Programma 0 Bestuur en ondersteuning

We willen een gemeente zijn voor en van alle Capellenaren. Met een bestuur dat luistert naar de zorgen en ideeën van Capellenaren. Om samen te zoeken naar perspectief en oplossingen, waarbij we denken in mogelijkheden. Een betrouwbaar bestuur dat de tweedeling in de samenleving niet groter, maar juist kleiner maakt. Een bestuur dat ook vertrouwen geeft en Capellenaren (weer) overtuigt dat meedenken, inspreken, stemmen en meedoen ertoe doet. We willen de denk- en doe-kracht van de Capellenaar stimuleren en daarvoor alle ruimte bieden. Als bestuur en gemeente zijn we integer, transparant, zichtbaar en controleerbaar. Daarbij is onze dienstverlening van een hoog niveau en zijn onze financiën structureel op orde.

Negatief  financieel perspectief
Het financiële meerjarig perspectief van onze gemeente is zeer negatief.  Een belangrijke oorzaak is dat we noodzakelijke investeringen moeten blijven doen om ook in de toekomst een aantrekkelijke gemeente te blijven. Dit leidt tot extra rente- en afschrijvingskosten. Al vanaf 2024 ontstaan er grote tekorten.  We bereiden ons voor op een situatie waarin het Rijk ons hiervoor niet compenseert.   We brengen in 2024 versneld ombuigingsmaatregelen in kaart. We ontkomen er niet meer aan om ook maatregelen voor te stellen die de dienstverlening of het dienstenniveau van de gemeente versoberen (spoor 4)  of leiden tot verhoging van de inkomsten van de gemeente (spoor 5). We werken de mogelijkheden uit tot concrete voorstellen in de VJN 2025. 

Duidelijke Taal
Duidelijke taal is de norm voor communicatie vanuit de gemeente Capelle aan den IJssel. Zowel intern als extern. Bestaande en nieuwe gemeentelijke websites en apps dienen te voldoen aan de (wettelijke) regels Digitale Toegankelijkheid. Als websites nog niet voldoen passen we ze aan.  We bekijken of we het aantal websites vanuit de gemeente (en haar partners) kunnen terugbrengen. We maken een nieuwe 'mood' video over Capelle. 

Krapte op en wensen van de arbeidsmarkt
De krapte op de arbeidsmarkt blijft. De wensen van de arbeidsmarkt veranderen ook. Daarnaast heeft de Gemeente veel openstaande vacatures en daar komt voorlopig geen verandering in. We vinden het daarom belangrijk te investeren in werving en selectie en een divers medewerkersbestand zodat we een breed deel van de arbeidsmarkt aanspreken. We streven naar medewerkers met een vast dienstverband, maar staan ook open voor tijdelijke inhuur. Daarnaast investeren we in het aantrekken en behouden van talent. 

Hoog ziekteverzuim
Medewerkers ervaren meer stress. Niet alleen door een (te) hoge werkdruk, maar ook in de balans tussen werk en privé. We blijven als werkgever zoeken naar mogelijkheden om het ziekteverzuim te verlagen. Werkgeluk en ziekteverzuim zijn nauw met elkaar verbonden. In 2024 hebben we op basis van een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) acties bepaald en zijn gestart met de uitvoering. In 2025 werken we verder aan de uitvoering van deze acties. 

Wet versterking waarborgfunctie Awb (inwerkingtreding naar verwachting per 1 januari 2025)
Deze wet heeft tot doel de dienstverlening door de overheid te verbeteren, het maatwerk en de menselijke maat in het bestuursrecht te versterken en laagdrempelige geschilbeslechting te bevorderen. Hiermee wil deze wet bijdragen aan een overheid die betrouwbaar, dienstbaar en rechtvaardig is (een 'responsieve overheid'). Kernelementen van deze wet zijn: 1. toevoeging dienstbaarheidsbeginsel ; 'het bestuursorgaan stelt zich bij het uitoefenen van zijn taak dienstbaar op'; 2. uitbreiding evenredigheidstoets ; bestuursorgaan kan alle te nemen besluiten toetsen aan het evenredigheidsbeginsel, ook waar sprake is van een volledig gebonden bevoegdheid zonder enige beleidsruimte; 3. motivering besluiten in Duidelijke Taal.

Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (inwerkingtreding naar verwachting per 1 januari 2026)
Deze wet regelt dat burgers en bedrijven zaken met de overheid digitaal moeten kunnen afhandelen. Ze krijgen het recht om officiële berichten, zoals vergunningaanvragen, overige aanvragen, bezwaarschriften, klachten etc., elektronisch naar de Gemeente te sturen. Overigens blijft het recht bestaan om per post met de overheid te communiceren. De Awb geeft aan de burgers en bedrijven de keuze tussen de papieren of de digitale weg, de overheid mag en kan dit niet meer opleggen.

Wet Versterking participatie op decentraal niveau (inwerkingtreding per 1 januari 2025)
Doel van de wet is om betrokkenheid van inwoners bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid van hun gemeente te versterken. Ook verankert deze wet wettelijk het  ‘uitdaagrecht’ als specifieke vorm van participatie.
We vinden het belangrijk dat inwoners invloed kunnen uitoefenen op beslissingen die hen aangaan. Met hun ideeën en kennis kunnen ze ervoor zorgen dat besluiten van de overheid (nog) beter aansluiten bij hun behoeften. Participatie hoort bij een sterke en levendige democratie. De wet verplicht de medeoverheden om een Participatieverordening op te stellen met heldere kaders voor participatie. Onze gemeente heeft al sinds 2021 een Participatieverordening.
Nieuw voor onze gemeente is dat het ‘uitdaagrecht’ nu wettelijk is vastgelegd. Met het uitdaagrecht kunnen inwoners verzoeken om de uitvoering van een taak van de overheid over te nemen, al dan niet met bijhorend budget, omdat ze denken deze taak beter of efficiënter te kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan het beheer of onderhoud van een park of buurthuis.  Het uitdaagrecht vergroot de betrokkenheid van inwoners en maatschappelijke partijen bij hun directe leefomgeving. Het biedt daarnaast kansen om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren en kan leiden tot nieuwe vormen van samenwerking en sociale verbinding.

KADERSTELLEND BELEID

• Coalitieakkoord 2022 – 2026 ‘Voor vandaag en morgen’ (juni 2022);
• Visie Burgerparticipatie (RV 597126, november 2021).

OVERIG BELEID, NOTA'S, VERORDENINGEN EN ACTIEPLANNEN

Gemeenteraad:

• Inkoopbeleid 2023 (RV 1014890, juli 2023);
• Archiefverordening 2021 (RV 525268, september 2021);
• Beleidsplan Raadscommunicatie (RV 1260687, september 2023);
• Beleidsplan ambtelijke en bestuurlijke integriteit 2019 - 2022 (RV 84013, november 2019);
• Nota Vaste Activa 2019 (RV 1078515, april 2019);
• Nota Verbonden Partijen 2019 (RV 1078857, april 2019);
• Nota Reserves, Voorzieningen, Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2017 (RV 875020, mei 2017);
• Financiële Verordening 2023 (RV 1259250, oktober 2023);
• Verordening behandeling bezwaarschriften 2022 (RV 790829, juni 2022);
• Verordening onroerendezaakbelastingen 2022 (RV 620673, december 2021);
• Verordening Participatie (RV 597126, november 2021);
• Referendumverordening 2020 (RV 144290, februari 2020);
• Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 (RV 313131, november 2020);
• Verordening Lening verstrekking gemeente Capelle aan den IJssel 2020 (RV 313284, november2020);
• Verordening gemeentelijke Ombudsman Capelle aan den IJssel 2005 (RV 11369, november 2005);
• Financieringsstatuut 2020 (RV 313231, november 2020);
• Klachtenregeling gemeente Capelle aan den IJssel 2017 (RV 835654, december 2016);
• Handreiking informatievoorziening gemeenteraad Capelle aan den IJssel (RV 39430, november 2016).

College van B&W:

• Capels Participatie Handboek (BBV 1291382, oktober 2023);
• Communicatiebeleidsplan 'Onze communicatie is duidelijk en toegankelijk' (BBV 1161094, juni 2023);
• Aanbestedingsprotocol 2023 (BBV 1014604, mei 2023);
• Inkoopvoorwaarden voor Leveringen en Diensten 2023 (BBV 1014604, mei 2023);
• Meerjaren Perspectief Vastgoed 2019 (BBV 1091427, juni 2019).

