Programma 6 Sociaal domein

Deelprogramma's en taakvelden

Terug naar navigatie - Deelprogramma's en taakvelden

Vanwege de omvang van dit programma is het Sociaal Domein onderverdeeld in 4 deelprogramma's:

  • Programma 6A: Sociale infrastructuur (taakveld 6.1 en 6.2);
  • Programma 6B: Werk en inkomen (Participatiewet)(taakveld 6.3, 6.4 en 6.5);
  • Programma 6C: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)(taakveld 6.6, 6.71 en 6.81);
  • Programma 6D: Jeugdhulp (taakveld 6.72 en 6.82).

Deelprogramma 6A Sociale infrastructuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact corona:
Huurders gemeentelijk vastgoed
Huurders, niet zijnde sport, die als gevolg van de coronamaatregelen niet meer aan hun betalingsverplichting konden voldoen hebben tot op heden uitstel van betalingen gekregen. In deze voorjaarsnota is het voorstel verwerkt voor het gedifferentieerd kwijtschelden tot maximaal 50% van de huur van ons gemeentelijk vastgoed (onder voorwaarden).

Welzijn
Het welzijn van alle Capellenaren is belangrijk. In het begin van 2021 werd duidelijk dat het steeds moeilijker werd voor iedereen om de lockdowns en beperkingen vol te kunnen houden en had men behoefte aan perspectief. Voor kwetsbare Capellenaren was het mogelijk om activiteiten door te kunnen laten gaan. De Huizen van de Wijk en ook de KinderLabs zijn (beperkt) open gebleven. Ook voor jongeren zijn mogelijkheden gezocht  om wel aan activiteiten deel te kunnen nemen. Daarnaast is het digitale aanbod uitgebreid.

Er waren en zijn zorgen over toename van problematiek in de thuissituatie en de impact die deze hele crisis heeft op het mentale welzijn van kinderen en jongeren. Scholen gaven aan begin 2021 aan dat juist ook jongeren die niet kwetsbaar waren nu het nu ook moeilijk kregen. Er is een programma opgezet om juist hier ook op in te zetten de komende periode. Eenzaamheid en mentale problemen namen toe in de eerste helft van 2021. Aanmeldingen voor ondersteuning en hulp bij Welzijn Capelle namen bijvoorbeeld met 30% toe. Binnen de maatregelen is ondersteuning vanuit de alliantie tegen eenzaamheid door gegaan en zijn er ook digitale mogelijkheden gevonden om contacten met elkaar te onderhouden. We hebben daar waar nodig de reguliere dienst- en hulpverlening geintensiveerd en zetten in 2021 extra middelen van het rijk in op schulden voorkomen en aanpakken, mentale gezondheid van Capellenaren . Ook blijven er zorgen over jongeren die acuut hulp nodig hebben. De wachtlijsten in de regio namen in de eerste maanden toe.

Overige ontwikkelingen:
Geen. 

6A.1 Brede aanpak Dak- en thuisloosheid / Telefonisch Advies- en Hulppunt (TAH)

Terug naar navigatie - 6A.1 Brede aanpak Dak- en thuisloosheid / Telefonisch Advies- en Hulppunt (TAH)

Impulsgelden dak- en thuisloosheid en het Telefonisch advies- en hulppunt (Meicirculaire 2020) – Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 32 eenmalig in 2021
Kasstroom: N 32 eenmalig in 2021

Bij de begroting 2021 (6A.2) is ten behoeve van het bemensen van het Telefonisch Advies- en Hulppunt (TAH) en de inzet van ervaringsdeskundigen met ingang van 2022 een bedrag van 32 beschikbaar gesteld. Voor 2020 en 2021 is er dekking voor dit bedrag in de middelen voor de Impuls brede aanpak dak- en thuisloosheid vanuit het Rijk. Via de Meicirculaire 2020 heeft Capelle aan den IJssel als regiogemeente een bedrag van 18 in 2020 en 32 in 2021 hiervoor ontvangen.
Bij de Najaarsnota 2020 (6A.2) zijn deze middelen voor 2020 geoormerkt, voor het jaar 2021 is dit nog niet gebeurd. Het voorstel is om deze omissie bij de VJN 2021 recht te zetten. Zie eveneens BBV 299395, besluit  1 september 2020.

Wij stellen u daarom voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 32 in 2021.

6A.2 Uitbreiding jongerenwerk en kinderbuurtcoaching Stichting Welzijn Capelle

Terug naar navigatie - 6A.2 Uitbreiding jongerenwerk en kinderbuurtcoaching Stichting Welzijn Capelle

Uitbreiding jongerenwerk en kinderbuurtcoaching Stichting Welzijn Capelle - Beleidskeuze
Lasten/Baten: N 80 eenmalig in 2022
Kasstroom: N 80 eenmalig in2022

Vanaf 2019 is er jaarlijks een bedrag van N 80 beschikbaar gesteld vanuit tijdelijke middelen ten behoeve van een uitbreiding met 20 uur jongerenwerk en 20 uur kinderbuurtcoaching. Deze middelen zijn ingezet voor een structurele aanpak van jeugdoverlast en extra inzet kinderbuurtcoaching in het kader van de veiligheidsaanpak Middelwatering/Rondelen.
Het jongerenwerk en de kinderbuurtcoaching wordt ingezet voor activiteiten in het KinderLab, overlastaanpak en meidenactiviteiten in de Rondelen en om vreedzame omgangsvormen te stimuleren tussen leerlingen van de Horizon, Montessori en de Klim-op. Op basis van de nota Jeugdbeleid 2021 – 2024 “De Basis voor Groei!” is vastgesteld de activiteiten van het jongerenwerk en de kinderbuurtcoaching die de afgelopen jaren met tijdelijke middelen waren gedekt en succesvol zijn gebleken, voort te zetten. 

Wij stellen u voor om op basis van de nota Jeugdbeleid 2021 – 2024 ten behoeve van de inzet van het jongerenwerk en kinderbuurtcoaching Middelwatering/Rondelen de begroting eenmalig in 2022 met N 80 aan te ramen.

