Paragraaf Financiering

Bestuurlijke duiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke duiding

In 2024 verwachten wij voor 22.628 aan nieuwe leningen aan te  trekken.  Gedurende het jaar wordt bekeken wat de werkelijke financieringsbehoefte is en wordt er zo nodig externe financiering aangetrokken. Wekelijks worden de rentetarieven gemonitord. De renteontwikkeling wordt nauwlettend in de gaten gehouden voor het zo nodig aan trekken van financiering.

Betreffende de leningen van diverse stichtingen en/of verenigingen, waar onze gemeente borg voor staat, is de verwachting dat ze aan hun betalingsverplichtingen voldoen. 

De Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) schrijft de regels voor het overschrijden van de kasgeldlimiet en renterisiconorm voor. Wij zullen aan deze wet- en regelgeving voldoen.

Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Het beleid van financieren van ons is gericht op:

  • Het voorzien in de financieringsbehoefte van ons op korte en lange termijn;
  • Het uitvoeren van de treasury functie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten (in beperkte vorm in verband met het Schatkistbankieren);
  • Het verstrekken van leningen of borgstellingen uit hoofde van de 'publieke taak' uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen en in lijn met onze Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 en Verordening Lening verstrekkingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020.

De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door:

  • De leningenportefeuille;
  • De reserves en voorzieningen;
  • De renteontwikkeling;
  • Investeringen (kredieten);
  • Grondexploitaties.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
De gemeentelijke leningenportefeuille per 1-1-2024 bestaat naar verwachting uit 9 leningen met een totaalbedrag van ruim 62 miljoen. Op basis van de liquiditeitsprognose is de verwachting dat er in 2024 een financiering a 22.628 aangetrokken moet worden.

Leningen O/G 2024 Restant looptijd
Stand per 1-1-2024 N62.385
Ned. Waterschapsbank N.V. 1.703 11 jaar
OHV 3.500 20 jaar
Ned. Waterschapsbank N.V. 3.200 15 jaar
Ned. Waterschapsbank N.V. 2.750 10 jaar
Ned. Waterschapsbank N.V. 2.666 7 jaar
Ned. Waterschapsbank N.V. 1.500 2 jaar
N.V. Bank Ned. Gemeenten 20.000 7 jaar
N.V. Bank Ned. Gemeenten 14.400 23 jaar
Mogelijk nog af te sluiten in 2023 leningen obv de begroting 12.666
Reguliere aflossingen V4.692
Vervroegde aflossingen N0
Nieuwe leningen* N22.628
Stand per 31-12-2024 N80.321
* Nieuwe leningen zijn op basis van de liquiditeitsprognose. Het betreft de financieringsbehoefte inclusief de kasgeldlimiet (kort geld).

Verwachte renteontwikkeling in 2024

Terug naar navigatie - Verwachte renteontwikkeling in 2024

Het afgelopen jaar heeft de ECB de rente een aantal keren verhoogd tot het huidige percentage van 4%. Belangrijkste reden voor de verhoging is het terugdringen van de hoge inflatie. De verwachtingen voor 2024 zijn onzeker. De hoge energieprijzen hebben grote invloed op de inflatie gehad. De prijzen voor energie zijn op dit moment stabiel. Hierdoor stabiliseert mogelijk de inflatie. De rente zal dan  niet verder worden verhoogd. Is dat niet het geval, dan zal de ECB zich genoodzaakt zien de rente mogelijk nogmaals te verhogen. Een rente verlaging behoort ook tot de mogelijkheden. Bij lage inflatie en onvoldoende groei van de economie, zal de ECB de rente mogelijk verlagen om de economie te stimuleren. Op dit moment zien we dat de rente op kortlopende geldleningen (<1 jaar) rond de 4,25% staat.  De rente voor de lineaire leningen van 25 jaar ligt rond de 3,8%.  De rente voor kortlopende leningen wordt bepaald door de rente van de ECB. De rente op langlopende leningen wordt bepaald door het sentiment in de markt. Als er veel vertrouwen is dat de inflatie wordt teruggedrongen zullen geldverstrekkers dit al verdisconteren in hun rentetarieven voor langlopende geldleningen. De rente voor een langlopende lening zal dan niet veel hoger worden dan nu. Wij blijven werken met een rente van 3,5%. Daarmee zeilen wij wat scherper aan de wind dan andere jaren.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Prognose liquiditeit
Wij actualiseren de liquiditeitsprognose twee keer per jaar voor het lopende jaar en voeren één keer per jaar een analyse uit. De actualisatie vindt plaats voor het gereedkomen van de voorjaarsnota en de najaarsnota. De analyse vindt plaats na afloop van het jaar. Uit de prognose van 2024 blijkt dat er vooral grote uitgaven plaats vinden op de investeringen. De voorlopige verwachting van de bruto financieringsbehoefte is 22.628 in 2024, 23.288 in 2025, 30.133 in 2026, 37.091 in 2027, 30.374 in 2028, 21.360 in 2029, 29.220 in 2030 en 20.794 in 2031. Wij kunnen tot het maximum van de kasgeldlimiet, circa 22.174 aan kort geld lenen.  

Treasurystrategie
Conform het Financieringsstatuut 2020 en de Financiële Verordening 2022 houden wij ons aan de kasgeldlimiet. De uitkomst van de liquiditeitsprognose bepaalt in belangrijke mate de financieringsbehoefte. De gemeente financiert in eerste instantie met korte-termijn leningen. Dit is afhankelijk van de rentepercentages en ontwikkelingen. Het verschil tussen het aantrekken van kort- of langgeld aantrekken wordt bij een financieringsbehoefte bekeken. Uiteraard kiest het Treasury Comité voor de voordeligste optie. Doordat de huidige rentestanden van kort- en lang geld niet veel verschil met elkaar hebben, is bij gelijkblijvende uitgangspunten nu het standpunt dat wij bij een liquiditeitsbehoefte direct lang geldleningen zullen sluiten. Wij sluiten hierbij leningen in tranches van € 5 miljoen per keer. Indien de rente voor 40-jaars leningen lineair lager is dan voor 25 jaars-leningen, sluiten wij leningen voor 40 jaar af. 