We zijn bevoegd tot bestedingen ten laste van de post onvoorzien. De omvang van de post onvoorzien wordt begroot op € 0,50 per inwoner. Gezien het gestegen aantal inwoners in 2024 naar bijna 68.000, wordt de post opgehoogd met € 1.000 naar een bedrag van totaal € 34.000. De post onvoorzien maakt deel uit van taakveld 0.8 Overige baten en lasten. In de tabel hieronder is het verloop van het budget opgenomen. 

De wijzigingsvoorstellen van programma 0 staan hieronder weergegeven.

De werkelijke afschrijvingen in 2024 zijn V510 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat een aantal investeringsbudgetten is doorgeschoven, waardoor er geen afschrijvingen in 2024 plaatsvinden.
Het voordeel van V19 op programma 7 heeft betrekking op riolering en afval. De lagere lasten resulteren in een lagere onttrekking van N18 uit de voorziening riolering middelen derden en van  N1 Voorziening Afvalstoffenheffing middelen derden.  Het nadeel van N116 op programma 0 wordt voor N120 veroorzaakt door de besparingsmaatregel onderrealisatie investeringen afschrijvingen (0.13 Begroting 2024).  Deze maatregel was als voordeel begroot op programma 0, maar valt nu vrij. Hier tegenover staan de werkelijke voordelen door lagere afschrijvingen op de diverse programma's (zie tabel). 

We stellen voor om in de begroting 2024 de lasten te verlagen met V510 en de baten te verlagen met N19. 

De wijzigingen zijn cijfermatig verwerkt op de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als aparte voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma's:

Rentetoerekening
In de Voorjaarsnota 2024 zijn de rentelasten bijgesteld (VJN 2024 0.2 Rente) en is aangekondigd dat de (meerjarige) verwerking van de omslagrente waarmee de rente wordt toegerekend aan de diverse taakvelden, opgenomen wordt in deze Najaarsnota 2024/Begroting 2025. 
Conform de notitie rente van de commissie BBV moet met een omslagpercentage de rente worden omgeslagen naar de taakvelden waarop de activa drukken. Het herziene omslagpercentage voor 2024 is 0,3%, voor 2025 0,7%, voor 2026 1,1%, voor 2027 1,5%, voor 2028 1,7%, voor 2029 1,9%, voor 2030 2,2%, voor 2031 2,3% en vanaf 2032 2,4%.
De rentelasten zijn in de Voorjaarsnota naar boven bijgesteld. Ook zijn mutaties in de investeringsplanning doorgevoerd. Dit leidt tot een gewijzigd omslagpercentage en een gewijzigde rentedoorbelasting naar de programma's.  Deze omslag is neutraal. Wel wordt vanaf taakveld Treasury meer rente toegerekend aan de taakvelden riolering en afval. Hier tegenover staat een hogere onttrekking uit de voorziening riolering middelen derden en uit de Voorziening Afvalstoffenheffing middelen derden, wat een voordeel oplevert voor de begroting.
We stellen voor om de baten in de begroting aan te passen met N117 in 2024, V13 in 2025, V200 in 2026, V375 in 2027, V505 in 2028, V558 in 2029, V700 in 2030, V945 in 2031, V1.196 in 2032 en verder.

Rentebijstelling
Als gevolg van de wijzigingsvoorstellen in deze begroting en de actualisatie is de financieringsbehoefte gewijzigd. Hiervoor moeten nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Zie hiervoor ook de paragraaf financiering. Het aantrekken van nieuwe geldleningen heeft bijstelling van de rentelasten als gevolg. In 2032 en verder wordt de rentebijstelling voor een groot gedeelte opgevangen door het bedrag dat hiervoor is opgenomen bij trendmatige ontwikkeling (Voorjaarsnota 2024).
We stellen voor om de lasten in de begroting aan te passen met V72 in 2024, V354 in 2025, N91 in 2026, N570 in 2027, N798 in 2028, N844 in 2029, N905 in 2030, N969 in 2031 en N521 in 2032 en verder.