6A.3 Uitbreiding KinderLabs Schenkel en Oostgaarde

Terug naar navigatie - 6A.3 Uitbreiding KinderLabs Schenkel en Oostgaarde

Uitbreiding KinderLabs Schenkel en Oostgaarde – Beleidskeuze
Lasten/Baten: N 100 eenmalig in 2022
Kasstroom: N 100 eenmalig in 2022

In de kwetsbare buurten in Schollevaar en Middelwatering zijn in 2018 en 2020 KinderLabs opgezet met een activiteitenaanbod op het gebied van taal, gezondheid, talentontwikkeling en financiële educatie. Het succes van de KinderLabs is groot en daarom willen wij, zodra er daarvoor een geschikte locatie beschikbaar is, in Schenkel en Oostgaarde ook een KinderLab realiseren. Dit was een aanbeveling bij de Verantwoording van de Jeugdnota 2017-2020 en is opgenomen in de jeugdnota 2021-2024 “De Basis voor Groei!”
Dit voorstel is opgenomen in scenario 2.b van de jeugdnota, hierbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat een investering in de Kinderlabs Schenkel / Oostgaarde leidt tot een claim voor de jaren 2023 e.v. aangezien dit een structurele uitbreiding betreft.

Wij stellen u voor om op basis van de jeugdnota 2021-2024 “De Basis voor Groei!” ten behoeve van de uitbreiding van de KinderLabs in Schenkel en Oostgaarde  de begroting 2022 met N 100 eenmalig aan te ramen.

6A.4 Uitbreiding CJG in KinderLabs

Terug naar navigatie - 6A.4 Uitbreiding CJG in KinderLabs

Uitbreiding CJG in KinderLabs – Beleidskeuze
Lasten/Baten: N 35 eenmalig in 2022
Kasstroom: N 35 eenmalig in 2022

We bieden via het CJG een breed aanbod aan trainingen en trajecten voor opvoedondersteuning. Om het ondersteuningsaanbod beter bij een moeilijk te bereiken groep kinderen en hun opvoeders te krijgen willen wij in alle (toekomstige) KinderLabs een jeugd- en gezinscoach van het CJG.
Momenteel is er N 65 beschikbaar voor de inzet van het CJG in de KinderLabs Schollevaar en Middelwatering. Doordat we uitbreiding van de KinderLabs in Schenkel en Oostgaarde voorstellen, willen wij de inzet van het CJG in de toekomstige KinderLabs waarborgen. Dit voorstel is opgenomen in scenario 2.b van de jeugdnota 2021-2024 “De basis voor Groei!”, hierbij dient de kanttekening gemaakt te worden dat de uitbreiding CJG in Kinderlabs leidt tot een claim voor de jaren 2023 e.v. aangezien dit een structurele uitbreiding betreft.

Wij stellen u voor om op basis van de jeugdnota 2021-2024 “De Basis voor Groei!” de begroting 2022 eenmalig met N 35 aan te ramen.

6A.5 Toeslagenproblematiek

Terug naar navigatie - 6A.5 Toeslagenproblematiek

Toeslagenproblematiek – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N/V 151 eenmalig 2021
Kasstroom: N/V 151 eenmalig 2021

De afwikkeling van de toeslagenproblematiek (Belastingdienst) is, naast de Belastingdienst zelf, ook ondergebracht bij gemeenten.
Alle gemeenten hebben eind 2020 een specifieke uitkering als voorschot ontvangen op basis van het aantal gedupeerden per gemeente.  Met de uitkering dienen gemeenten de gedupeerden van de toeslagenaffaire te ondersteunen en helpen.
Het bedrag van de uitkering is gebaseerd op het aantal gedupeerden dat in de Staatscourant van 26 november 2020 bekend is gemaakt. Voor Capelle aan den IJssel was het aantal: 117. Landelijk betreft het aantal gedupeerden in deze bekendmaking 8.379. Het bedrag van de uitkering voor Capelle aan den IJssel is 151.
Doelgroep van de ondersteuning zijn alle gedupeerden die een gemeentelijk hulpverleningstraject willen volgen, waarvan de problematiek toegewezen kan worden aan de toeslagenproblematiek. Met ondersteuning wordt bedoeld: hulp op de vijf leefgebieden (financiën, wonen, zorg, gezin en werk). De ondersteuning wordt thans in hoofdzaak met eigen personeel van onze gemeente uitgevoerd, maar ook zal er een beroep worden gedaan op welzijnsorganisaties waarvoor budget beschikbaar gesteld zal moeten worden.

De Belastingdienst en de gemeenten zijn nog aan het inventariseren hoeveel gedupeerden er zijn. In totaal hebben zich 517 (mogelijk) gedupeerde ouders uit onze gemeente gemeld bij de Belastingdienst (stand 7 juni 2021). Per 29 april zijn daarvan 147 gedupeerden door de Belastingdienst erkend middels een compensatie die zij van de Belastingdienst hebben ontvangen. In de zomer wordt een nieuw voorschot van de Belastingdienst verwacht. De hoogte van dit voorschot is op dit moment nog niet bekend. 

Wij stellen u voor om hiervoor N/V 151 eenmalig in 2021 aan te ramen.

6A.6 Coronacrisis: compensatie meerkosten Corona Stichting Welzijn Capelle

Terug naar navigatie - 6A.6 Coronacrisis: compensatie meerkosten Corona Stichting Welzijn Capelle

Coronacrisis: compensatie meerkosten Corona Stichting Welzijn Capelle – Onvermijdelijk
Lasten/ Baten: N 128 eenmalig in 2021
Kasstroom: N 128 eenmalig in 2021

Sinds het uitbreken van de coronacrisis in maart 2020 heeft Stichting Welzijn Capelle te maken met een toenemende vraag naar ondersteuning en hulp. De Rijksoverheid komt gemeenten tegemoet en verstrekt financiële middelen om in te spelen op de toenemende vraag naar ondersteuning en hulpverlening als gevolg van de aanhoudende coronacrisis. Concreet gebeurde dit door in de Decembercirculaire 2020 en de Maartcirculaire 2021 hiervoor aanvullende middelen beschikbaar te stellen. Hiermee wordt de gemeente in staat gesteld extra steun en hulpverlening te bieden en initiatieven te nemen gericht het sociaal en mentaal welbevinden en een gezonde leefstijl.

