Programma 0 Bestuur en ondersteuning

Missie

Terug naar navigatie - Missie

Wij willen een gemeente zijn voor en van alle Capellenaren. Met een bestuur dat luistert naar de zorgen en ideeën van Capellenaren. Om samen te zoeken naar perspectief en oplossingen waarbij wij denken in mogelijkheden. Een betrouwbaar bestuur dat de tweedeling in de samenleving niet groter, maar juist kleiner maakt. Een bestuur dat ook vertrouwen geeft en Capellenaren (weer) overtuigt dat meedenken, inspreken, stemmen en meedoen ertoe doet. Wij willen de denk- en doe-kracht van de Capellenaar te stimuleren en daarvoor alle ruimte bieden. Als bestuur en gemeente zijn wij integer, transparant, zichtbaar en controleerbaar. Daarbij is onze dienstverlening van een hoog niveau en zijn onze financiën structureel op orde.

Wat willen wij bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen wij bereiken?

Aantrekkelijk werkgever

Terug naar navigatie - Aantrekkelijk werkgever
BG24 - Formatie (landelijke indicator)

Formatie inclusief ondersteuning GR IJsselgemeenten. Eenheid: FTE per 1.000 inwoners

Bron: eigen cijfers per 31/12
Boekwerk 2021 2022 2023 2024
Begroting 6,8 FTE per 1.000 inwoners 6,8 FTE per 1.000 inwoners 7,4 FTE per 1.000 inwoners 7,5 FTE per 1.000 inwoners
Jaarrekening 6,8 FTE per 1.000 inwoners 6,8 FTE per 1.000 inwoners FTE per 1.000 inwoners FTE per 1.000 inwoners

BG24 - Apparaatskosten (landelijke indicator)

Eenheid: kosten in € per inwoner. 

Bron: eigen cijfers
Boekwerk 2021 2022 2023 2024
Begroting 556 euro per inwoner 612 euro per inwoner 641 euro per inwoner 682 euro per inwoner
Jaarrekening 527 euro per inwoner 607 euro per inwoner euro per inwoner euro per inwoner

BG24 - Overhead (landelijke indicator)

Overhead inclusief ondersteuning GR IJsselgemeenten. Eenheid: lasten taakveld overhead delen door totale lasten.

Bron: eigen cijfers
Boekwerk 2021 2022 2023 2024
Begroting 11 % van totale lasten 10 % van totale lasten 10 % van totale lasten 11 % van totale lasten
Jaarrekening 10 % van totale lasten 10 % van totale lasten % van totale lasten % van totale lasten

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Duidelijke Taal
Duidelijke taal wordt de norm voor communicatie vanuit de gemeente Capelle aan den IJssel. Zowel intern als extern. Bestaande en nieuwe gemeentelijke websites en apps dienen te voldoen aan de (wettelijke) regels Digitale Toegankelijkheid. Waar deze nog onvoldoende voldoen aan de regels worden deze aangepast. Tegelijk gaan wij aan de slag om te bekijken of wij het aantal websites vanuit de gemeente (en haar partners) kunnen terugbrengen. Wij produceren een nieuwe corporate video en zetten een Capelse Nieuwskamer op om daarmee het nieuws extern beter te monitoren voor intern- en extern gebruik.

Wet gemeenschappelijke regelingen
Met ingang van 1 juli 2022 is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) in werking getreden. De gewijzigde Wgr dwingt tot wijziging van alle gemeenschappelijke regelingen (GR’en). De GR’en hebben 2 jaar de tijd om de regelingen aan te passen. Dat betekent dat in de loop van 2024 alle gemeenschappelijke regelingen gewijzigd dienen te worden vastgesteld door de gemeenteraad.  

De wetswijziging heeft tot doel de democratische legitimatie van GR’en te versterken. Gemeenteraden krijgen meer mogelijkheden in hun kaderstellende en controlerende rol binnen de samenwerkingsverbanden waaraan zij deelnemen. Zo wordt de positie van gemeenteraden versterkt bij besluitvorming in GR’en. Ook worden aanvullende controle-instrumenten voor de raden geïntroduceerd. Tevens wordt de positie van gemeenteraden verbeterd betreffende het functioneren van GR’en.

Daarbij moet steeds gekeken worden naar de intentie van de wet om de positie van de gemeenteraad te versterken, maar wel op een manier dat het samenwerkingsverband zijn taken ook doelmatig en doeltreffend kan blijven uitvoeren. Dat betekent dat voor iedere gemeenschappelijke regeling afgewogen moet worden welke wijziging gewenst is.

Krapte op de arbeidsmarkt
De krapte op de arbeidsmarkt blijft. Wij vinden het daarom belangrijk te investeren in werving en selectie, diversiteit en inclusie zodat we een breed deel van de arbeidsmarkt aanspreken. Daarnaast willen we daarom investeren in (het behouden van) talent.

Hoog ziekteverzuim
Medewerkers ervaren meer stress. Niet alleen op het werk door een (te) hoge werkdruk, maar ook in de privé sfeer, bijvoorbeeld door de inflatie. Wij blijven als werkgever op zoek naar (innovatieve) mogelijkheden om het ziekteverzuim te verlagen. Werkgeluk en ziekteverzuim zijn nauw met elkaar verbonden. Wij gaan in 2024 daarom opnieuw meten hoe tevreden medewerkers zijn over de gemeente Capelle aan den IJssel als werkgever. 

