middelen

Terug naar navigatie - 6C.3 DUVO middelen

Middelen Toekomstscenario (DUVO) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V/N 64 in 2023 en N/V 64 in 2024
Kasstroom: V 64 in 2023 en N 64 in 2024

De Centrumgemeenten Vrouwenopvang, waaronder de gemeente Rotterdam, ontvangen vanaf 2022 tot en met 2025 via de Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO) middelen vanuit het Rijk in het kader van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. In juni jl. is in het Bestuurlijk Overleg-Centrumgemeente Rotterdam afgesproken om de middelen van 2023 te verdelen over de 7 gemeenten volgens de verdeelsleutel VTRR. Voor Capelle gaat het om een bedrag van 64. In 2024 hebben wij een beter beeld van het Toekomstscenario, maar ook van de Hervormingsagenda Jeugd. Naar aanleiding hiervan kunnen wij starten met de voorbereidingen, waar deze middelen voor ingezet kunnen worden. Wij stellen daarom voor om het bedrag over te hevelen naar 2024. 

Wij stellen u voor om een bedrag van 64 in 2023 over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven naar 2024 door de lasten en baten te verhogen met N/V 64 in 2024. 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2023 incl. wijz. Wijz. NJN 2023 BG2023 na wijz. NJN Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten N19.773 V3 N19.770 N22.765 N22.946 N21.901 N22.522 N22.879 N23.207 N23.535 N23.835
Baten V697 N118 V579 V510 V508 V1.254 V1.283 V1.316 V1.346 V1.374 V1.374
Saldo van baten en lasten N19.075 N115 N19.190 N22.255 N22.438 N20.647 N21.239 N21.564 N21.861 N22.161 N22.461
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V85 N174 N89 V174 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V85 N174 N89 V174 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N18.990 N289 N19.279 N22.081 N22.438 N20.647 N21.239 N21.564 N21.861 N22.161 N22.461
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2023:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6C.1 Verkoop Wmo- hulpmiddelen N0 N118 N118
6C.2 Overhevelen budget Onderzoeksopdracht Wmo via de reserve eenmalige uitgaven V110 N0 V110
6C.3. DUVO middelen V64 N0 V64
0.2 Afschrijvingen V10 N0 V10
0.13 Verzamelvoorstel bedrijfsvoering N166 N0 N166
6D.1 Actualisatie nav 2e burap GRJR N15 N0 N15
Totaal mutatie saldo van baten en lasten V3 N118 N115
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N174 N0 N174
Totaal mutatie in de reserves N174 N0 N174
Mutatie Resultaat N289

Deelprogramma 6D Jeugdzorg

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Lokale maatregelen

Vooruitlopend op landelijke en regionale plannen werken we met stichting Centrum Jeugd en Gezin aan verdere uitbreiding van het lokale aanbod. Dit aanbod wordt zowel vanuit het CJG geboden als lokaal ingekocht. Zo zijn er onderdelen van perceel D en E, na een pilot, overgegaan van de regio naar CJG Capelle. Dit betekent dat het CJG zelf basis GGZ uitvoert, er een pilot heeft gedraaid met praktijkondersteuners bij de huisartsen en is het lokale aanbod dagbehandeling voor het jonge kind uitgebreid. Verder werkt het CJG vanuit het uitgangspunt 'goed is goed genoeg'. Dit betekent dat het CJG zoveel mogelijk de jeugdige en het gezin helpt om met passende hulp het eigen leven aan te kunnen. Zo lang als nodig en zo kort als mogelijk. Vanzelfsprekend staat de kwaliteit van de hulp voorop.

De eerste ervaringen van praktijkondersteuners bij de huisartsen zijn een succes. Het levert bij de twee huisartsenpraktijken die werken met praktijkondersteuners aanzienlijk minder doorverwijzingen op naar gespecialiseerde hulp en daarmee ook minder kosten. Vanuit die ervaringen proberen we meer huisartsen enthousiast te krijgen om te werken met praktijkondersteuners vanuit het CJG.