Op 29 april 2021 (BBV 479286) hebben wij besloten om vooruitlopend op de Voorjaarsnota 2021 een deel van deze middelen, conform het doel van de Rijksoverheid, te benutten voor acute en noodzakelijk uitgaven door Welzijn Capelle. De uitgaven zijn gericht op extra ondersteuning en begeleiding aan Capellenaren in de komende periode. Concreet gaat het om het volgende:

  • voor acute en noodzakelijke uitgaven gericht op extra ondersteuning, begeleiding en hulpverlening aan Capellenaren een bedrag van 88;
  • voor perspectief jeugd voor jongerenwerk een bedrag van 40.

Wij stellen u voor om eenmalig N 128 voor 2021 aan te ramen.

6A.7 Interne verbouwing wijkcentrum Schollevaar, Maria Danneelserf 20 (Krediet 25 in 2021)

Terug naar navigatie - 6A.7 Interne verbouwing wijkcentrum Schollevaar, Maria Danneelserf 20 (Krediet 25 in 2021)

Interne verbouwing wijkcentrum Schollevaar, Maria Danneelserf 20 - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: kapitaallast N 1 structureel vanaf 2022
Kasstroom: N 25 in 2021

Tussen wijkcentrum Schollevaar en de aangrenzende basisschool "de Catamaran" is in een gang een tussendeur die van oorsprong is aangewezen als vluchtdeur voor beide gebruikers. In de praktijk blijkt echter dat door de in de loop der jaren uitgevoerde interne verbouwingen deze deur niet meer kan functioneren als vluchtdeur. Vanuit veiligheid en functionaliteit is het beter om deze deur af te sluiten en een nieuwe beter gesitueerde vluchtweg aan te leggen.
De aanpassing aan de vluchtweg in dit pand vraagt een eenmalige investering van 25.

Wij stellen u voor eenmalig in 2021 een krediet van 25 met een kapitaallast van N 1 vanaf 2022 beschikbaar te stellen.

6A.8 Coronacrisis: Bestrijding van de effecten van de coronamaatregelen op jongeren

Terug naar navigatie - 6A.8 Coronacrisis: Bestrijding van de effecten van de coronamaatregelen op jongeren

Coronacrisis: Bestrijding van de effecten van de coronamaatregelen op jongeren– Beleidskeuze
Lasten/ Baten: eenmalig N 154 in 2021
Kasstroom: eenmalig  N 154 in 2021

Via de Maartcirculaire 2021 heeft de Rijksoverheid middelen beschikbaar gesteld om gemeenten in staat te stellen extra steun te bieden en initiatieven te ondernemen gericht op het verbeteren van het sociale en mentale welzijn en de leefstijl van jongeren in coronatijd.
Begin 2021 kwam uit landelijk onderzoek naar voren dat jongeren weliswaar de minste kans hebben om ernstig ziek te worden van het coronavirus maar het meeste lijden onder de coronamaatregelen. Daarom hebben wij het 'Plan ter bestrijding van de effecten van de coronamaatregelen op jongeren' vastgesteld en besloten om samen met onze partners nog in 2021:

  1. Meer inzicht te verkrijgen in de gebieden waarin jongeren extra ondersteuning en hulp behoeven;
  2. Deze inzet te plegen en jongeren ondersteuning op bovengenoemde gebieden te bieden;
  3. Tips te geven om jongeren zich vrolijker en positiever te laten voelen en actiever te zijn;
  4. Breder in te zetten op depressiepreventie;
  5. Jongeren blijvend te activeren met beweging en ontmoeting.

Wij stellen u daarom voor om eenmalig N 154 voor 2021 aan te ramen.

6A.9 Coronacrisis: formatie uitbreiding maatschappelijke impact

Terug naar navigatie - 6A.9 Coronacrisis: formatie uitbreiding maatschappelijke impact

Coronacrisis: Extra strategische beleidscapaciteit maatschappelijke impact corona- Beleidskeuze
Lasten/ Baten: N 53 eenmalig in 2021 en N 106 in 2022 en N 106 in 2023
Kasstroom: N 53 eenmalig in 2021 en N 106 in 2022 en N 106 in 2023

De maatschappelijke impact van corona vergt extra inzet van de ambtelijke organisatie. De verwachting is dat de impact van corona nog meerdere jaren merkbaar zal zijn. Het vraagt (tijdelijk) extra capaciteit, zowel beleidsmatig als op het gebied van communicatie en participatie. Naast de inzet op korte termijn in een coördinerende rol is er in het kader van een sociaal economische herstelagenda inzet nodig om inzet en prioritering en intern afstemming vorm te geven voor een langere periode. Voor de jaren 2021 tot en met 2023 is extra strategische inzet in het kader van de maatschappelijke impact corona nodig bovenop het reguliere takenpakket van de ambtelijke organisatie.

Wij stellen u voor om eenmalig N 53 voor 2021 en N 106 voor 2022 en N 106 voor 2023 aan te ramen.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2021 incl. wijz. Wijz. VJN 2021 BG2021 na wijz. VJN Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025
Lasten N12.997 N683 N13.680 N12.805 N12.327 N12.492 N12.323
Baten V1.198 V81 V1.279 V1.198 V1.198 V1.198 V1.198
Saldo van baten en lasten N11.799 N602 N12.401 N11.607 N11.129 N11.294 N11.125
Mutaties in reserves:
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N94 N0 N94 N94 N94 N94 N94
Reserve eenmalige uitgaven V150 V159 V309 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V56 V159 V215 N94 N94 N94 N94
Resultaat N11.743 N443 N12.186 N11.701 N11.223 N11.388 N11.219
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2021:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6A.1 Brede aanpak Dak- en thuisloosheid / Telefonisch Advies- en Hulppunt (TAH) N32 N0 N32
6A.5 Toeslagenproblematiek N151 V151 N0
6A.6 Coronacrisis: compensatie meerkosten Corona Stichting Welzijn Capelle N128 N0 N128
6A .7 - Interne verbouwing wijkcentrum Schollevaar, Maria Danneelserf 20 (Krediet 25 in 2021) N0 N0 N0
6A.8 Coronacrisis: Bestrijding van de effecten van de coronamaatregelen op jongeren N154 N0 N154
6A.9 Coronacrisis: formatie uitbreiding maatschappelijke impact N53 N0 N53
0.4 Heroverweging maatregelen privaatrechtelijke vorderingen als gevolg coronacrisis N6 N70 N76
0.14 Mutaties Reserve Eenmalige Uitgaven N159 N0 N159
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N683 V81 N602
Mutaties reserves
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N0
Reserve eenmalige uitgaven V159
Totaal mutatie in de reserves V159
Mutatie Resultaat N443