Kaderstellende beleidsnota's

Terug naar navigatie - Kaderstellende beleidsnota's
  • Coalitieakkoord 2022 – 2026 ‘Voor vandaag en morgen’ (juni 2022);
  • Financiële Verordening 2022 (BBV 683095 februari 2022);
  • Verordening onroerendezaakbelastingen 2022 (RV 620673 december 2021);
  • Visie burgerparticipatie en de Verordening Participatie (BBV 597113 november 2021);Financieringsstatuut 2020 (BBV 313229 november 2020);
  • Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 (BBB 313106 november 2020);
  • Verordening Lening verstrekking gemeente Capelle aan den IJssel 2020 (BBV 313280 november2020);
  • Beleidsplan ambtelijke en bestuurlijke integriteit 2019 - 2022 (BBV 83576 november 2019);
  • Meerjaren Perspectief Vastgoed 2019 (BBV 1091427 juni 2019);
  • Communicatiebeleidsplan 'Onze communicatie is duidelijk en toegankelijk' (BBV 1161094 juni 2023);
  • Nota Vaste Activa 2019 (BBV 1078509 april 2019);
  • Nota Verbonden Partijen 2019 (BBV 1078854 april 2019);
  • Nota Reserves, Voorzieningen, Risicomanagement en Weerstandsvermogen 2017 (BBV 874344 mei 2017);
  • Handreiking informatievoorziening gemeenteraad Capelle aan den IJssel (BBV 39430 november 2016);
  • Beleidsplan Raadscommunicatie (RV 1260687 september 2023).

Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen

Zie voor een totaaloverzicht van de partijen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft de paragraaf Verbonden partijen .

Stedin 
Maatschappelijke effecten
In hoofdzaak transporteren van elektriciteit en gas naar consumenten en bedrijven.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal, verkrijgen dividend nutsbedrijven.

B.V. Gemeenschappelijk Bezit Evides
Maatschappelijke effecten
Voorzien in de behoefte aan schoon drinkwater aan huishoudens en bedrijven in de regio.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal, verkrijgen dividend nutsbedrijven.

N.V. Bank Nederlandse Gemeenten 
Maatschappelijke effecten
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

Doelstelling voor programma
Niet van toepassing.

Irado N.V. 
Maatschappelijke effecten
Voorzien in ophalen en verwerken van afval en verrichten werkzaamheden in de groenvoorziening.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal, verkrijgen dividend.

Stichting tot Exploitatie van de Capelse Golfbaan
Maatschappelijke effecten
Het exploiteren van een golfbaan draagt bij aan de sociale leefbaarheid. 

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal.

Stichting IJsselland Ziekenhuis 
Maatschappelijke effecten
Het ziekenhuis dient maatschappelijke belangen. Wij staan garant voor een lening die het ziekenhuis heeft afgesloten.

Doelstelling voor programma
Het bewaken van de borgstelling.

 

Rijksmonument Dorpsstraat 164 B.V. 
Maatschappelijke effecten
In stand houden cultuur voor de gemeenschap door het verkrijgen, behouden en duurzaam exploiteren van het rijksmonument Dorpsstraat 164. Het creëren en behouden van de toegankelijkheid van het pand voor de gemeenschap ten behoeve van de activiteiten op het gebied van kunst en cultuur en al wat voor het vorenstaande in de meest ruime zin bevorderlijk kan zijn.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal.

Sportief Capelle B.V. 
Maatschappelijke effecten
Exploitatie, beheer en onderhoud sportaccommodaties, ondersteuning van sportverenigingen en sportstimulering burgers.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal.


Isala theater B.V. 
Maatschappelijke effecten
In stand houden van een culturele voorziening en het verlevendigen van het stadshart.

Doelstelling voor programma
Deelname in het aandelenkapitaal.

Gemeenschappelijke Regeling IJsselgemeenten 
Maatschappelijke effecten
De regeling wordt getroffen ter behartiging van de sturing en beheersing van ondersteunende processen en van uitvoeringstaken van de deelnemers.

Doelstelling voor programma
Het leveren van diensten en middelen ten behoeve van de ICT van de deelnemende gemeenten.

0.1 Algemene uitkering gemeentefonds, Meicirculaire 2023

Terug naar navigatie - 0.1 Algemene uitkering gemeentefonds, Meicirculaire 2023

Algemene uitkering gemeentefonds, Meicirculaire 2023 - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 4.856 in 2024, V 6.180 in 2025, V 4.317 in 2026, V 8.439 in 2027 en V 7.949 vanaf 2028
Kasstroom: V 4.856 in 2024, V 6.180 in 2025, V 4.317 in 2026, V 8.439 in 2027 en V 7.949 vanaf 2028

In de Meicirculaire 2023 hebben gemeenten informatie ontvangen over de verwachte inkomsten uit het gemeentefonds. Deze circulaire verwerken wij in deze Begroting 2024 en de Najaarsnota 2023 voor wat betreft de jaarschijf 2023.  

Nominale ontwikkeling
Voor het jaar 2024 wordt een vergoeding ontvangen voor loon- en prijsstijgingen van V 5.011. Dit bedrag is in de begroting 2024 opgenomen als stelpost lonen en prijzen. Met deze stelpost zijn de gevolgen van loon- en prijsstijgingen in de begroting 2024 slechts deels worden gedekt.

Nieuwe financieringssystematiek
Vooruitlopend op een nieuwe financieringssystematiek heeft het kabinet in de septembercirculaire 2022 in 2026 eenmalig € 1 miljard beschikbaar gesteld. Dit bedrag is in de meicirculaire 2023 vanaf 2027 structureel opgenomen. In de septembercirculaire 2023, wordt van dit bedrag nog een deel in het BTW-compensatiefonds (BCF) gestort. Het deel wat aan het BCF toegevoegd wordt (N 293) is als een stelpost opgenomen.

Het kabinet heeft besloten om het gemeentefonds voor de volume-ontwikkeling vanaf 2027 te indexeren op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product. In de meicirculaire 2023 is een beschrijving van de hoofdlijnen van een nieuwe financieringssystematiek opgenomen. De nieuwe financieringssystematiek houdt in dat de volumeontwikkeling van het gemeentefonds vanaf 2027 wordt gebaseerd op een historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). In de meicirculaire 2023 is de nieuwe financieringssystematiek nog niet verwerkt.