De wijzigingen zijn cijfermatig verwerkt op de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als aparte voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma's:

Jaarlijks worden meestal drie circulaires gepubliceerd, die de ontwikkelingen rond het gemeentefonds beschrijven. In mei wordt de Voorjaarsnota van de rijksoverheid vertaald, in september de Miljoenennota, en in december wordt het uitkeringsjaar zoveel mogelijk afgesloten.
De nettoresultaten van de meicirculaire 2024 voor de gemeente Capelle aan den IJssel zijn over het algemeen minder negatief dan eerder werd aangenomen op basis van de Voorjaarsnota 2024 van het Rijk. Dit komt mede doordat in de Voorjaarsnota 2024 al wijzigingsvoorstellen waren opgenomen, die nu gedekt worden uit de algemene uitkering. Verder zijn er lagere reserveringen gemaakt voor het accresvolume en is er een voorschot genomen op de verwachte hogere OZB-opbrengsten van nog te realiseren woningen.  Voor meer inhoudelijke informatie wordt verwezen naar collegebrief 2024/074 d.d. 2 juli 2024.

We stellen voor om de lasten en baten als volgt aan te passen:  N548 / V2.295 in 2024, N8.316 / V5.048 in 2025, N8.939 / V8.871 in 2026, N8.184 / V 8.058 in 2027,  N7.557 / V8.242 in 2028 en N8.135 / V10.042 in 2029 en verder. 

In onderstaande tabel worden de mutaties in de meicirculaire 2024 voor de gemeente Capelle samengevat:

Zowel Sportief Capelle b.v. als het Isala Theater b.v. hebben het boekjaar 2023 afgesloten met een positief resultaat van resp. V156 en V197.   

In de Algemene vergadering van aandeelhouders van 30 mei 2024 van Sportief Capelle is besloten het resultaat deels (25%) ten bate van de algemene reserve van de b.v. te laten komen en deels (75%) uit te keren aan de aandeelhouder (de gemeente) in de vorm van dividend (V117)

In de Algemene vergadering van aandeelhouders van 3 juli 2024 van Isala Theater is besloten het resultaat deels (25%) ten bate van de algemene reserve van de b.v. te laten komen en deels (75%) uit te keren aan de aandeelhouder (de gemeente) in de vorm van dividend (V148)

We stellen voor om de baten in de begroting 2024 te verhogen met V265 in 2024.

Op basis van de tussentijds ontvangen prognose van de actuariële berekeningen van Visma Idella zal er een dotatie in de voorziening Appa plaatsvinden (N535). Bij de jaarrekening beoordelen we op basis van de definitieve actuariële berekeningen of de voorziening nog toereikend is. Op basis van deze berekeningen kan er nog een dotatie aan of vrijval van de voorziening plaatsvinden bij het opstellen van de jaarstukken 2024.

We stellen voor om de lasten in de begroting 2024 te verhogen met N535 in 2024.

Vervallen, doorschuiven, bijramen en nieuwe kredieten vastgoed
De kredieten in 2024 voor gemeentelijk vastgoed zijn geactualiseerd. Hieruit blijkt dat een aantal kredieten, dat voor 2024 beschikbaar is gesteld, kan vervallen, moet worden doorgeschoven naar latere jaren, bijgeraamd moet worden of nieuw beschikbaar gesteld. 

Vervallen
Uit actualisatie van het Meerjarenonderhoudsplan buitensportaccommodaties blijkt dat de voor 2024 beschikbaar gesteld kredieten niet noodzakelijk zijn of niet geactiveerd hoeven te worden omdat het onderhoud loopt via de voorziening onderhoud (V725). 

Het inrichtingskrediet gymnastieklokaal Meeuwensingel en het restantkrediet energiebesparende maatregelen moeten op grond van de Financiële verordening Capelle aan den IJssel 2022 vervallen omdat de besteding niet binnen drie jaar heeft plaats gevonden en ook dit jaar niet wordt uitgevoerd (V87).  

Het krediet voor zonnepanelen sporthal Oostgaarde, Dakotaweg 26, kan worden verlaagd in verband met het niet realiseren van dakisolatie (V50). 

Doorschuiven
Het betreft hier het doorschuiven van twee kredieten voor buitensportaccommodaties en twee kredieten voor verduurzaming, waarvan de besteding volgend jaar of in latere jaren plaats vindt (V/N334). 

Voor meubilair, audio en apparatuur stellen we voor een aantal kredieten door te schuiven naar 2025 in verband met realisatie integratie Werkplein in het gemeentehuis, herinrichting gemeentewerf en aanbesteding audiovisuele middelen (V/N93). 

