Financieel perspectief te voeren beleid

Eindstand

Terug naar navigatie - Eindstand

Na verwerking van alle mutaties komt de eindstand van de meerjarenbegroting uit zoals weergegeven in de onderstaande tabel. 

Begroting en meerjarenbegroting
2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
Eindstand Begroting 2023/ VJN 2022 V1.901 V3.154 V13.316 V15.617 V3.591 V2.052 V742 N618 N2.101
Besluitvorming Begroting 2023:
- Amendement "Geen eenmalige compensatie zonder effect" V4.610
- Amendement "Wees loyaal, maar budgetteer niet te royaal" V50 V50 V50 V50 V50 V50 V50
Beginstand Najaarsnota 2022 V1.901 V7.764 V13.366 V15.667 V3.641 V2.102 V792 N568 N2.051
Totaal wijzigingsvoorstellen in de Najaarsnota V4.366 N1.038 N976 N1.782 V908 N4.527 N5.538 N6.334 N7.070
Eindstand Najaarsnota 2022 V6.267 V6.726 V12.390 V13.885 V4.549 N2.425 N4.746 N6.902 N9.121

Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Terug naar navigatie - Wijzigingen die niet zijn meegenomen

Wij hebben in deze Najaarsnota 2022 geen verdere wensen uit ons Capels Akkoord verwerkt. Deze najaarsnota is met name een bijsturingsmoment voor het lopende jaar en daarnaast zijn autonome ontwikkelingen in het meerjarig perspectief verwerkt. In de komende P&C-documenten verwerken wij, wanneer daar financiële ruimte voor is, verdere ambities uit ons Capels Akkoord.

Continueren activiteiten

Terug naar navigatie - Continueren activiteiten

In lijn met uw besluit bij de Najaarsnota 2021 (voorstel 0.24) brengen wij ook in beeld wat de stand van zaken is rondom de activiteiten die reeds structureel in de begroting zijn opgenomen. Waar wij eerder hebben toegezegd voor de betreffende activiteiten met een evaluatie te komen, gaan wij niet eerder over tot het doen van uitgaven dan nadat er een evaluatie heeft plaatsgevonden en hier positief over is besloten door uw raad. Het gaat om de volgende activiteiten:

  • Toezicht rechtmatigheid Wmo & jeugdhulp (N 100 vanaf 2023);
  • Versterking aanpak eenzaamheid (N 50 vanaf 2023);
  • Verstevigen aanpak laaggeletterdheid (N 60 vanaf 2024);
  • Wijkbrandweerfunctionaris (N 70 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie verkeer (N 74 vanaf 2025);
  • Onderzoeks- en communicatie Werk en Inkomen (N 25 vanaf 2025);
  • Inzet gezondheidsbeleid (N 112 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie ruimtelijke ordening (N 82 vanaf 2025);
  • Uitbreiding formatie Stedenbouw (N 66 vanaf 2025).

Voor 2023 zijn er twee activiteiten waar, indien dit is toegezegd, nog positief besloten moet worden op de evaluatie. 

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

In de onderstaande onderdelen worden de gevolgen van de begrotingsmutaties van deze Najaarsnota 2022 voor financiële kengetallen inzichtelijk gemaakt. 

In grote lijnen zien wij in de eerste jaren een verbetering van de verschillende kengetallen. In de laatste jaren ontstaat er een verslechtering. Deze is deels ingegeven door het nadelig resultaat vanaf 2027 op de Algemene Uitkering en de BUIG. Bij de Algemene Uitkering heeft het rijk ervoor gekozen om het zogenoemde ravijnjaar 2026 incidenteel deels te compenseren. Wettelijk gezien dient onze meerjarenraming op dit moment tot en met 2026 te lopen. Wij hanteren een langere termijn, tot en met 2030. Omdat het rijk ervoor heeft gekozen om nu alleen 2026 incidenteel te compenseren, ontstaat er op de Algemene Uitkering een fors nadeel vanaf 2027. Of, en zo ja met hoeveel, we in latere jaren ook gecompenseerd gaan worden, is nu nog niet duidelijk. Hierover worden gesprekken gevoerd met het rijk.

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

Terug naar navigatie - Netto schuldquote (gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen)

De Netto schuldquote, gecorrigeerd voor doorverstrekte leningen, wordt berekend door de verschillende schuldposten van de balans te delen door de baten. De trend is in de eerste jaren beter dan bij de Begroting 2023, maar verslechterd in de laatste jaren. De Netto schuldquote blijft tot en met 2029 in de "groene" zone (minst risicovolle indicatie van de provincie Zuid-Holland). Dit is gelijk aan de Begroting 2023.

Netto schuldquote (gecorr.) 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
VJN 2022 34,1% 34,3% 47,9% 59,3% 71,1% 77,0% 84,7% 86,7% 92,6%
Begroting 2023 39,0% 48,7% 53,3% 66,3% 70,3% 77,0% 81,0% 90,0%
NJN 2022 25,5% 30,1% 43,0% 49,9% 61,0% 68,9% 79,7% 86,2% 99,0%

Solvabiliteit

Terug naar navigatie - Solvabiliteit

De solvabiliteit, oftewel de verhouding “eigen vermogen / totaal vermogen”, ontwikkelt zich tot en met 2029 grotendeels in lijn met de Begroting 2023. De solvabiliteit komt vanaf 2028 in de neutrale zone (indicatie van provincie Zuid-Holland).