Deelprogramma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet)

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Capelse indicatoren

Terug naar navigatie - Capelse indicatoren

Hieronder treft u de Capelse indicatoren voor dit programma aan. De Capelse indicator "Afwijzing aanvragen uitkering door aanscherping poortwachterfunctie" heeft geen streefwaarde. Wij monitoren deze indicator wel. 
De bewonersenquête en het klanttevredenheidsonderzoek Sociale Zaken zijn nog niet uitgevoerd in 2021. De " terugvordering en besparing op uitkeringslasten" is pas met de jaarstukken bekend. De volgende indicatoren worden daarom niet getoond:

  • Rapportcijfer tevredenheid van klanten van de GR IJsselgemeenten onderdeel Sociale Zaken;
  • Tevredenheid van klanten over het aanvragen en verkrijgen van een bijstandsuitkering;
  • Terugvordering en besparing op uitkeringslasten in miljoen euro's.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact corona:  
Bijstand
Op dit moment zien we nog geen grote stijging van ons bijstandsbestand. De ondersteuningsmaatregelen voor bedrijven en ZZp’ ers en voor betaling van vaste lasten lopen af. De effecten daarvan zullen pas na de zomer en doorlopend in 2022 echt duidelijk worden. Samen met de GR IJsselgemeenten houden we daarvoor de vinger aan de pols.

Overige ontwikkelingen:
Geen.

6B.2 Aanpassing budgetten Gebundelde Uitkering Gemeenten (BUIG), Participatiewet

Terug naar navigatie - 6B.2 Aanpassing budgetten Gebundelde Uitkering Gemeenten (BUIG), Participatiewet

Aanpassing budgetten Gebundelde Uitkering Gemeenten (BUIG), Participatiewet - Onvermijdelijk
Lasten/ Baten: Structureel m.i.v.  2021 N 114/V 941
Kasstroom: Structureel m.i.v.  2021 N 114/V 941

Recentelijk is ons gebleken dat met ingang van 2021 een verschil van V 827 is ontstaan op onze budgetten voor de BUIG.
De potentiële vangnetbijdrage (baten) is, bij de Najaarsnota 2018, met ingang van 2021 met een te hoog bedrag afgeraamd. Met de collegebrief 2021/021 van week 7 van dit jaar hebben wij u hiervan op de hoogte gebracht.

Mede op basis van de Bestuursrapportage Sociale Zaken nemen wij jaarlijks budgetten op voor de BUIG. De BUIG staat voor gebundelde uitkering gemeenten. Deze uitkering van het Rijk bevat budgetten voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie.
Vanaf 2021 komen de budgetten in onze begroting niet overeen met de prognose uit de Bestuursrapportage Sociale Zaken. 
Om aan te sluiten met de lasten en baten van geactualiseerde meerjarige prognose uit Bestuursrapportage Sociale Zaken moeten de lasten (uitkeringen) structureel met N 114, de baten structureel met V 941 worden aangepast.

We stellen u voor om de lasten met structureel N 114 aan te passen en de baten structureel met V 941 aan te passen met ingang van 2021.

6B.3 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Terug naar navigatie - 6B.3 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) - Onvermijdelijk
Lasten/Baten: eenmalig N 2.168/ V 2.168 eenmalig in 2021
Kasstroom: eenmalig N 2.168 / V 2.168 eenmalig in 2021

In 2020 ontving Capelle vanuit het rijk middelen voor uitvoering van de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers. Deze regeling voorziet zelfstandig ondernemers in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud of in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Bij de voorjaarsnota en najaarsnota 2020 hebben we u hier eerder over geïnformeerd. Voor de bekostiging in 2020 ontvingen we eerder volledige financiële compensatie in zes tranches.
Deze regeling loopt door tot en met 30 september 2021. Hiervoor ontvangt de gemeente in 2021 opnieuw volledige financiële compensatie voor de uitkeringskosten en uitvoeringskosten. We hebben hiervoor op 20 januari 2021 en op 12 april 2021 een beschikking van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangen. Dit betreft voorschotten van 929 (zevende tranche) en 1.239 (achtste tranche). 

Wij stellen u voor de baten in de begroting eenmalig in 2021 te verhogen met V 2.168 en de lasten in de begroting eenmalig in 2021 te verhogen met N 2.168.

6B.4 Coronacrisis: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Terug naar navigatie - 6B.4 Coronacrisis: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

Coronacrisis: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 238 eenmalig in 2021
Kasstroom: N 238 eenmalig in 2021

Het kabinet heeft ter bestrijding van de gevolgen van corona de regeling Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) ingesteld. De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval als gevolg van corona en die daardoor de noodzakelijke woonkosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Ook de uitvoeringskosten van de regeling dienen uit dit budget bekostigd te worden.
De regeling loopt van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021. De regeling wordt uitgevoerd door GR IJsselgemeenten en valt onder uitvoering van de bijzondere bijstand. De regeling vereiste het opstellen van de Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten 2021 die het college op 2 maart 2021 vaststelde. Hierbij besliste het college, conform het collegevoorstel van 2 maart 2021, om het door het rijk ter beschikking gestelde budget voor bekostiging van de TONK hiervoor te bestemmen (besluitenlijst van 2 maart 2021).
Via de maartbrief 2021 over het 4e compensatiepakket corona heeft het rijk een eerste tranche aan de gemeenten beschikbaar gesteld. Het betreft hier een bijdrage van 238.
Het is nog onduidelijk in hoeverre deze middelen zullen worden besteed. 