Bijramen
Twee kredieten voor sportaccommodaties, waarvan de uitgaven in 2024 de beschikbare kredieten overschrijden. Daarnaast moet het voorbereidingskrediet sporthal Schenkel bijgeraamd worden omdat de voorbereidingskosten hoger uitvallen (N144). 

Nieuw
Via de subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA) hebben we voor verduurzaming van het Isala theater, Stadsplein 5, subsidie ontvangen (V110). 

In onderstaand overzicht zijn de financiële gevolgen in beeld gebracht. Hierbij zijn de door te schuiven kredieten vastgoed apart in beeld gebracht.  

We stellen voor de lasten in de begroting te verlagen met V107 in 2025, V52 in 2026, V50 in 2027, V50 in 2028, V44 in 2029, V11 in 2030, V44 in 2031 en V44 in 2032 en de baten te verhogen met N1 in 2025. Het effect op de kredieten is V3.339 in 2024, N2.497 in 2025 en N61 in 2028.

De wijzigingen zijn cijfermatig verwerkt op de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als aparte voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma's: 

De onttrekkingen aan de voorziening onderhoud zijn geactualiseerd en dit leidt tot aanpassingen voor 2024 en volgende jaren.
Redenen hiervoor zijn dat: 

• onderhoud technisch in 2024 nog niet noodzakelijk is en wordt doorgeschoven naar latere jaren; 
• door actualisatie van het meerjarenplan buitensportaccommodaties onderhoud eerder in 2024 uitgevoerd wordt; 
• de juridische overdracht van het onderwijsgedeelte van MFC Fascinatio, Educatusstraat 10, nog niet heeft plaatsgevonden. 

Als gevolg van bovenstaande wijzigen de jaarlijkse onttrekkingen.  

We stellen voor om de jaarlijkse onttrekkingen aan de onderhoudsvoorziening te verlagen in 2024 met V1.831 en te verhogen in 2025 met N1.679, in 2026 met N65, in 2027 met N12, in 2028 met N13.  

Voor de inventarisatie van het archief is onlangs afgesproken met de opdrachtnemer dat de facturatie plaatsvindt conform de hoeveelheid werk die op dat moment gereed is. De afspraak is dat 35% van de hoofdsom in 2024 gefactureerd wordt en 65% in 2025. Het budget is destijds volgens een andere verdeling meerjarig aangeraamd. In 2024 is teveel geraamd en in 2025 te weinig (V40/N40).

We stellen voor V40 van 2024 via de reserve eenmalig over te hevelen naar 2025.

In de cao gemeenten is een regeling opgenomen, waardoor werknemers eerder kunnen stoppen met werken. Dit heet de RVU, Regeling Vervroegde Uittreding, en geldt in de periode tussen 2024-2028. De RVU-uitkering begint maximaal 24 maanden voor de AOW-gerechtigde leeftijd en eindigt als de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt. Binnen Capelle zijn totaal vijf medewerkers die gebruik maken, of willen gaan maken, van de RVU. De hiermee gemoeide lasten bedragen N176. Voorgesteld wordt om dit bedrag in een voorziening te storten en te onttrekken in de jaren dat de lasten zich werkelijk voordoen.

De ontwikkelingen in de maatschappij vragen meer inzet van de interne organisatie dan verwacht. Dat, in combinatie met de stijgende prijzen, de eerder genoemde krapte op de arbeidsmarkt en een hoog ziekteverzuim op een aantal belangrijke posities, maakt de kans groot dat de kosten voor de bedrijfsvoering in 2024 hoger worden dan begroot. Naar aanleiding van een prognose op basis van de cijfers tot en met Q3 2024 en vooruitlopend op nog te nemen maatregelen om de overschrijding van de kosten te beperken, stellen we voor om de lasten met N750 op te hogen middels een stelpost op het bedrijfsvoeringsbudget.
Om sneller en beter te kunnen voorspellen hoe de budgetuitputting zich ontwikkelt, is ingezet op het invoeren van een verplichtingenadministratie. Daarnaast wordt hard gewerkt aan de implementatie van een managementdashboard dat real time informatie over, onder andere, financiële ontwikkelingen gaat geven. Volgens de huidige planning kunnen we vanaf januari 2025 een start maken met het werken met beide systemen.