Vanuit de Wet Fido is het toegestaan twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Bij een overschrijding van een derde kwartaal moeten wij een herstelplan bij de toezichthouder indienen. Waar aanvullende financiering nodig is, stemmen wij de looptijd af op de liquiditeitsprognose. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats waarover er maandelijks gecommuniceerd wordt met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen wij de rente begroot hebben staan, spelen wij hierop in. Dagelijks houden wij de saldi van de banken bij. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, spelen wij beter in op de financieringsbehoefte.

Berekening renterisiconorm

Terug naar navigatie - Berekening renterisiconorm

Lange termijn financiering
Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat de renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.

Wij blijven onder de renterisiconorm, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Voor het renterisico is rekening gehouden met de per augustus 2023 bekende renteherzieningen en aflossingen.

Berekening renterisiconorm 2024
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N260.538
Percentage regeling (*) 20%
Renterisiconorm, in bedrag N52.108
Berekening renterisico
Renteherzieningen (**) N0
Aflossingen (***) N4.692
Renterisico N4.692
Toets aan renterisiconorm
Renterisiconorm, in bedrag N52.108
Renterisico N4.692
Ruimte (V) / overschrijding (N) V47.416
* Percentage conform Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo)
** Alleen voor OG-leningen; slechts bij doorverstrekking te salderen met UG-leningen
***Alleen m.b.t. OG-leningen

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximum bedrag is dat met kort geld geleend mag worden, dat wil zeggen geld dat binnen een jaar weer terugbetaald moet worden. De limiet mag niet overschreden worden. Hieronder wordt weergegeven hoe deze limiet berekend is. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.

Kasgeldlimiet 2024
Toegestane limiet in % 8,50%
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N260.538
Toegestane limiet N22.146

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Schatkistbankieren is een dienst bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor middelen van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat zij de publieke middelen aanhouden bij het ministerie van Financiën. Schatkistbankieren kent een limiet van 2% van het begrotingstotaal dat niet in de schatkist aangehouden hoeft te worden. Dit komt neer op 5.211 in 2024.

Schema rentetoerekening

Terug naar navigatie - Schema rentetoerekening

Hieronder is het renteschema weergegeven conform de Notitie Rente van de commissie BBV. Het bij de begroting voorgecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% afwijken. Daarom is de renteomslag gelijk gehouden aan het laatst gehanteerde omslagpercentage (NJN2022), dit verklaart het renteresultaat.

Schema rentetoerekening 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
De externe rentelasten over de korte en lange financiering N834 N1.986 N2.871 N3.901 N4.838 N5.422 N5.890 N6.245
De externe rentebaten over de korte en lange financiering V5 V5 V5 V5 V5 V5 V5 V5
Saldo rentelasten en rentebaten N829 N1.981 N2.866 N3.896 N4.833 N5.417 N5.885 N6.240
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekened V37 V46 V53 V34 V55 V79 N0 N0
De rente van de projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente N792 N1.934 N2.813 N3.861 N4.778 N5.338 N5.885 N6.240
Rente over eigen vermogen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Rente over voorzieningen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Subtotaal N792 N1.934 N2.813 N3.861 N4.778 N5.338 N5.885 N6.240
De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) V1.382 V2.124 V2.613 V3.475 V3.899 V4.709 V5.450 V5.450
Totaal (renteresultaat) V590 V190 N200 N386 N879 N628 N435 N790
Renteomslag 0,5% 0,7% 0,8% 1,0% 1,1% 1,3% 1,5% 1,5%

Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Terug naar navigatie - Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer.

Geldnemer Stand per 1-1-2024 Stand per 31-12-2024
St. IJsselland Ziekenhuis N5.332 N4.537
St. Woonzorg Nederland* N8.768 N8.768
Stichting Havensteder* N280.743 N275.209
Woonbron* N1.157 N1.157
Rijksmonument Dorpsstraat 164 N1.958 N1.925
Totaal N297.958 N291.596
* Bij de jaarrekening 2024 zal het bedrag pas bekend zijn. Dit in verband met de generieke achtervangovereenkomst waarbij woningcorporaties tot aan haar kredietplafond leningen kan aantrekken.

Voor 4 leningen van het IJsselland Ziekenhuis staan wij rechtstreeks borg, zonder tussenkomst van een waarborgfonds. De leningen van het Rijksmonument Dorpsstraat 164 vallen onder de gemeente.

Indien één van deze woningcorporaties niet aan hun betalingsverplichtingen kan voldoen, lopen wij een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de borgstelling van het WSW en de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland (tertiaire achtervang). Het eventueel resterend gedeelte wordt verdeeld onder de schadegemeenten en alle gemeenten. Het WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan het WSW.

Vanaf 1 augustus 2021 is de nieuwe generieke achtervangovereenkomst ingegaan betreffende leningen van woningcorporaties. Dit betekent dat wij niet meer per lening tekenen. Jaarlijks stelt het WSW een borgingsplafond voor de woningcorporatie vast, tot dat bedrag mag de corporatie leningen aantrekken. Nieuwe leningen en/of renteherzieningen van woningcorporaties worden evenredig verdeeld over de deelnemende gemeenten. Woningcorporatie Woonbron is in dit kader toegevoegd. 

De jaarrekeningen van de stichtingen/instellingen worden beoordeeld door het Treasury Comité.