Wij stellen u voor de lasten in de begroting eenmalig in 2021 te verhogen met N 238.

6B.5 Aanpassing budget Bijzondere Bijstand - Beleidskeuze

Terug naar navigatie - 6B.5 Aanpassing budget Bijzondere Bijstand - Beleidskeuze

Aanpassing budget Bijzondere Bijstand - Beleidskeuze
Lasten V 70 structureel in 2021 en verder
Kasstroom: V 70 structureel in 2021 en verder

In de jaren 2019 en 2020 was er een overschot op het budget voor bijzondere bijstand van respectievelijk V 106 en V 116. In het bestedingsplan 2021 van GR IJsselgemeenten is eveneens een overschot van geraamd op dit budget. Het betreft een bedrag van 70. De resultaten na het eerste kwartaal van 2021 bevestigen deze prognose.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting voor de bijzondere bijstand structureel te verlagen met V 70 met ingang van 2021.

6B.6 Extra rijksgelden voor schuldenproblematiek

Terug naar navigatie - 6B.6 Extra rijksgelden voor schuldenproblematiek

Coronacrisis: Extra rijksgelden voor schuldenproblematiek – Beleidskeuze
Baten / Lasten: N 48 eenmalig in 2021, N 48 eenmalig in 2022 en N 69 eenmalig in 2023
Kasstroom: N 48 eenmalig in 2021, N 48 eenmalig in 2022 en N 69 eenmalig in 2023

Als gevolg van de coronacrisis wordt landelijk verwacht dat de komende jaren de vraag naar schulddienstverlening met 30% toeneemt. Daarom heeft het Rijk met de decembercirculaire 2020 aan de gemeente extra middelen beschikbaar gesteld voor de ondersteuning van mensen met (dreigende) schuldenproblematiek, namelijk 54 voor 2020 en 111 voor 2021 (in totaal 165).
Met het oog op de reeds zichtbare toename van het aantal Capellenaren dat een beroep moet doen op de schulddienstverlening, hebben wij in april jl. besloten om vooruitlopend op de besluitvorming over de Voorjaarsnota 2021 een deel van de extra middelen - namelijk 48 - in te zetten voor intensivering van de hulp bij schulden door Welzijn Capelle in 2021 (besluitenlijst van 29 april 2021). Zo kan tijdig passende financiële hulpverlening  worden geboden aan Capellenaren met schuldenproblematiek om erger te voorkomen. Daarbij zetten we extra in op de groepen jongeren en zelfstandigen, door de ontwikkeling en implementatie van een specifieke maatwerkaanpak, als onderdeel van de brede schuldenaanpak die we sinds 2019 uitvoeren.
Vanwege de verwachting dat de extra toestroom van Capellenaren met financiële problematiek zich geleidelijk ontwikkelt, stellen we u voor om aanvullend op ons eerder genoemde besluit de resterende 117 gespreid in te zetten over de periode 2022-2023, namelijk 48 voor 2022 en 69 voor 2023. Met deze middelen kan de nodige financiële hulpverlening geboden worden om snel in te kunnen spelen op de verwachte toename van de schuldenproblematiek. Over de precieze invulling van de middelen maken wij, afhankelijk van de ontwikkeling en aard van de financiële problematiek bij Capellenaren, nadere uitvoeringsafspraken.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting aan te passen met N 48 eenmalig in 2021, N 48 eenmalig in 2022 en N 69 eenmalig in 2023.

6B.7 Overheveling Budget Meubel- en Kledingvoucher

Terug naar navigatie - 6B.7 Overheveling Budget Meubel- en Kledingvoucher

Overheveling Budget Meubel- en Kledingvoucher - Technisch
Lasten/ Baten: V/N 30 eenmalig in 2021 en V/N 50 structureel met ingang van 2022.
Kasstroom: n.v.t.

De Meubel- en Kleding voucher is een instrument in het kader van de inkomensondersteunende regelingen. Capellenaren met een inkomen tot 120% van het wettelijk minimumloon kunnen in aanmerking komen voor een voucher die kan worden ingewisseld bij de Kringloopwinkel op de Kanaalweg. De uitgifte van de voucher wordt tot op heden uitgevoerd door de Stichting Capelle Werkt. Voor de uitvoering van deze taak is op jaarbasis structureel 50 beschikbaar in taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie / DVO Stichting Capelle Werkt.

Vanwege de ontmanteling van de Stichting Capelle Werkt wordt de uitgifte van de Meubel- en Kledingvoucher vanaf 1 juni 2021 belegd bij de GR IJsselgemeenten Sociale Zaken. De vouchers zijn inwisselbaar bij de Kringloopwinkel van Het Goed op de Kanaalweg. Het Goed declareert de ingenomen vouchers bij de GR IJsselgemeenten.

Wij stellen u voor om ten behoeve van de continuering van de uitgifte van de Meubel- en Kledingvoucher akkoord te gaan met de overheveling van V/N 30 in 2021 en V/N 50 vanaf 2022 van taakveld 6.5 Arbeidsparticipatie naar taakveld 6.3 Inkomensondersteunende Regelingen.

6B.8 BTW teruggave re-integratiegelden

Terug naar navigatie - 6B.8 BTW teruggave re-integratiegelden

BTW teruggave re-integratiegelden - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 1.030 in 2021 en V 150 vanaf 2021
Kasstroom: V 1.030 in 2021 en V 150 vanaf 2021

De gemeente is al sinds 2014 bezig met om btw op haar re-integratiemiddelen terug te vorderen bij de Belastingdienst. In de eerste fase is in de jaren 2015 en 2016 1.017K aan btw gecompenseerd door de Belastingdienst voor de jaren 2007 t/m 2014. Vanaf 2015 wordt de uitvoering verzorgd door de GR IJsselgemeenten. Als gevolg van een lopende procedure over btw op re-integratievoorzieningen bij de Hoge Raad heeft de Belastingdienst onze teruggaven tijdelijke opgeschort in afwachting op de uitspraak. In 2020 is de uitspraak geweest van de Hoge Raad en hieruit blijkt dat btw op bepaalde onderdelen van re-integratievoorzieningen terug te vorderen zijn.
Hierdoor is het overleg met de Belastingdienst gestart en heeft geleid tot een suppletie over het boekjaar 2015. Dit voordeel van 279K is meegenomen in de jaarrekening 2020.
Op basis van de gesprekken met de Belastingdienst zal de gemeente voor de jaren 2016 tot en met 2020 suppleties indienen van een gezamenlijk bedrag van 950K, daarnaast zal hier een rente baten ontstaan van 80K.
Op basis van berekeningen is gebleken dat er structureel V 150  terug kan worden gevraagd aan BTW, hierdoor kan het budget verlaagd worden.