Jeugdzorg
Het Rijk en de VNG hebben 18 april 2023 een financieel principeakkoord bereikt voor de Hervormingsagenda Jeugd. In de meicirculaire 2023 wordt voor jeugdzorg, onder voorbehoud van omzetting naar een definitief akkoord op de Hervormingsagenda, voor 2024 € 1.454 miljoen en voor 2025 € 954 miljoen beschikbaar gesteld. 

Van de extra middelen wordt een deel vanuit de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ingezet voor de investeringen en uitvoeringskosten van de Hervormingsagenda. Voor 2024 gaat het om een bedrag van € 91 miljoen en voor 2025 € 95 miljoen. Per saldo wordt hierdoor voor 2024 € 1.363 miljoen en voor 2025 € 859 miljoen aan de algemene uitkering toegevoegd. Voor de jaren 2026 en verder blijven de middelen gereserveerd en zal toevoeging aan de algemene uitkering plaatsvinden na het advies van de deskundigencommissie en besluitvorming daarover. 

Verder is één van de financiële afspraken in het principeakkoord dat de huidige besparingsreeks van € 374 miljoen voor 2023, € 463 voor 2024, € 570 voor 2025 voor 2023 tot en met 2025 bevroren is op het niveau van € 374 miljoen. Voor 2026 staat de besparing, zoals voorzien, op € 961 miljoen en loopt op tot iets meer dan € 1 miljard voor 2027. Ook zijn afspraken gemaakt over de aanvullende besparing van € 100 miljoen voor 2024 en vanaf 2025 € 500 miljoen, waarbij de Rijksoverheid de verantwoordelijkheid heeft om deze besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. Voor 2024 geldt dat de geraamde extra besparing van € 100 miljoen vanwege een vertraging in de totstandkoming van de Hervormingsagenda Jeugd is vervallen. Het vervallen van de extra korting voor 2024 heeft geen budgettair effect. Het verloopt budgettair neutraal, omdat gemeenten in de begroting voor Jeugdzorg rekening moeten houden met de voorgenomen besparing en een lagere raming voor de uitgaven. (Programma 6D)

Wij stellen u voor om de baten in de begroting te verhogen met V 4.856 in 2024, V 6.180 in 2025, V 4.317 in 2026, V 8.439 in 2027 en V 7.949 vanaf 2028. 

2024 2025 2026 2027 2028 e.v.
Stand VJN 2023 V153.188 V153.160 V144.245 V139.591 V139.242
Mutaties Meicirculaire 2023 V5.864 V7.188 V5.325 V9.447 V8.957
Uitkomst Meicirculaire 2023 V159.052 V160.348 V149.570 V149.038 V148.199
Algemene mutaties
Accresontwikkeling V2.328 V2.307 V2.088 V2.031 V2.031
Nominale ontwikkeling V4.996 V5.000 V4.467 V4.287 V4.116
Nieuwe financieringssystematiek V3.836 V3.836
Hoeveelheidsverschillen N2.334 N1.246 N692 N5 N5
Ontwikkeling uitkeringsbasis V511 V648 V480 V677 V677
WOZ-waarden mutaties N485 N657 N661 N692 N692
WOZ waardering en aanpassing rekentarieven 2024 N456 N464 N465 N468 N468
Subtotaal V4.560 V5.588 V5.217 V9.666 V9.495
Taakmutaties
Wet nw procedure vaststelling verkiezingsuitslag V13 V13 V13 V12 V12
Handhaving energielabel C kantoren V1 V1 N1 N1 N1
Wet goed Verhuurderscchap V13 V13 V13 V13 V12
LPO 2023 participatie V30 V32
LPO 2023 AP Jeugdhulp V305 V173
LPO 2023 Voogdij 18+ V203 V205
Jeugdzorg V5.079 V3.046
Voorschoolse educatie V4 V4 V4 V3 V3
Integraal zorgakkoord V347 V335 V329 V329
Terugdraaien eigen bijdr huishoudelijke ondersteuning Wmo V310 V300 V295 V295
Herinvoering eigen bijdrage Wmo N698 N687 N687
Subtotaal V5.648 V4.144 N34 N36 N37
Integratie en decentralisatie uitkeringen
Brede impuls combinatiefuncities(DU) N192 N192 N192 N192 N192
Voorschoolse voorziening peuters (DU) N5 N5 N5 N5 N5
Armoedebestrijding kinderen (DU) N30 N30 N30 N30 N30
IU Participatie V449 V441 V431 V397 V79
Subtotaal V222 V214 V204 V170 N148
Stelposten en reeds verwerkt in VJN23
Structurele middelen jeugdhulp N4.512 N2.704 N8 N6 N6
Stelpost BTW-compensatie N54 N54 N54 N54 N54
Reservering toevoeging deel BCF struct rijksbijdrage N293 N293
Reeds verwerkt extra prijsbijstelling 2023 N1.200 N1.200 N1.200 N1.200 N1.200
Reeds verwerkt DU combinatiefunctionaris V192 V192 V192 V192 V192
Subtotaal N5.574 N3.766 N1.070 N1.361 N1.361
Totaal mutaties Meicirculaire 2023 V4.856 V6.180 V4.317 V8.439 V7.949

0.2 Rente

Terug naar navigatie - 0.2 Rente

Rente - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 553 in 2024, N 404 in 2025, N 739 in 2026, N 1.104 in 2027, N 1.189 in 2028, N 1.099 in 2029, N 911 in 2030 en N 1.476 in 2031
Kasstroom: V 553 in 2024, N 404 in 2025, N 739 in 2026, N 1.104 in 2027, N 1.189 in 2028, N 1.099 in 2029, N 911 in 2030 en N 1.476 in 2031

Om de inflatie het hoofd te bieden heeft de ECB de afgelopen paar jaar de rente herhaaldelijk verhoogd. Afgelopen september heeft de ECB de rente wederom met 0,25% verhoogd naar 4%. Het uitgangspunt is dat bij een liquiditeitsbehoefte lineaire leningen voor 25 jaar worden aangetrokken. De rente voor een lening van 25 jaar is eind september rond de 3,8%. In de begroting 2023 werd voor toekomstige leningen gerekend met een percentage van 3%. Dit percentage is bij de Voorjaarsnota 2023 verhoogd naar 3,5%. De effecten van de recente verhoging zijn nog niet goed merkbaar op de lange termijn rente. De lange termijnrente wordt vooral bepaald door het sentiment in de markt. Als de markt verwacht dat deze recente renteverhoging voldoende zal zijn om de inflatie te temperen, dan zal de lange termijnrente naar verwachting niet verder stijgen. Wij blijven werken met een rente van 3,5%. Daarmee zeilen wij scherper aan de wind dan in andere jaren. 

