Paragraaf Financiering

Bestuurlijke duiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke duiding

In 2025 verwachten we voor 43.634 aan nieuwe leningen aan te trekken. Gedurende het jaar wordt de werkelijke financieringsbehoefte beoordeeld en wordt er zo nodig externe financiering aangetrokken. Mede hiervoor worden de rentetarieven wekelijks gemonitord. 

Betreffende de leningen aan diverse stichtingen en/of verenigingen, waar onze gemeente borg voor staat, is de verwachting dat ze aan hun betalingsverplichtingen voldoen.

De Wet Financiering decentrale overheden (wet Fido) schrijft de regels voor het overschrijden van de kasgeldlimiet en renterisiconorm voor. We volgen deze wet- en regelgeving.

Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Ons beleid van financieren is gericht op:

  • Het voorzien in de financieringsbehoefte op korte en lange termijn;
  • Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten (in beperkte vorm in verband met het Schatkistbankieren);
  • Het verstrekken van leningen of borgstellingen uit hoofde van de 'publieke taak' uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen en in lijn met onze Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 en Verordening Leningverstrekkingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020.

De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door:

  • De leningenportefeuille;
  • De reserves en voorzieningen;
  • De renteontwikkeling;
  • Investeringen (kredieten);
  • Grondexploitaties.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
De huidige gemeentelijke leningenportefeuille 1-1-2025 bestaat uit negen leningen met een totaalbedrag van ruim 50.028. Op basis van de begroting is de verwachting dat er in het resterende deel van 2024 nog één of meerdere geldleningen aangetrokken moeten worden van 15.015. In het eerste kwartaal van 2024 is een lening van 5.000 aangetrokken. 

 

 

Verwachte renteontwikkeling in het jaar 2024 en 2025

Terug naar navigatie - Verwachte renteontwikkeling in het jaar 2024 en 2025

Het afgelopen jaar heeft de ECB de rente verlaagd tot het huidige percentage van 3,5%.  De verwachting voor 2025 is een verdere verlaging door de ECB. Bij een lage inflatie en onvoldoende groei van de economie, zal de ECB de rente mogelijk verlagen om de economie te stimuleren. De verwachting is dat de ECB ook in 2024 de rente nogmaals zal verlagen.  De rente voor lineaire leningen van 25 jaar is over de afgelopen periode gemiddeld net boven de 3,0%. De rente op langlopende leningen wordt bepaald door het sentiment in de markt.  Er is een dalende trend te zien in de rente voor de langlopende geldleningen, de verwachting is dat deze zal doorzetten. De verwachte verlagingen worden door de markt al verwerkt in de huidige tarieven, omdat er veel vertrouwen is dat de rente verder verlaagd zal worden. Op dit moment zien we dat de rente op kortlopende geldleningen (<1 jaar) rond de 3,6% staat.  De rente voor kortlopende leningen wordt bepaald door de rente van de ECB.  We blijven werken met een rente van 3,5% voor toekomstige leningen omdat de verdere rente ontwikkeling in de markt nog onzeker is en omdat op de berekening van de financieringsbehoefte al correcties zijn toegepast. Deze worden verder beschreven onder Prognose liquiditeit.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Prognose liquiditeit
We actualiseren de liquiditeitsprognose twee keer per jaar voor het lopende jaar en voeren één keer per jaar een analyse uit. De actualisatie vindt plaats voor het gereedkomen van de voorjaarsnota en de najaarsnota. De analyse vindt plaats na afloop van het jaar. Uit de prognose van 2025 blijkt dat er vooral grote uitgaven plaatsvinden voor investeringen. De voorlopige verwachting van de netto financieringsbehoefte 43.634 in 2025, 58.975 in 2026, 58.351 in 2027, 41.228 in 2028, 35.194 in 2029, 44.816 in 2030, 37.571 in 2031 en 41.742 in 2032. Op de bruto financieringsbehoefte zijn meerdere correcties toegepast. In het verleden is gebleken dat er structureel minder geld geleend hoeft te worden dan vooraf wordt berekend. Om reële rentelasten te berekenen,  zijn er handmatige correcties toegepast op de bruto financieringsbehoefte. Het EMU saldo wordt met 3.000 (investeringen die niet worden uitgevoerd) en 7.000 over het totaal verlaagd.  Daarnaast zijn voor de jaren 2026 en verder de negatieve resultaten in mindering gebracht op de bruto financieringsbehoefte, zoals deze destijds geraamd zijn bij de Begroting 2024 (besparingsmaatregel 0.11). De verdere toename van het negatieve resultaat wordt wel meegenomen.  

Treasurystrategie
Conform het Financieringsstatuut 2020 en de Financiële Verordening 2023 houden we ons aan de kasgeldlimiet. De uitkomst van de liquiditeitsprognose bepaalt in belangrijke mate de financieringsbehoefte. De gemeente financiert in eerste instantie met korte-termijn leningen. We kunnen tot het maximum van de kasgeldlimiet, circa 24.282 aan kort geld lenen.  Bij een financieringsbehoefte wordt op basis van de ontwikkelingen, rentepercentages en de begrote rente bepaald of er kort- of langgeld wordt aangetrokken.  Bij het aantrekken van een langgeld vindt er afstemming met het Treasury Comité plaats.  Het uitgangspunt voor lang geld is aantrekken van financiering voor 25 jaar lineair.