Binnen de afdeling Stadsbeheer is al in 2019 vastgesteld dat de inrichting en toegekende formatie van de afdeling niet langer toereikend is om aan alle wettelijke taken en vastgestelde (beleids)opgaven, zoals vastgelegd in onder andere het IBOR-programma en de bijbehorende beheerplannen, adequaat uit te voeren. Het volume van het werk is sterk toegenomen en het werk binnen de afdeling is steeds complexer geworden. Bij het vaststellen van de ambities en beheerprogramma’s is als concern in het verleden niet goed in beeld gebracht of er, en zo ja welke capaciteitsuitbreiding noodzakelijk was om de taken te realiseren. Dat heeft ertoe geleid dat de afdeling niet alle voorgenomen resultaten heeft kunnen bereiken. Als gevolg daarvan zijn in de afgelopen jaren behoorlijke onderbestedingen gerealiseerd in de investeringen en heeft zich een ‘boeggolf’ aan projecten opgebouwd. Deze boeggolf kon niet worden weggewerkt omdat de afdeling te weinig capaciteit had en daardoor het volledige werkvolume niet aankon. Dit is wel nodig, omdat de ambities en beheerprogramma’s gebaseerd zijn op het noodzakelijke onderhoud en de noodzakelijke vervangingsinvesteringen om de openbare ruimte duurzaam in stand te houden. Als de achterstanden verder oplopen, neemt de kans op degeneratie van het openbaar gebied toe. Met dit voorstel is de afdeling in staat op adequate wijze uitvoering te geven aan de huidige wettelijke taken en ambities.

We stellen voor de lasten en baten in de begroting als volgt te wijzigen: V 347 / V 383 in 2025, V 294 / V 396 in 2026, V 241 / V408 in 2027, V 188 / V 421 in 2028, V 135 / V 434 in 2029, V 82 / V 447 in 2030, V 29 / V 459 in 2031 en N 24 / V 472 in 2032.

In dit wijzigingsvoorstel zijn wel de afschrijvingslasten opgenomen, maar niet de rentelasten. Het huidige markttarief voor een langlopende geldlening bedraagt ongeveer 3,5% rente. Dit betekent circa N 47 aan jaarlijks oplopende rentelasten. De rentelasten zijn verwerkt in het verzamelvoorstel rentetoerekening in programma 0.

Bij de actualisatie van de Begroting 2025 is bij de berekening van de salariskosten rekening gehouden met de loonstijging uit de huidige cao, die loopt tot 1 april 2025. De loonmutatie voor 2025 is nog niet bekend. Conform onze begrotingsuitgangspuntenbrief gaan we voor 2025 uit van de Loonvoet sector Overheid zoals vermeld in de Meicirculaire 2024. Deze index bedraagt 4,4%. Voor ons gemeentelijk personeel komt dat neer op een bedrag van N1.468 in 2025 en N1.957 vanaf 2026. 

We stellen voor de lasten in de begroting te verhogen met N1.468 in 2025 en N1.957 vanaf 2026.

In 2025 is een taakstellende bezuiniging Vastgoed begroot bestaande uit een besparing door het samenvoegen van het Werkplein in het gemeentehuis (V 197) en een besparing op het beheer/exploitatie van Wijkcentrum Schollevaar, Maria Danneels erf (V 77). Vanaf 2027 structureel V 324. 

Binnen de wijk Schollevaar wordt breder gekeken naar het gemeentelijk vastgoed en maatschappelijke voorzieningen. Dit heeft vooral te maken met de gebiedsontwikkelingen rondom het Stationsplein. De besparing kan hierbij worden betrokken. Voor het samenvoegen van het Werkplein in het Gemeentehuis is geen sluitende businesscase bereikt, waardoor de besparing niet kan worden gerealiseerd.

We stellen voor de begrote besparingen met ingang van 2025 te laten vervallen.

We stellen voor de lasten in de begroting te verhogen met N77 in 2025, N274 in 2026 en N324 vanaf 2027.