Ook investeert het CJG in het verbeteren van de samenwerking met het onderwijs en andere maatschappelijke partners. 

6D.1 Actualisatie GR Jeugdhulp Rijnmond

Terug naar navigatie - 6D.1 Actualisatie GR Jeugdhulp Rijnmond

Actualisatie Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond - Onvermijdelijk
Lasten : N 1.640 in 2023 en N 400 vanaf 2024
Kasstroom:  N 1.640 in 2023 en N 400 vanaf 2024

Zo realistisch mogelijk begroten is een belangrijk uitgangspunt dat door alle deelnemende gemeenten van de GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) wordt onderschreven. Concreet betekent dit dat, indien nieuwe inzichten ontstaan, deze zo goed en zo snel mogelijk worden verwerkt in de begroting. Als uitgangspunt hiervoor gebruiken wij de regionale inschatting die wij op basis van lokale inzichten valideren en waar nodig bijstellen.

In het Algemeen Bestuur (AB) van 8 september 2023 is naast de regionale begroting 2024 ook de 1e begrotingsaanpassing 2023 goedgekeurd. Deze is aangepast op basis van de 1e Bestuursrapportage 2023. Wij hebben inmiddels van de GRJR ook de 2e Bestuursrapportage 2023 ontvangen waaruit de noodzaak tot verdere aanpassingen blijkt. In totaal komen deze aanpassingen voor Capelle neer op een verhoging van de bijdrage van 14.601 (1e ontwerpbegroting 2023) naar 15.941. 

De afwijking wordt veroorzaakt door:

Structurele groei
De structurele groei vanuit 2021 en 2022 nog niet was meegenomen.

Indexatie, is aangepast en verhoogd naar 9,25%
Uit het oogpunt van goed opdrachtgeverschap is het wenselijk om aanbieders voor de hogere inflatie/loonstijgingen te compenseren. Hiervoor heeft de gemeente Capelle in de meicirculaire extra accres gekregen.

Verblijf met behandeling
Bij verblijf met behandeling (perceel B) zien wij dat het aantal verstrekkingen daalt, maar dat de duur en intensiteit toeneemt. Hierdoor nemen de kosten licht toe.

Verschuiving van regionaal naar lokaal
Voor daghulp (perceel D) en ambulante hulp (perceel E) hebben wij de zorg voor een aantal cliënten van regionaal overgeheveld naar lokale contracten. Zo kunnen de cliënten beter passende hulp krijgen. Voor ambulante hulp is de verschuiving ten opzichte van 2022 geheel gerealiseerd. Voor daghulp verloopt de verschuiving van kosten trager dan voorzien vanwege het overgangsrecht, wat betekent dat cliënten de lopende verstrekkingen bij de regionale aanbieder mogen afronden. Wij verwachten dat de verschuiving in 2024 zich verder doorzet.

Woonplaatsbeginsel
Het nieuwe woonplaatsbeginsel leidt ertoe dat andere gemeenten de kosten voor cliënten kunnen overdragen naar Capelle. Voor 2023 leidt dat tot N 300 extra kosten. Op basis van de jaarrekening 2022 van de GRJR schatten we het risico in op N 900 voor 2022 en 2023.  We komen hier in de Jaarstukken 2023 op terug.

Autonome groei
Het gebruik van jeugdhulp is de afgelopen jaren gegroeid.  Het is te verwachten dat bij ongewijzigd beleid deze groei zich voortzet. Om deze verwachte groei in de begroting inzichtelijk te maken is de zogenaamde autonome groei, dus de groei exclusief de stijging van de tarieven, vanaf deze najaarsnota verwerkt voor de komende jaren. Voor de regionale jeugdhulp hebben we op basis van historische data de autonome groei ingeschat op 1,2% per jaar (zie wijzigingsvoorstel 6D.4).