Vanuit de Wet Fido is het toegestaan twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Bij een overschrijding van een derde kwartaal moeten we een herstelplan bij de toezichthouder indienen. Waar aanvullende financiering nodig is, stemmen we de looptijd af op de liquiditeitsprognose.  Door dagelijkse monitoring van de kasstromen, saldi op de banken en rente ontwikkelingen spelen we beter in op de financieringsbehoefte. Het Treasury Comité wordt maandelijks geïnformeerd. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats, waarover maandelijks gecommuniceerd wordt met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen we de rente begroot hebben staan, spelen we hierop in. Dagelijks houden we de saldi van de banken bij. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, spelen we beter in op de financieringsbehoefte. 

Berekening renterisiconorm

Terug naar navigatie - Berekening renterisiconorm

Lange termijn financiering 

Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat de renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden. 

We blijven onder de renterisiconorm, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Voor het renterisico is rekening gehouden met de per augustus 2024 bekende renteherzieningen en aflossingen.

Berekening renterisiconorm 2025
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N285.675
Percentage regeling (*) 20%
Renterisiconorm, in bedrag N57.135
Berekening renterisico
Renteherzieningen (**) N0
Aflossingen (***) N4.892
Renterisico N4.892
Toets aan renterisiconorm
Renterisiconorm, in bedrag N57.135
Renterisico N4.892
Ruimte (V) / overschrijding (N) V52.243
* Percentage conform Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo)
** Alleen voor OG-leningen; slechts bij doorverstrekking te salderen met UG-leningen
***Alleen m.b.t. OG-leningen

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Het kasgeldlimiet geeft aan wat het maximum bedrag is dat met kort geld (<1 jaar) geleend mag worden. De limiet mag niet overschreden worden. Hieronder wordt weergegeven hoe deze limiet berekend is. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.

Kasgeldlimiet 2025
Toegestane limiet in % 8,50%
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N285.675
Toegestane limiet N24.282

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Schatkistbankieren is een dienst bedoeld voor instellingen, die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor middelen van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat ze de publieke middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën. Schatkistbankieren kent een limiet van 2% van het begrotingstotaal dat niet in de schatkist aangehouden hoeft te worden. Dit komt neer op 5.714 in 2025. 

Schema rentetoerekening

Terug naar navigatie - Schema rentetoerekening

Hieronder is het renteschema weergegeven conform de Notitie Rente van de commissie BBV. De renteomslag aan de taakvelden is afgerond op 1 decimaal. Door de financieringskosten die voortvloeien uit de wijzigingsvoorstellen die in deze begroting zijn opgenomen en door de afronding van het percentage van de renteomslag op 1 decimaal is er sprake van een renteresultaat.

Schema rentetoerekening 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031 2032
De externe rentelasten over de korte en lange financiering N862 N1.938 N3.799 N5.812 N7.405 N8.509 N9.577 N10.583 N11.504
De externe rentebaten over de korte en lange financiering V130 V130 V130 V130 V130 V130 V130 V130 V130
Saldo rentelasten en rentebaten N732 N1.808 N3.669 N5.682 N7.275 N8.379 N9.447 N10.453 N11.374
De rente die aan de facilitaire grondexploitaties (kostenverhaal) moet worden doorberekend N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
De rente van de projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente N732 N1.808 N3.669 N5.682 N7.275 N8.379 N9.447 N10.453 N11.374
Rente over eigen vermogen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Rente over voorzieningen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Subtotaal N732 N1.808 N3.669 N5.682 N7.275 N8.379 N9.447 N10.453 N11.374
De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) V778 V2.040 V3.473 V5.227 V6.301 V7.417 V8.722 V9.573 V10.258
Totaal (renteresultaat) V46 V232 N196 N455 N974 N962 N725 N880 N1.116
Renteomslag 0,3% 0,7% 1,1% 1,5% 1,7% 1,9% 2,2% 2,3% 2,4%

Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Terug naar navigatie - Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Het verwachte totaal van de gewaarborgde geldleningen per 1-1-2025 is 291.596. Dit bedrag bestaat uit leningen aan vijf stichtingen/woningcorporaties.

Voor vier leningen van het IJsselland Ziekenhuis staan we rechtstreeks borg, zonder tussenkomst van een waarborgfonds. De leningen van het Rijksmonument Dorpsstraat 164 vallen onder de Gemeente.

Als een van deze woningcorporaties niet aan hun betalingsverplichtingen kan voldoen, lopen we een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de borgstelling van het WSW en de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland (tertiaire achtervang). Het eventueel resterend gedeelte wordt verdeeld onder de schadegemeenten en alle gemeenten. Het WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken, wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot nu toe is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan het WSW.

De gewaarborgde leningen worden per einde van het jaar bekend, dit doordat de Gemeente niet meer per lening accordeert. Jaarlijks stelt het WSW een borgingsplafond voor de woningcorporatie vast, tot dat bedrag mag de corporatie leningen aantrekken. Nieuwe leningen en/of renteherzieningen van woningcorporaties worden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten. Woningcorporatie Woonbron is in dit kader toegevoegd. 

De jaarrekeningen van de stichtingen/instellingen worden beoordeeld door het Treasury Comité.