De begroting laat een liquiditeitsbehoefte (toename opgenomen leningen) zien van 22.628 voor het jaar 2024. 

Het bij de begroting voorgecalculeerde omslagrentepercentage mag binnen een marge van 0,5% afwijken. Daarom is de renteomslag gelijk gehouden aan het laatst gehanteerde omslagpercentage (NJN2022). Het omslagpercentage is daarmee voor 2024 0,5%, voor 2025 0,7%, voor 2026 0,8%, voor 2027 1%, voor 2028 1,1%, voor 2029 1,3% en vanaf 2030 1,5%.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting te verlagen met V 553 in 2024 en te verhogen met N 404 in 2025, N 739 in 2026, N 1.104 in 2027, N 1.189 in 2028, N 1.099 in 2029, N 911 in 2030 en N 1.476 in 2031.

0.3 Dividend Stedin

Terug naar navigatie - 0.3 Dividend Stedin

Dividend Stedin - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 300 in 2024 en 2025
Kasstroom: N 300 in 2024 en 2025

Uit recente cijfers van Stedin blijkt dat de geprognosticeerde dividenduitkering voor de jaren 2024 en 2025 lager uitvalt dan wij hebben begroot. Dit betreft een aframing van het dividend over de normale aandelen. Het dividend over onze cumulatief preferente aandelen blijft gelijk.

Wij stellen u voor om de baten in de begroting te verlagen met N 300 in 2024 en 2025. 

0.4 Stelpost Lonen

Terug naar navigatie - 0.4 Stelpost Lonen

Stelpost lonen 2024 - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 1.140 vanaf 2024
Kasstroom: N 1.140 vanaf 2024

Bij de actualisatie van de Begroting 2024 is bij de berekening van de salariskosten rekening gehouden met de loonstijging uit de huidige cao die loopt tot en met 31 december 2023. De loonmutatie voor 2024 is nog niet bekend. Conform onze begrotingsuitgangspuntenbrief gaan wij voor 2024 voorlopig uit van 2,8%. Voor ons gemeentelijk personeel komt dat neer op een bedrag van N 1.140 structureel vanaf 2024. Er is een gerede kans dat de lonen meer stijgen dan de beschikbare stelpost.  

Wij stellen u voor de begroting aan te ramen met N 1.140 structureel van 2024.

0.5 Taakstellende bezuiniging vastgoed

Terug naar navigatie - 0.5 Taakstellende bezuiniging vastgoed

Taakstellende bezuiniging vastgoed - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 124 in 2024 en N 50 in 2025
Kasstroom: N 50 in 2025

In de begroting 2024 staat een taakstelling van V 124 eenmalig en V 324 structureel vanaf 2025. 
Hierbij wordt met nadruk gekeken naar het samenvoegen van het Werkplein in het gemeentehuis en het inrichten van Wijkcentrum Schollevaar, Maria Daneelserf als zaal- en verhuurcentrum. 

Beide onderzoeken zullen in 2024 afgerond worden. Stand van zaken nu:
-    Voor het Werkplein wordt opnieuw gekeken naar wensen en eisen en tevens nieuwe ontwikkelingen vanuit Burgerzaken en Sociale Zaken.
-    Er wordt breder binnen de wijk Schollevaar gekeken naar het gemeentelijk vastgoed en maatschappelijke voorzieningen. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met ontwikkelingen rondom het Stationsplein en Zevensprong. Daarover zijn wij in gesprek met enkele betrokken verbonden partijen.  
Als blijkt dat de beoogde bezuinigingen niet te realiseren zijn binnen benoemde panden kan breder naar de portefeuille gekeken worden.

De verwachting is dat eventuele financiële voordelen pas in 2025 zichtbaar worden en niet in 2024, daarom wordt de ingeboekte besparing van 124 (saldo V 324 besparing en N 200 verhuiskosten) in 2024 afgeraamd (N 124).  Aangezien de integratie van het Werkplein in het gemeentehuis naar verwachting in 2025 wordt afgerond, worden de in 2024 begrote verhuiskosten van N 200 afgeraamd. Met de kennis van nu wordt rekening gehouden met N 50 voor verhuiskosten in 2025. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 124 in 2024 en N 50 in 2025.

0.6 Inventarisatie archief periode 1986-2007

Terug naar navigatie - 0.6 Inventarisatie archief periode 1986-2007

Inventarisatie archief periode 1986-2007 - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 80 in 2024, N 80 in 2025 en N 11 vanaf 2026
Kasstroom: N 80 in 2024, N 80 in 2025 en N 11 vanaf 2026

Archief ouder dan 20 jaar moet overgebracht worden naar de archiefbewaarplaats. Dit gebeurt vaak in blokken van 10 of 20 jaar. Vorig jaar is geconstateerd dat er nog een groot blok is dat overgedragen moet worden. Het archief moet ook nog geïnventariseerd worden, zodat het toegankelijk is. De expertise voor inventariseren van het archief is niet in huis beschikbaar. Door de periode tot en met 2007 te doen is dit gelijk het laatste papieren blok dat overgedragen moet worden. Ook zal het archief gelijk worden voorzien van zuurvrije dozen en omslagen.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 80 in 2024, N 80 in 2025 en N 11 vanaf 2026. 