Maatregelen
Deze stijging van de kosten benadrukt de noodzaak om maatregelen te nemen waarmee de kosten beter beheerst kunnen worden. De lokale implementatie van de Hervormingsagenda, regionale maatregelen en andere lokale maatregelen zijn in voorbereiding. Ook werken we met de GRJR en de andere gemeenten een regionale bestuursopdracht uit om meer grip op de uitgaven te krijgen.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting voor 2023 te verhogen met N 1.640 en met N 400 vanaf 2024. De totale verhoging bedraagt N 1.640 en heeft ook betrekking op programma 6C (N15), maar komt daar niet meer als separaat voorstel terug.

Jeugdzorg 2023 2024 e.v.
Programma 6C: Actualisatie nav 2e burap GRJR N15
Programma 6D: Actualisatie nav 2e burap GRJR N1.625 N400
Totaal lasten N1.640 N400

6D.2 Project Taakstelling GR Jeugdhulp Rijnmond

Terug naar navigatie - 6D.2 Project Taakstelling GR Jeugdhulp Rijnmond

Project Taakstelling GR Jeugdhulp Rijnmond - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten:  V/N 164 in 2023 en N/V 164 in 2024
Kasstroom: V 164 in 2023 en N 164 in 2024

De realisatie van de kostenbesparende maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd vereist een lokale projectmatige aanpak. Hiervoor is in de Begroting 2023 een budget van N 365 beschikbaar gesteld en in de Jaarrekening 2022 een budget van N 110 overgeheveld ten behoeve van dit project. Naar verwachting houden we dit jaar 164 budget over, wat we nodig hebben in 2024 voor de finale uitwerking en implementatie van de kostenbesparende maatregelen.

Wij stellen u voor om 164 in 2023 over te hevelen via de reserve eenmalig door de lasten en baten te verhogen met N/V 164 in 2024. 

6D.3 Centrum Jeugd en Gezin (CJG) halfjaarrapportage

Terug naar navigatie - 6D.3 Centrum Jeugd en Gezin (CJG) halfjaarrapportage

Stichting Jeugd en Gezin (CJG)  - Onvermijdelijk
Lasten : N 1.425 in 2023 en 783 vanaf 2024
Kasstroom: N 1.425 in 2023 en 783 vanaf 2024

Uit de halfjaarrapportage van het CJG blijkt dat de zorgkosten toenemen; compensatie van hogere zorgkosten, hogere verzilveringswaarde nu 71% (gemiddeld 10% hoger t.o.v. 2022), waarbij rekening wordt gehouden dat deze nog verder oploopt tot 75%. Ook worden er meer beschikkingen afgegeven en is er een toenemende vraag van dagbehandeling jeugdhulp (toenemende problematiek). Dat komt omdat kinderen waarvan in de kleutertijd al duidelijk is dat ze naar het speciaal onderwijs dienen te gaan, daar geen plek krijgen vanwege lange wachtlijsten. Zij komen thuis te zitten en doen daarbij een beroep op daghulp. Voor kinderen (5+ tot 12 en 12+) die vastlopen op reguliere scholen geldt hetzelfde. Ook zij worden vaak ondergebracht bij dagopvang in de vorm van bijvoorbeeld een zorgboerderij.

Autonome groei

Voor de lokale jeugdhulp in natura (zin) hebben we op basis van historische data de autonome groei ingeschat op 17,6% per jaar.  Voor de PGB schatten we in dat deze lasten net als de afgelopen 3 jaar stabiel zijn.  (zie wijzigingsvoorstel 6D.4).

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 1.425 in 2023 en N 783 vanaf 2024.