Gemeente Capelle aan den IJssel heeft jarenlang slechts zeer geringe stijgingen doorgevoerd in de OZB-tarieven. Op dit moment liggen onze tarieven voor woningen zelfs 25% van het landelijk gemiddelde af. Gezien de grote tekorten in de gemeentelijke begroting is het laag houden van de tarieven niet meer haalbaar en zal een aanzienlijke verhoging richting het landelijk gemiddelde moeten plaatsvinden. 
Een andere aanleiding om het tarief nu aan te passen is dat de nieuwe coalitie heeft aangegeven de mogelijkheid te onderzoeken dat gemeenten niet meer ongeremd OZB-verhogingen mogen doorvoeren, zo blijkt uit het hoofdlijnenakkoord. Het is nog onbekend hoe deze wetgeving er precies gaat uitzien. Met het oog op de toekomst stellen we daarom voor om de OZB-tarieven voor de categorieën woningen, niet woningen - eigenaar en niet woningen - gebruikers met 12,5% te verhogen, bovenop de prijsindexering van 2,3%. Dit leidt tot extra inkomsten van V1.738 structureel vanaf 2025. Totaal zal een gemiddeld huishouden ongeveer € 37,50 extra OZB gaan betalen in 2025. 
Het college van burgemeester en wethouders heeft aan de extra OZB verhoging een taakstelling op de bedrijfsvoering van de Gemeente gekoppeld. Zie hiervoor voorstel 0.15.

Met het oog op de grote tekorten in de meerjarenbegroting wordt, naast de ophoging van de OZB-tarieven, ook op korte termijn goed gekeken naar onze ambtelijke organisatie. Hiertoe heeft het college van burgemeester en wethouders een bestuursopdracht gegeven aan de gemeentesecretaris om vanaf 2025 de bedrijfsvoeringslasten terug te brengen. De opdracht wordt de komende tijd nader ingevuld en uitgewerkt. Hiervoor wordt een taakstellend bedrag opgenomen in de Begroting 2025. De Taakstelling Bedrijfsvoering wordt gelijkgesteld aan de extra OZB-opbrengst van V1.738. Zo dragen inwoners, bedrijven en onze organisatie gezamenlijk de ‘last’.

Bij de herziening van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is vastgelegd dat lasten en baten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taakvelden. Volgens deze voorschriften worden de lasten en baten overhead echter niet meer onder de afzonderlijke beleidsprogramma's geregistreerd, als indirecte lasten, maar centraal onder een afzonderlijk taakveld (taakveld 0.4 Overhead). Onder overhead wordt verstaan het geheel van functies en activiteiten gericht op sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Denk hierbij aan de kosten van:

• Leidinggevenden primair proces;
• Financiën;
• HR;
• Inkoop;
• Interne en externe communicatie;
• Juridische medewerkers;
• Bestuurszaken en bestuursondersteuning;
• ICT-activiteiten die zijn ondergebracht bij de GR IJsselgemeenten;
• Facilitaire zaken en Huisvesting;
• Documentaire informatievoorziening.

De overhead in de Begroting 2025 is als volgt opgebouwd:

Op het gebied van de budgetten die de raad, de griffie en de rekenkamer betreffen, is de gemeenteraad ook wat betreft de uitvoering leidend in plaats van het college. Deze budgetten zijn opgenomen binnen hetzelfde taakveld 0.1 Bestuur. In onderstaand overzicht worden deze budgetten gespecificeerd.

De baten binnen programma 0 betreffen voornamelijk de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds. De raming hiervan is gebaseerd op de meicirculaire 2024. Tot en met 2025 zijn de inkomsten hoger als gevolg van extra rijksuitgaven (hogere accressen). De normeringssystematiek wordt echter aangepast en dit verklaart de lagere inkomsten in latere jaren. Zie ook wijzigingsvoorstel NJN0.3.

De toename van de lasten in 2024 ten opzichte van 2023 wordt verklaard door de dotatie voorziening APPA (wijzigingsvoorstel NJN0.5) en de tijdelijke verhoging voor bestuurlijke kosten (VJN 2024 0.12) en het centraal ramen van de stelpost lonen. Ook zijn er incidentele lasten die gedekt worden door een onttrekking aan een reserve (reserve eenmalig uitgaven en reserve Doe Mee Fonds). De toename in meerjarenperspectief wordt verklaard door de stelpost volume accres.

Het negatieve resultaat in 2024 en 2025 wordt gedekt door een onttrekking aan de algemene reserve, deze onttrekking is verwerkt binnen dit programma.