0.7 Structurele inbedding Denk & Doe mee!-fonds

Terug naar navigatie - 0.7 Structurele inbedding Denk & Doe mee!-fonds

Structurele inbedding Denk & Doe Mee!-fonds - Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 708 / V 500 voor 2024 en N 708 voor 2025
Kasstroom: N 708 voor 2024 en 2025

Het Denk & Doe Mee!-fonds is op 9 juli 2018 door de gemeenteraad ingesteld. De gemeenteraad heeft eind 2021 besloten om de nieuwe gemeenteraad na de verkiezingen op basis van een evaluatie een definitief besluit te laten nemen ten aanzien van de toekomst van het fonds. De gemeenteraad heeft het college na de behandeling van de evaluatie op 7 juni 2022 de opdracht gegeven om het scenario te verkennen dat uitgaat van een structurele inbedding van het fonds in de gemeentelijke organisatie, met als uiteindelijke resultaat dat vanuit de gemeentelijke organisatie structureel lokale maatschappelijke initiatieven worden ondersteund. Het raadsvoorstel om tot deze structurele inbedding te komen is behandeld in de raadsvergadering van 3 juli 2023 (RVS 1443139). Hierin is besloten de financiële consequenties van de structurele inbedding van het Denk & Doe mee!-fonds mee te nemen in de integrale afwegingen in het kader van de Begroting 2024, waarbij het uitgangspunt is dat het fonds structureel wordt opgenomen in de begroting en in de jaren dat de begroting geen ruimte biedt, de gemeenteraad te laten bepalen of het subsidieplafond bijgesteld dient te worden. Gezien de financiële situatie van de gemeente is het voorstel om het Denk & Doe Mee!-fonds structureel in te bedden in de organisatie, en met de Begroting 2024 voor de jaren 2024 en 2025 een subsidiebedrag beschikbaar te stellen van N 600. Conform scenario B in het eerder genoemde raadsvoorstel met een maximale subsidie van 100.000 euro per initiatief. De benodigde uitvoeringskosten in 2024 en 2025 bedragen N 93 voor de coördinatie van de ondersteuning van lokale maatschappelijke initiatieven. Dit betreft N 93 voor 0,67 fte schaal 11 en 0,33 fte schaal 8. Daarnaast is er een budget van N 15 benodigd voor de communicatie t.b.v. het 1-loket voor lokale maatschappelijke initiatieven. Totaal per jaar benodigd N708. In 2025 wordt gekeken naar de mogelijkheden voor het fonds voor de jaren 2026 en verder.

Voor het subsidiebedrag voor het Denk & Doe Mee! fonds voor 2024 kan in eerste instantie het restant uit de reserve Denk & Doe Mee! fonds worden ingezet. De inschatting is dat de stand van de reserve Denk & Doe Mee! fonds op 31 december 2023 500K is. Het werkelijk beschikbare bedrag voor 2024 zal bij het opstellen van de jaarstukken 2023 duidelijk zijn. Indien er minder dan 500K in de reserve zit per 31 december 2023 zal er in 2024 een beroep worden gedaan op het begrotingssaldo. 

Wij stellen u voor om de lasten/baten in de begroting te verhogen met N 708 / V 500 in 2024 en de lasten te verhogen met N 708 in 2025. 

0.8 Coördinator ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Terug naar navigatie - 0.8 Coördinator ambtelijke en bestuurlijke integriteit

Coördinator ambtelijke en bestuurlijke integriteit - Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 54 vanaf 2024 
Kasstroom: N 54 vanaf 2024

Eind 2022 hebben onafhankelijke externe onderzoekers hun 'Eindrapportage review / nulmeting integriteitsketen' gepresenteerd aan ons college. In het onderzoek is verkend op welke onderdelen van de integriteitsketen (preventie, preparatie, repressie en nazorg) en ten aanzien van welke randvoorwaarden (goede governance, open cultuur: geïnformeerd vertrouwen, aandacht ambtelijke en bestuurlijke top voor integriteit en voldoende middelen) verbeteringen noodzakelijk zijn. Een van de constateringen die de onderzoekers doen, is dat het binnen de gemeente ontbreekt aan tijd en middelen om goed invulling te geven aan de integriteitsorganisatie. De coördinator heeft een coördinerende taak bij integriteitsmeldingen en klachten en zorgt voor advies / bewustwording rond het thema ‘integriteit’ binnen de organisatie en is ‘aanspreekpunt integriteit’ voor algemeen directeur, vertrouwenspersonen en burgemeester. Bij collegebesluit (BBV 958973) van 1 november 2022 hebben wij deze aanbeveling overgenomen.
De structureel benodigde N 54 vanaf 2024 betreft 0,6 fte Coördinatorschap ambtelijke en bestuurlijke integriteit.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 54 vanaf 2024.

0.9 Optimalisering dienstverlening

Terug naar navigatie - 0.9 Optimalisering dienstverlening

Optimalisering dienstverlening - Onvermijdelijk / Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 144 in 2024 en N 97 vanaf 2025
Kasstroom: N 144 in 2024 en N 97 vanaf 2025

Voor het optimaliseren van de dienstverlening aan al onze klanten, is het nodig stappen te blijven maken in het digitaliseren en het samenwerken binnen de organisatie. Daarnaast maken we ook aanpassingen om te blijven zorgen voor veiligheid in onze panden. 

Voor 2024 en verder worden de totale kosten voor deze essentiële aanpassingen geraamd op N 144. Vanaf 2025 is dit structureel N 97. 

Wij stellen u voor de lasten in de begroting te verhogen met N 144 in 2024 en met N 97 vanaf 2025. 