Wij stellen u voor de baten in de begroting te verhogen met V 1.030 eenmalig in 2021 en de lasten te verlagen met V150 vanaf 2021.

6B.9 Onderzoeks- en communicatiebudget inzake beleid Werk en Inkomen

Terug naar navigatie - 6B.9 Onderzoeks- en communicatiebudget inzake beleid Werk en Inkomen

Onderzoeks- en communicatiebudget inzake beleid Werk en Inkomen - Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 25 in 2021, N 25 in 2022,  N 25 in 2023 en N 25 in 2024
Kasstroom: N 25 in 2021, N 25 in 2022,  N 25 in 2023 en N 25 in 2024

Het nieuwe Beleidskader Werk & Inkomen 2021-2024: “Zeker in Capelle” bevat een aantal ambities voor vernieuwing en doorontwikkeling van het beleid en de uitvoering op het terrein van Werk en Inkomen. Hiervoor is in het beleidskader een aantal activiteiten opgenomen die komende jaren zullen worden onderzocht of die om voorlichting en communicatie vragen. Denk aan onder meer inzet van professionele onderzoekers, uitvraag onder Capellenaren, focusgroepen, briefzendingen of voorlichtingsbijeenkomsten. Om dit gedegen te kunnen doen stellen wij u voor om hiervoor komende vier jaar, jaarlijks een bedrag van 25 beschikbaar te stellen.
Besluiten over invoering van nieuwe uitvoeringsactiviteiten, pilots en eventuele bijbehorende (structurele) financiering als gevolg van de te onderzoeken onderwerpen uit het beleidskaders, zullen apart aan u ter overweging worden voorgelegd.

Wij stellen u voor de lasten in de begroting aan te passen met N 25 in de jaren 2021, 2022, 2023 en 2024.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2021 incl. wijz. Wijz. VJN 2021 BG2021 na wijz. VJN Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025
Lasten N54.209 N2.369 N56.578 N55.687 N55.480 N55.194 N55.432
Baten V34.359 V4.139 V38.498 V35.851 V35.796 V35.734 V35.673
Saldo van baten en lasten N19.850 V1.770 N18.080 N19.836 N19.684 N19.460 N19.759
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V593 N0 V593 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering V189 N4 V185 V189 V189 V189 V189
Totaal mutaties reserves V782 N4 V778 V189 V189 V189 V189
Resultaat N19.068 V1.766 N17.302 N19.647 N19.495 N19.271 N19.570
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2021:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6B.2 Aanpassing budgetten Gebundelde Uitkering Gemeenten (BUIG), Participatiewet N114 V941 V827
6B.3 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) N2.168 V2.168 N0
6B.4 Coronacrisis: Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) N238 N0 N238
6B.5 Aanpassing budget Bijzondere Bijstand - Beleidskeuze V70 N0 V70
6B.6 Extra rijksgelden voor schuldenproblematiek N48 N0 N48
6B.8 BTW teruggave re-integratiegelden V150 V1.030 V1.180
6B.9 Onderzoeks- en communicatiebudget inzake beleid Werk en Inkomen N25 N0 N25
0.15 Mutaties reserve bedrijfsvoering V4 N0 V4
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N2.369 V4.139 V1.770
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N4
Totaal mutatie in de reserves N4
Mutatie Resultaat V1.766

Deelprogramma 6C Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact corona:
Zorgaanbieders
Corona heeft ook in het 1e kwartaal van 2021 centraal gestaan. Waar in 2020 corona grote impact had op de dienstverlening wordt in 2021 gezien dat zorgaanbieders met inachtneming van de RIVM- maatregelen ondersteuning nagenoeg als vanouds kunnen bieden. Inzet wordt gepleegd op bieden van digitale ondersteuning, persoonlijk contact op afstand, verkleining van de groep aan deelnemers bij de dagbesteding. In 2021 zal ook de continuïteit van de financiering in het sociaal domein in verband met de landelijke corona- maatregelen onderwerp van gesprek blijven alsook de meerkosten waarmee leveranciers/zorgaanbieders worden geconfronteerd. Continuïteit van de financiering in het sociaal domein dient gewaarborgd te blijven. Het Wmo- loket is momenteel in de afrondende fase van het in kaart brengen van de meerkosten die aanbieders/leveranciers hebben gehad in 2020. Op basis van de nu bekende informatie zal de in de jaarrekening vermelde 70 niet worden overschreden. In het 2e kwartaal 2021 zal besluitvorming op de mogelijkheid van compenseren plaatsvinden.

Psychologisch welzijn
Diverse onderzoeken laten zien dat de coronacrisis een negatief effect heeft op ons psychologisch welzijn. Het Wmo- loket ontvangt signalen vanuit aanbieders dat steeds meer Capellenaren die reeds Wmo- ondersteuning ontvangen stress ervaren. Zorgaanbieders geven factoren aan zoals verveling, financieel verlies, onbekendheid van duur van de pandemie, die deze gevoelens veroorzaken. Dit vertaalt zich dat bij het Wmo- loket verzoeken van Capellenaren en zorgaanbieders worden ingediend voor ophoging van de indicaties, met name van individuele begeleiding. Deze trend wordt door het Wmo- loket nauwlettend in de gaten gehouden dit in relatie tot de beschikbare financiële middelen of deze op termijn wel toereikend zijn.