6D.4 Autonome groei Jeugdzorg

Terug naar navigatie - 6D.4 Autonome groei Jeugdzorg

Autonome groei Jeugdzorg - Onvermijdelijk
Lasten/ Baten: N/V 1.200 in 2024, N/V 2.400 in 2025, N/V 3.700 in 2026 en N/V 4.200 vanaf 2027
Kasstroom: N/V 1.200 in 2024, N/V 2.400 in 2025, N/V 3.700 in 2026 en N/V 4.200 vanaf 2027

Het gebruik van jeugdhulp is de afgelopen jaren – al vóór de decentralisatie in 2015, maar eveneens daarna - blijven toenemen. Wij vinden het realistisch te moeten verwachten dat deze (autonome) groei ook de komende jaren doorzet. Tegelijkertijd kan het niet 'alsmaar' blijven doorgroeien; ergens zal een natuurlijke grens bereikt worden, waarop de toename vanwege de begrenzing van de capaciteit van de zorgaanbieders en het aantal jeugdigen afvlakt en stabiliseert. 
De kosten van de jeugdhulp worden opgebouwd uit het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van jeugdhulp, de zwaarte van de jeugdhulp die nodig is en de tarieven waartegen die jeugdhulp geboden wordt; de totale jeugdhulpkosten ontstaan door de “hoeveelheid” te vermenigvuldigen met de 'prijs'. 
Dit voorstel richt zich uitsluitend op de 'hoeveelheid' (autonome) groei van de jeugdhulp en dus niet op de 'prijs' daarvan. Wij begroten meerjarig in “constante prijzen” en passen daarom jaarlijks – mede op basis van de verhoging van het Gemeentefonds in de Meicirculaire - ons prijspeil aan in de Begroting. 

In onze begroting houden wij tot op heden dan ook rekening met een (autonome) groei van de jeugdhulp; dit voor een totaalbedrag van oplopend N235 per jaar vanaf 2025. Dat betekent meerjarig een toename van de jeugdhulpkosten vanwege (autonome) groei van N235 in 2025, N475 in 2026  en N720 vanaf 2027. Wij stellen vast dat het bedrag  waarmee wij tot op heden rekening hebben gehouden, te gering is (gebleken) en stellen u daarom ook voor om dit bedrag verder te verhogen.  
De Jeugdwet is een zogenaamde 'open einde regeling'. Dat maakt het lastiger om een goede en betrouwbare schatting te maken van de ontwikkeling van het gebruik van de jeugdhulp in de komende jaren. Wij hebben, in goede samenwerking met onze partners het Centrum voor Jeugd en Gezin en de Uitvoeringsorganisatie van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR), een analyse gemaakt van de (autonome) groei in de jaren 2019 tot en met 2023.

In Programma 0 treft u ook ons voorstel aan over de Septembercirculaire van het Gemeentefonds. Daarin opgenomen is een post 'volume accres' vanaf 2027 opgenomen. Deze post heeft te maken met een nieuwe financieringssystematiek, waarover ook nog volop gediscussieerd en onderhandeld wordt. Wij stellen u dan ook voor om vooralsnog de stijging van de (autonome) groei vanaf 2027 (deels) vanuit deze post 'volume accres' te kunnen dekken, dit is een bedrag van 1.127 per jaar.

De analyse is op dit moment uitgevoerd op de drie “grote' onderdelen van de jeugdhulpkosten, te weten: Zorg in Natura (ZIN) Lokaal, Persoonsgebonden Budget (PGB) en GRJR (de bovenlokale jeugdhulp). Op basis van de analyse van de afgelopen jaren, hebben wij een prognose gemaakt van de verdere (autonome) groei de komende jaren. Daarbij nemen de ZIN Lokaal en de GRJR jaarlijks toe (met respectievelijk 17,6% en 1,2%) en hebben wij de verwachte PGB constant gehouden. De autonome stijging over alle jeugdkosten is in 2024 ongeveer 5%. De komende periode zal de analyse mogelijk verder worden verfijnd naar de verschillende “percelen” en soorten jeugdhulpkosten binnen deze onderdelen. 

Op basis van het bovenstaande stellen wij voor om de toename van de kosten Jeugdzorg als gevolg van de (autonome) groei te verhogen met de in de tabel Autonome groei ZIN lokaal/PGB/GRJR opgenomen bedragen, waarbij vanaf 2027 de extra aanraming voor de groei constant blijft.  