Optimalisatie dienstverlening 2024 2025 e.v.
Lasten Lasten
Kennisbank "Capelle VIND Antwoord" N31 N25
Waardegericht werken N50 N50
BHV applicatie Picasse portofoons N11 N10
Programma voor energiebeheer N12 N12
Europese aanbesteding beveiliging N40 N0
Totaal N144 N97

0.10 Tijdelijke uitbreiding taakgroep concern- en bestuursadvies

Terug naar navigatie - 0.10 Tijdelijke uitbreiding taakgroep concern- en bestuursadvies

Tijdelijke uitbreiding taakgroep concern- en bestuursadvies -  Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 206 voor 2024 en 2025
Kasstroom: N 206 voor 2024 en 2025

Om vanuit de organisatie het college en de raad zo goed mogelijk te ondersteunen en adviseren is het van groot belang dat we extra inzetten op het verbeteren van de uitwerking van/ het uitvoering geven aan politiek bestuurlijke ambities.

Voorgesteld wordt om in de vorm van een pilot de ambtelijke formatie voor een periode van twee jaar uit te breiden met twee (extra) concern/bestuursadviseurs. Deze adviseurs richten zich specifiek op het ondersteunen van de organisatie en het college bij het ontwikkelen en uitvoeren van de bestuurlijke agenda (politieke (jaar)prioriteiten, Coalitieakkoord, CapelsWerkProgramma). Daarbij ondersteunen en adviseren zij de afdelingen bij de aanlevering van stukken richting college en raad, ondersteunen zij bij tijdige en adequate afdoening van moties, toezeggingen en schriftelijke en mondelinge vragen aan het college en geven gevraagd en ongevraagd advies en feedback geven aan organisatie en college op belangrijke dossiers. Bij gemeenten die al (ruime) ervaring hebben met concern/bestuursadviseurs hebben is dit van grote meerwaarde gebleken voor de politiek-bestuurlijke processen.
 
De inzet van deze adviseurs leidt weliswaar tot extra kosten, maar doordat de adviseurs nadrukkelijk sturen op efficiënter en integraal werken, levert het kwaliteitswinst en besparingen op doordat onder andere:

  • de doelen en ambities van raad en college sneller en beter vertaald worden in opdrachten voor de organisatie en de uitwerking van deze opdrachten beter kan worden gemonitord, wat de effectiviteit van de organisatie verbetert. En door vroegtijdig bij te sturen als een bestuurlijke opdracht niet volledig of juist wordt uitgevoerd, wordt voorkomen dat werk opnieuw moet worden gedaan en daarmee vertraging ontstaat;
  • het gezamenlijk door de adviseurs laten bewaken van bestuurlijke en interne processen, procedures en termijnen leidt tot minder afstemmingsmomenten en overleggen (vergaderdruk), wat de efficiëntie van de organisatie vergroot en tijd bespaart;  
  • de kwaliteit van de advisering richting college en raad verbetert, doordat tijdig vanuit politiek-bestuurlijke en concern brede invalshoeken ook tussen de adviseurs verbanden worden gelegd tussen de producten en ideeën die binnen afdelingen worden opgewerkt. Daarmee wordt onbedoelde verkokering en tegenstrijdige advisering voorkomen en mogelijke (kostbare) juridische procedures voorkomen. Zo kan er zorgvuldiger invulling gegeven worden aan bestuurlijke en ambtelijke doelen en prioriteiten;
  • beter geborgd wordt dat complexe en bestuurlijk gevoelige dossiers integraal worden opgepakt, waardoor de bestuurskracht van de gemeente verbetert en het belang van de gemeente in totaliteit beter is geborgd.
  • actieve ondersteuning van de bestuurders bij de (voorbereiding van) staf- en porto-overleggen en van de opvolging van de daar gemaakte afspraken ervoor zorgt dat deze overleggen nog beter worden benut en er minder tijd en opvolgend overleg nodig is. 

De pilot wordt eind 2025 geëvalueerd. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 206 in 2024 en 2025.

0.11 Besparingsmaatregel Negatief begrotingssaldo niet meerekenen bij financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - 0.11 Besparingsmaatregel Negatief begrotingssaldo niet meerekenen bij financieringsbehoefte

Negatief begrotingssaldo niet meerekenen bij financieringsbehoefte - Besparingsmaatregel
Lasten / Baten: V 97 in 2027, V 361 in 2028, V 737 in 2029, V 1.205 in 2030 en V 1.764 in 2031
Kasstroom: V 97 in 2027, V 361 in 2028, V 737 in 2029, V 1.205 in 2030 en V 1.764 in 2031

In de huidige berekeningen van de financiering in het meerjarige begrotingsperspectief worden negatieve jaarresultaten ten laste van de algemene reserve gebracht. Dit betekent lagere reserves/ eigen financieringsmiddelen en hierdoor hogere schulden. Dit geeft weer hogere rentelasten. Dit zal niet de werkelijkheid worden. Een toekomstig negatief begrotingssaldo zal (tegen die tijd) omgebogen worden in een neutraal of positief saldo. Aanpassing van de berekeningswijze op basis van de stand VJN 2023 geeft een voordeel oplopend van V 97 in 2024 tot V 1.764 in 2031.

0.12 Besparingsmaatregelen Rente

Terug naar navigatie - 0.12 Besparingsmaatregelen Rente

Besparingsmaatregel Rente - Besparingsmaatregel
Lasten / Baten: V 921 in 2024, V 1.641 in 2025, V 1.835 in 2026, V 1.929 in 2027, V 1.773 in 2028, V 1.834 in 2029, V 1.939 in 2030 en V2.096 in 2031
Kasstroom: V 921 in 2024, V 1.641 in 2025, V 1.835 in 2026, V 1.929 in 2027, V 1.773 in 2028, V 1.834 in 2029, V 1.939 in 2030 en V 2.096 in 2031

Onderrealisatie investeringen: rente 
Investeringen worden begroot volgens de ‘ideale’ planning. In de praktijk zitten er altijd per saldo meer zaken tegen dan mee. Hiermee kan bij de berekening van de investeringsplanning rekening gehouden worden. Als projecten toch voorspoediger verlopen betekent dit of afremmen of de investeringsbudgetten naar boven bijstellen met hogere kapitaallasten tot gevolg. Uitgaande dat van de jaarlijkse nieuwe investeringen van € 30 miljoen er 10% niet gerealiseerd wordt, vanaf 2027 voorzichtigheidshalve rekening houden met 5%, betekent dit lagere (jaarlijks oplopende) rentelasten van V 49 in 2024 oplopend tot V 433 in 2031. 