Overige ontwikkelingen:
Financiële tekorten Sociaaldomein (Wmo)
Landelijke berichtgeving staat vol met berichten over de oplopende tekorten in het sociaal domein waardoor de gemeentelijke begrotingen onder druk komen te staan. Vaak wordt Jeugdzorg als belangrijkste oorzaak genoemd. Maar de uitgaven voor de Wmo voorzieningen zijn de afgelopen jaren enorm gestegen, deze stijgen momenteel harder dan die voor jeugdzorg. Dit wordt vooral veroorzaakt door de landelijke invoering van het Wmo- abonnementstarief en de toenemende vergrijzing. Deze conclusie is ook door de landelijke vereniging van gemeentelijke directeuren in het sociaal domein getrokken. Dit naar aanleiding van een analyse van onderzoeksbureau BDO van jaarrekeningen van grote gemeenten. Het onderzoek laat zien dat in 2019 de Wmo voor het eerst de grootste stijging van de netto lasten in absolute zin veroorzaakt. ‘Het rapport geeft gemeenten niet alleen een belangrijk beeld van de financiële ontwikkelingen, het zegt ook iets over de urgentie om tot betere financiële afspraken tussen rijk en gemeenten te komen.’ Het Wmo- loket volgt de ontwikkelingen op de voet en zal u over u over de financiële risico’s blijven informeren.

6C.1 Toepassen reële kostprijs Wmo-diensten

Terug naar navigatie - 6C.1 Toepassen reële kostprijs Wmo-diensten

Toepassen reële kostprijs Wmo-diensten - Onvermijdelijk
Lasten / Baten N 475 eenmalig in 2021, N 515 eenmalig in 2022, N 540 eenmalig in 2023, N 555 structureel vanaf 2024

Kasstroom: N 475 eenmalig in 2021, N 515 eenmalig in 2022, N 540 eenmalig in 2023, N 555 structureel vanaf 2024

Toepassen reële kostprijs Wmo-diensten
De richtlijn van de AMvB (artikel 5.4) schrijft voor dat voor Wmo-diensten een reële kostprijs vastgesteld moet worden. Dit ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een voorziening en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit van diezelfde voorziening. Om tot een reële kostprijs te komen gebruiken we de landelijke beschikbaar gestelde rekentool die in samenwerking met de VNG, ZorgthuisNL, Actiz, VGN en GGZ Nederland ontwikkeld is. Door het toepassen van de rekentool is het tarief Huishoudelijke Ondersteuning ingaande 1 januari 2021 verhoogd. Dit als gevolg een jaarlijks kostenverhogend effect, in 2021 N 475, 2022 N 515, 2023 N 540 en 2024 N 555 (besluitenlijst van 15 december 2020). Door het toepassen van een reële kostprijs zijn toekomstige prijsindexaties onvermijdelijk en dient ter dekking het benodigde budget beschikbaar gesteld te worden.

Wij stellen u voor om de lasten in begroting als volgt aan te passen: N 475 in 2021, N 515 in 2022, N 540 in 2023 en N 555 vanaf 2024.  

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2021 incl. wijz. Wijz. VJN 2021 BG2021 na wijz. VJN Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025
Lasten N16.471 N418 N16.889 N17.664 N18.205 N18.611 N18.977
Baten V598 N0 V598 V609 V620 V631 V646
Saldo van baten en lasten N15.873 N418 N16.291 N17.055 N17.585 N17.980 N18.331
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N33 N59 N92 N33 N33 N33 N33
Sociaal Noodfonds N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves N33 N59 N92 N33 N33 N33 N33
Resultaat N15.906 N477 N16.383 N17.088 N17.618 N18.013 N18.364
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2021:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6C.1 - Toepassen reële kostprijs Wmo-diensten N475 N0 N475
0.15 Mutaties reserve bedrijfsvoering V59 N0 V59
0.16 Rente N2 N0 N2
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N418 N0 N418
Mutaties reserves
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N59
Totaal mutatie in de reserves N59
Mutatie Resultaat N477

Deelprogramma 6D Jeugdhulp

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Toelichting Verwachtingswaarde 2021 bij Jongeren met delict voor rechter

Terug naar navigatie - Toelichting Verwachtingswaarde 2021 bij Jongeren met delict voor rechter

De verwachtingswaarde 2021 (voorheen streefwaarde) is bij de indicator "Jongeren met delict voor rechter" aangepast van 2,57 naar 2. Dit doen wij omdat de waarden op waarstaatjegemeente.nl afgerond worden. Aangezien wij de afgelopen jaren op waarstaatjegemeente.nl een waarde 1 of 2 hebben, is de 2,57 afgerond naar 2. 

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact corona: 
Wachtlijsten
Er zijn en blijven zorgen over jongeren die acuut hulp nodig hebben en tweedelijnszorg nodig hebben . De wachtlijsten in de regio namen in de eerste maanden toe. Binnen de GRJR wordt gewerkt aan het wegwerken van de wachtlijsten. Er worden extra middelen (mede vanuit het rijk) ingezet om dit mogelijk te maken.

Overige ontwikkelingen:
Geen. 

6D.1 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kapitaallasten huisvestingkosten nieuwe locatie

Terug naar navigatie - 6D.1 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kapitaallasten huisvestingkosten nieuwe locatie

Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kapitaallasten huisvestingkosten nieuwe locatie – Beleidskeuze
Lasten / Baten: eenmalig N 36 elk jaar voor 2021 t/m 2023 en N 20 structureel met ingang van 2024
Kasstroom: eenmalig  N 36 elk jaar voor 2021 t/m 2023 en N 20 structureel met ingang van 2024

Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin beschikte over een consultatiebureau in een zorgcentrum van de Zellingen voor dienstverlening aan de bewoners van de wijken Schenkel, Fascinatio en Capelle-West/’s-Gravenland. Eind eerste kwartaal 2020 is de verhuur van deze locatie door de verhuurder beëindigd. Het CJG heeft een nieuwe locatie gevonden aan de ’s-Gravenweg om de dienstverlening op het gebied van de jeugdgezondheidszorg (m.n. consultatiebureau) en ook jeugdhulp (consulten) dichtbij de inwoners aan te kunnen blijven bieden. Deze locatie is sinds begin 2021 functioneel na een verbouwing en inrichting. De kapitaallasten van deze incidentele verbouwings- en inrichtingskosten en ICT  op de vervangende locatie zijn voor 2021 t/m 2023 jaarlijks begroot N 36 en daarna, met ingang van 2024 N 20 structureel wegens vervangingen.