Over de - bekostiging van de - gemaakte jeugdhulpkosten is- en wordt héél veel gesproken en al jarenlang onderhandeld tussen de VNG en het Rijk. De Commissie van Wijzen heeft een voor de gemeenten gunstige uitspraak gedaan – met een daaraan gekoppelde hoger bedrag aan bekostiging vanuit het Rijk aan gemeenten - en naar aanleiding daarvan is de Hervormingsagenda tot stand gekomen. Over de concretisering van de uitwerking van de maatregelen in de Hervormingsagenda bent en wordt u periodiek door ons nader geïnformeerd. De 'opvolger' van de Commissie van Wijzen is de Commissie van Deskundigen. De Deskundigencommissie zal de ontwikkelingen beoordelen en geeft in 2025 en 2028 een zwaarwegend advies af over de uitvoering van de maatregelen en de gepleegde inspanningen van de gemeenten. Een van de principes die de Deskundigencommissie daarbij toepast is 'Onvoorziene omstandigheden en autonome groei vallen onder verantwoordelijkheid van het Rijk''. Ook de Taskforce Taken en Middelen, onder leiding van Alexander Rinnooy Kan, richt zich op het aan de gemeenten verstrekken van voldoende middelen om de taken adequaat te kunnen uitvoeren. Wij  gaan er daarom vanuit dat wij door het Rijk gecompenseerd zullen worden voor deze stijging van de kosten als gevolg van de autonome groei.

Op basis van het voorgaande stellen wij u voor om zowel de al in de begroting opgenomen post voor (autonome) groei jeugdhulpkosten op te hogen en tegelijkertijd de verwachte vergoedingen vanuit het Rijk op te nemen.  De bedragen zijn weergegeven in de onderstaande tabel Jeugdzorg.

Autonome groei Zin Lokaal/ PGB/ GRJR 2023 2024 2025 2026 2027 e.v.
Totaal bedragen Zin Lokaal/ PGB/ GRJR N23.392 N24.595 N25.980 N27.577 N29.424
Stijging t.o.v. jaar t-1 N1.203 N1.385 N1.597 N1.847
Stijging cumulatief N1.203 N2.588 N4.185 N6.032
Af: stelpost autonome stijging Jeugd cumulatief V235 V475 V720
Af: inzetten (deel) stelpost algemene uitkering vanaf 2027 V1.127
Extra aanraming autonome stijging N0 N1.203 N2.353 N3.710 N4.185
Extra aanraming autonome stijging afgerond N0 N1.200 N2.400 N3.700 N4.200
Jeugdzorg 2023 2024 2025 2026 2027 e.v.
Programma 6D Lasten: Autonome groei Jeugdzorg N0 N1.200 N2.400 N3.700 N4.200
Programma 0 Baten: Autonome groei Jeugdzorg N0 V1.200 V2.400 V3.700 V4.200
Totaal N0 N0 N0 N0 N0

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2023 incl. wijz. Wijz. NJN 2023 BG2023 na wijz. NJN Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten N25.440 N2.872 N28.312 N29.424 N26.717 N26.323 N27.100 N27.366 N27.639 N27.921 N28.221
Baten N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Saldo van baten en lasten N25.440 N2.872 N28.312 N29.424 N26.717 N26.323 N27.100 N27.366 N27.639 N27.921 N28.221
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V149 N164 N15 V164 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V149 N164 N15 V164 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N25.291 N3.036 N28.327 N29.260 N26.717 N26.323 N27.100 N27.366 N27.639 N27.921 N28.221
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2023:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6D.1 Actualisatie GR Jeugdhulp Rijnmond N1.625 N0 N1.625
6D.2 Project Taakstelling GR Jeugdhulp Rijnmond V164 N0 V164
6D.3 Centrum Jeugd en Gezin (CJG) halfjaarrapportage N1.425 N0 N1.425
0.13 Verzamelvoorstel bedrijfsvoering V14 N0 V14
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N2.872 N0 N2.872
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N164 N0 N164
Totaal mutatie in de reserves N164 N0 N164
Mutatie Resultaat N3.036