Vooruitontvangen subsidie in de financiering betrekken
Wij krijgen relatief veel subsidies. De meeste Rijkssubsidies ontvangen wij voordat wij de uitgaven in de exploitatie of investeringen gaan doen. Zolang wij de uitgaven niet doen, hoeven wij hiervoor geen leningen aan te trekken. In 2023 en 2024 ontvangen wij eenmalig extra veel subsidie: versnellingsgelden voor totaal € 24 miljoen. De bijbehorende uitgaven doen wij in de loop van de jaren 2025 t/m 2029. Dit betekent voor 2025 een € 24 miljoen lagere financieringsbehoefte met V 777 lagere rentekosten aflopend tot V 53 lagere rentelasten in 2029. Het risico is dat de subsidiestroom eerder uitgegeven moet worden en hiervoor toch geleend moet worden. 

EMU saldo verlagen
Jaarlijks blijkt dat wij niet onze begrote negatieve EMU saldo realiseren. Dit komt doordat wij minder investeren dan gepland, hogere begrotingsresultaten hebben en minder van onze voorzieningen onttrekken. Ook blijken wij relatief veel subsidies vooruit te ontvangen. Zolang wij deze lasten niet uitgeven, hoeven wij hiervoor geen leningen aan te trekken. Op basis van ervaringen in het verleden is er jaarlijks € 10 miljoen minder nodig dan begroot. Vanaf 2027 wordt voorzichtigheidshalve rekening houden met een halvering hiervan tot € 5 miljoen. Onder 'Onderrealisatie' investeringen: rente is reeds een voordeel ingeboekt op lagere investeringen. Deze wordt in mindering gebracht op deze besparing.

Maatregel 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030 2031
Onderrealisatie investeringen V49 V146 V242 V283 V324 V363 V399 V433
Vooruitontvangen subsidie V399 V777 V630 V473 V154 V53 N0 N0
EMU saldo verlagen V473 V718 V963 V1.173 V1.295 V1.418 V1.540 V1.663
Totaal V921 V1.641 V1.835 V1.929 V1.773 V1.834 V1.939 V2.096

0.13 Besparingsmaatregel onderrealisatie investeringen afschrijvingen

Terug naar navigatie - 0.13 Besparingsmaatregel onderrealisatie investeringen afschrijvingen

Besparingsmaatregel onderrealisatie investeringen afschrijvingen - Besparingsmaatregel
Lasten / Baten: V 120 in 2024, V 215 in 2025, V 312 in 2026, V 406 in 2027, V 454 in 2028, V502 in 2029, V 549 in 2030, V 597 in 2031 

Kasstroom: V 120 in 2024, V 215 in 2025, V 312 in 2026, V 406 in 2027, V 454 in 2028, V502 in 2029, V 549 in 2030, V 597 in 2031

Investeringen worden begroot volgens de 'ideale' planning. In de praktijk zitten er altijd per saldo meer zaken tegen dan mee. Hiermee kan bij de berekening van de investeringsplanning rekening gehouden worden. Als projecten toch voorspoediger verlopen betekent dit of afremmen of de investeringsbudgetten naar boven bijstellen met hogere kapitaallasten tot gevolg. Uitgaande dat van de jaarlijkse nieuwe investeringen van € 30 miljoen er 10% niet gerealiseerd wordt, vanaf 2027 voorzichtigheidshalve met 5%, met een gemiddelde afschrijvingstermijn van 25 jaar betekent dit lagere afschrijvingskosten van V 120 in 2024 oplopend tot V597 in 2031.

0.14 Besparingsmaatregel voorziening onderhoud

Terug naar navigatie - 0.14 Besparingsmaatregel voorziening onderhoud

Besparingsmaatregel voorziening onderhoud - Besparingsmaatregel
Lasten / Baten: V 854 in 2024, V 764 in 2025, V 708 in 2026, V 715 in 2027, V 737 in 2028, V 600 in 2029, V 447 in 2030 en V 302 in 2031
Kasstroom: V 286 in 2024, V 300 in 2025, V 210 in 2026, V 87 in 2027, V 198 in 2028, V 264 in 2029, V 365 in 2030 en V 168 in 2031

In de huidige berekeningen van de voorziening onderhoud wordt de dotatie aan de voorziening gebaseerd op de onttrekkingen in de komende 20 jaar. Gemiddeld wordt er de komende 20 jaar € 2,6 miljoen per jaar aan gedoteerd voor al het in die jaren geplande groot onderhoud. De geplande onderhoudskosten lopen sterk op: in de jaren 2034 tot en met 2043 zijn deze jaarlijks € 0,8 miljoen hoger dan de eerste 10 jaar. Conform het BBV mag rekening gehouden worden met een kortere horizon: deze is minimaal 4 jaar (het meerjarenperspectief), maar kan ook bijvoorbeeld voor 8 jaar of de door de cie BBV geadviseerde 10 jaar gekozen worden. Samen met het saldo van de voorziening per 1-1-2014 van € 4,4 miljoen waaraan onttrokken kan worden zijn de lasten in de komende (kortere) horizon lager dan de (huidige in de begroting opgenomen) gemiddelde jaarlijkse kosten voor de komende 20 jaar. 