Wij stellen u voor om hiervoor N 36 elk jaar met ingang van 2021 t/m 2023 aan te ramen en N 20 structureel aan te ramen met ingang van 2024.

6D.2 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kosten wijziging woonplaatsbeginsel

Terug naar navigatie - 6D.2 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kosten wijziging woonplaatsbeginsel

Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kosten wijziging woonplaatsbeginsel - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: eenmalig N 91 in 2021, eenmalig N 45 in 2022
Kasstroom: eenmalig N 91 in 2021, eenmalig N 45 in 2022

Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Omdat het in de huidige situatie vaak moeilijk is om te bepalen welke gemeente verantwoordelijk is, gaat het woonplaatsbeginsel wettelijk veranderen. De wijziging gaat in op 1 januari 2022.
Uitgangspunt in de nieuwe definitie van het woonplaatsbeginsel wordt de gemeente waar de jeugdige zijn woonadres heeft volgens de Basisregistratie Personen (de BRP). Deze definitie (die van toepassing is voor jeugdhulp zonder verblijf) is duidelijker en eenvoudiger. Bij jeugdhulp met verblijf is het uitgangspunt dat als woonplaats geldt de gemeente waar de jeugdige onmiddellijk voorafgaande aan zijn verblijf zijn woonadres in de zin van de Wet basisregistratie personen had.
De gemeente waar de jeugdige vandaan komt, blijft dus verantwoordelijk voor de jeugdige en voor de kosten van de jeugdhulp voor deze jeugdige.

Het CJG verwacht tijdens een overdrachtsperiode meerwerk dat betrekking heeft op ongeveer 300 jongeren. Daarvoor heeft het CJG een implementatieplan opgesteld.
Het meerwerk gedurende de overgangsperiode bestaat uit:

  • Administratie; de start of stop van en traject en overdracht naar/aanname vanuit andere gemeenten/aanbieders;
  • Contact met ouder(s); i.v.m. het regelen van toestemming voor de overdracht van het dossier;
  • (Warme) overdracht; vanuit en naar nieuwe gemeente / aanbieder;
  • Inhoudelijke kennismaking met het gezin bij nieuwe gezinnen.

Per casus is de verwachting dat er in totaal zo'n 7-8 uur nodig zijn bij een 'warme' overdracht. De geraamde kosten zijn in totaal ongeveer 136, waarbij het zwaartepunt ligt in 2021.

Wij stellen u voor om de begroting met eenmalig N 91 aan te ramen voor 2021 en eenmalig N 45 aan te ramen voor 2022.  

6D.3 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): Jeugdhulp lokaal Zorg in Natura (ZIN)

Terug naar navigatie - 6D.3 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): Jeugdhulp lokaal Zorg in Natura (ZIN)

Jeugdhulp lokaal Zorg in Natura (ZIN) – Onvermijdelijk
Lasten/Baten: N 425 structureel met ingang van 2021
Kasstroom: N 425 structureel met ingang van 2021

De Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin heeft de jaarrekening 2020 afgesloten met een overschrijding van N 425 op de kosten van de lokale jeugdhulp in de vorm van Zorg in Natura (ZIN) in 2020. Voor 2021 verwacht het CJG dat de kosten van ZIN zich minimaal zullen handhaven op het niveau van 2020. De stijging van de kosten betreft een hoger aantal jeugdigen waarvoor zorg moet worden geregeld en hogere kosten op het gebied van passende zorg waarbij ook lokaal gecontracteerde aanbieders moeten worden ingeschakeld. Over de afgelopen jaren zien we een stijgende tendens van de kosten voor de lokale jeugdhulp ZIN. 

Wij stellen u voor om de lasten structureel te verhogen met N 425 met ingang van 2021.

6D.4 Jeugdhulp PGB Jeugdwet

Terug naar navigatie - 6D.4 Jeugdhulp PGB Jeugdwet

Jeugdhulp PGB Jeugdwet – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 400 eenmalig voor 2021
Kasstroom: N 400 eenmalig voor 2021

Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin geeft in de prognose voor het eerste kwartaal 2021 aan dat de kosten van de lokale jeugdhulp in de vorm van Persoonsgebonden Budget (PGB Jeugdwet) in 2021 zullen stijgen met N 400 ten opzichte van onze begroting. Thans is in onze begroting een budget opgenomen van 800. De door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in rekening gebrachte voorschotten bedragen tot en met april van dit jaar bijna 450. De kosten PGB Jeugdwet laat jaarlijks een onduidelijk verloop zien. Een structureel effect is niet eenduidig waarneembaar. Mede op basis van prognoses van de SVB zullen we u bij de Najaarsnota 2021 berichten in hoeverre we uitkomen met deze eenmalige ophoging van het budget 2021.

Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 400 in 2021.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2021 incl. wijz. Wijz. VJN 2021 BG2021 na wijz. VJN Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025
Lasten N20.989 N952 N21.941 N20.914 N21.991 N21.974 N21.974
Baten V222 N0 V222 V222 V222 V222 V222
Saldo van baten en lasten N20.767 N952 N21.719 N20.692 N21.769 N21.752 N21.752
Mutaties in reserves:
Algemene reserve N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve eenmalige uitgaven V215 N0 V215 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N19 N0 N19 N19 N19 N19 N19
Totaal mutaties reserves V196 N0 V196 N19 N19 N19 N19
Resultaat N20.571 N952 N21.523 N20.711 N21.788 N21.771 N21.771
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2021:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6D.1 - Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kapitaallasten huisvestingkosten nieuwe locatie N36 N0 N36
6D.2 - Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): kosten wijziging woonplaatsbeginsel N91 N0 N91
6D.3 Stichting Centrum Jeugd en Gezin (CJG): Jeugdhulp lokaal Zorg in Natura (ZIN) N425 N0 N425
6D.4 Jeugdhulp PGB Jeugdwet N400 N0 N400
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N952 N0 N952
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N0
Totaal mutatie in de reserves N0
Mutatie Resultaat N952