Onderhoud wordt begroot volgens de ‘ideale’ planning. In de praktijk zitten qua planning altijd per saldo meer zaken tegen dan mee. Hiermee kan bij de berekening van de onderhoudsplanning rekening gehouden worden. Voorgesteld wordt om de jaarlijkse onttrekkingen met 10% te verlagen.

Uitgaande van een horizon van 10 jaar in plaats van 20 jaar en een verlaging van de onttrekkingen met 10% dalen de dotaties aan de voorziening onderhoud in 2024 met V 854, in 2025 met V 764, in 2026 met V 708, in 2027 met V 715, in 2028 met V 737, in 2029 met V 600, in 2030 met V 447 en in 2031 met V 302.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting te verlagen met V 854 in 2024, V 764 in 2025, V 708 in 2026, V 715 in 2027, V 737 in 2028, V 600 in 2029, V 447 in 2030 en V 302 in 2031 door hiervoor een stelpost op te nemen op taakveld 0.4.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten N31.390 N37.410 N36.926 N36.483 N36.141 N36.241 N36.382 N35.649 N35.460 N37.538
Baten V170.935 V174.870 V178.032 V179.749 V169.410 V169.074 V167.968 V167.247 V167.075 V167.075
Saldo van baten en lasten V139.545 V137.460 V141.106 V143.265 V133.269 V132.833 V131.586 V131.598 V131.615 V129.537
Mutaties reserves:
Algemene reserve V170 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve bedrijfsvoering V248 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve eenmalige uitgaven N95 V415 V160 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve Doe Mee Fonds V497 V750 V500 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V820 V1.165 V660 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat V140.365 V138.625 V141.766 V143.265 V133.269 V132.833 V131.586 V131.598 V131.615 V129.537
* Taakveld 0.10 mutaties reserves zijn bij de tabellen per programma opgenomen. In bovenstaande tabel is het taakveld 0.10 geen onderdeel van het saldo van baten en lasten.
** Exclusief taakveld 0.11 resultaat van de rekening baten en lasten; de som van het resultaat van alle programma's geeft het resultaat van de rekening/begroting.

Specificatie budgetten Raad, Griffie en Rekenkamer

Terug naar navigatie - Specificatie budgetten Raad, Griffie en Rekenkamer

Op het gebied van de budgetten die de raad, de griffie en de rekenkamer betreffen, is de gemeenteraad ook wat betreft de uitvoering leidend in plaats van het college. Deze budgetten zijn opgenomen binnen hetzelfde taakveld 0.1 Bestuur. In onderstaand overzicht worden deze budgetten gespecificeerd.

Specificatie budget Raad en Raadscommissies, Griffie en Rekenkamer (TV 0.1 Bestuur) Rekening 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030 Raming 2031
Lasten
Raad en Raadscommissies N1.053 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164 N1.164
Griffie N594 N665 N786 N786 N786 N786 N786 N786 N786 N786
Rekenkamer N107 N108 N111 N111 N111 N111 N111 N111 N111 N111
Totaal lasten N1.754 N1.937 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061
Baten
Raad en Raadscommissies V1
Totaal baten V1 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Saldo van baten en lasten N1.753 N1.937 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061
Mutatie in reserves:
Reserve Rekenkamer
Totaal mutaties in reserves N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N1.753 N1.937 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061 N2.061

Analyse Programma 0 op hoofdlijnen

Terug naar navigatie - Analyse Programma 0 op hoofdlijnen

De lagere inkomsten vanaf 2026 worden verklaard door een afname van de Algemene Uitkering. De raming is gebaseerd op de meicirculaire 2023. Tot en met 2025 zijn de inkomsten hoger als gevolg van extra rijksuitgaven (hogere accressen). Vanaf 2026 wordt de normeringssystematiek echter aangepast, er wordt dan geen volume-accres meer verstrekt. Vanaf 2027 komt er een nieuwe financieringssystematiek waarin de volumeontwikkeling van het gemeentefonds 2027 wordt gebaseerd op een historisch gemiddelde van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). In de meicirculaire 2023 is de nieuwe financieringssystematiek nog niet verwerkt.
De lasten zijn in de jaren 2024 en 2025 hoger dan in de latere jaarschijven doordat enkele wijzigingsvoorstellen alleen betrekking hebben op de jaarschijven 2024 en 2025. Denk hierbij aan bijvoorbeeld 0.7 Structurele inbedding Denk & Doe mee!-fonds (N 708), waarvan in 2024 500 gedekt wordt vanuit de reserve Doe Mee Fonds.

Overhead

Terug naar navigatie - Overhead

Bij de herziening van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is vastgelegd dat lasten en baten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taakvelden. Volgens deze voorschriften worden de lasten en baten overhead echter niet meer onder de afzonderlijke beleidsprogramma's geregistreerd, als indirecte lasten, maar centraal onder een afzonderlijk taakveld (taakveld 0.4 Overhead). Onder overhead wordt verstaan het geheel van functies en activiteiten gericht op sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Denk hierbij aan de kosten van:

  • Leidinggevenden primair proces;
  • Financiën;
  • HR;
  • Inkoop;
  • Interne en externe communicatie;
  • Juridische medewerkers;
  • Bestuurszaken en bestuursondersteuning;
  • ICT-activiteiten die zijn ondergebracht bij de GR IJsselgemeenten;
  • Dienstverlening en Huisvesting;
  • Archief en -informatiebeheer.

De overhead in de Begroting 2024 is als volgt opgebouwd:

Lasten Begroting 2024
Personeelskosten excl. Inhuur N18.289
Personeel van derden N494
Overige goederen en diensten N5.814
Dotatie voorzieningen (incl. besparingsmaatregel B2024 0.14) V531
Kapitaallasten N364
Overige inkomensoverdrachten N6.089
Doorbelasting overhead V1.643
Communicatie N37
Totaal lasten N28.912
Baten Begroting 2024
Overige goederen en diensten V2.613
Totaal baten V2.613
Saldo Overhead N26.300