Solvabiliteit 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
VJN 2022 56,8% 58,3% 54,9% 51,6% 48,4% 46,7% 44,9% 44,4% 43,5%
Begroting 2023 54,4% 53,8% 54,3% 51,4% 50,3% 48,8% 47,8% 46,0%
NJN 2022 61,2% 59,0% 56,9% 56,2% 53,6% 51,2% 48,0% 45,8% 42,5%

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

Het EMU-saldo geeft een indicatie van de feitelijke geldstromen van de gemeente. Voor 2022 is een forse verlaging van het EMU-saldo zichtbaar. Dit komt doordat investeringen en budgetten deels doorgeschoven worden naar latere jaren. Over de gehele linie is er sprake van een verslechtering van +/- € 22 mln. bij deze najaarsnota. Hiervoor zijn verschillende oorzaken. De meest materiële mutatie in deze najaarsnota is het minder grote voordeel dat ontstaat op de BUIG voor +/- € 21 mln. Op deze autonome ontwikkeling hebben wij geen invloed. Een negatiever EMU-saldo heeft directe gevolgen voor de verwachte rentelasten in de begroting. In deze tijd, waarin de marktrentes zijn gestegen, brengt dit een risico met zich mee. Met de nu verwachte financieringsbehoefte is rekening gehouden in deze Najaarsnota. 

EMU-saldo 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
VJN 2022 -40.099 128 -24.034 -22.863 -25.878 -13.359 -15.440 -9.144 -7.998
Begroting 2023 -10.355 -17.214 -9.479 -25.056 -10.041 -13.710 -13.707 -16.298
NJN 2022 -21.277 -16.778 -22.732 -14.623 -22.389 -15.648 -22.262 -19.542 -23.507

Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

Terug naar navigatie - Debt Service Coverage Ratio (DSCR)

De Debt Service Coverage Ratio (DSCR) geeft een beeld van de plek die rente en aflossingen innemen in de begroting. De DSCR wordt als volgt berekend: (resultaat + afschrijving en rente) / (rente + aflossingen). Wanneer rente of aflossingen een relatief groot deel van de kasstromen uit maken, daalt deze waarde onder 1. Bij voorkeur is deze ratio boven de 1. Tot en met 2028 is deze ratio ook (ruim) boven de 1.

Debt Service Coverage Ratio 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
Resultaat voor bestemming 5.173 743 11.388 13.445 3.816 -2.841 -5.172 -7.339 -9.557
Afschrijving 7.331 9.388 11.224 12.222 13.239 15.234 15.851 16.793 17.557
Rente 458 634 1.269 1.991 2.654 3.326 3.987 4.681 5.387
EBITDA (A) 12.962 10.765 23.881 27.658 19.709 15.719 14.666 14.135 13.387
Rentelasten 458 634 1.269 1.991 2.654 3.326 3.987 4.681 5.387
Aflossingen bestaande leningen 5.092 5.692 4.692 4.692 4.692 4.192 4.192 4.192 4.192
Aflossingen nieuwe leningen 0 555 1.786 2.572 3.655 4.440 5.501 6.423 7.544
Rente + Aflossing (B) 5.550 6.881 7.747 9.255 11.001 11.958 13.680 15.296 17.123
DSCR (A/B) 2,3 1,6 3,1 3,0 1,8 1,3 1,1 0,9 0,8
Debt Service Coverage Ratio 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
VJN 2022 0,4 2,1 1,9 1,6 1,5 1,5 1,3 1,3 1,3
Begroting 2023 1,7 3,0 3,1 1,7 1,7 1,5 1,4 1,3
NJN 2022 2,3 1,6 3,1 3,0 1,8 1,3 1,1 0,9 0,8

Afschrijvingsratio

Terug naar navigatie - Afschrijvingsratio

De afschrijvingsratio geeft een indicatie van het relatieve aandeel van afschrijvingslasten ten opzichte van de totale lasten. Als gevolg van investeringen nemen de afschrijvingslasten de komende jaren toe. Deze nemen relatief meer toe dan de totale lasten, waardoor de ratio stijgt.  

Naast de afschrijvingsratio is ook een vergelijking weergegeven van de afschrijvingslasten met de investeringen. Daaruit is zichtbaar dat we meer investeren dan dat we afschrijven op reeds gedane investeringen, maar dat deze waardes wel steeds dichter naar elkaar toe groeien. Uitzondering hierop is de jaarschijf 2030. Dit komt doordat in dat jaar sprake is van een geraamd krediet van € 8 mln. voor de MIRT.

Afschrijvingsratio 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
Totaal afschrijvingslasten (A) 7.331 9.388 11.224 12.222 13.239 15.234 15.851 16.793 17.557
Totaal exploitatielasten (B) 252.499 273.209 233.734 226.906 229.546 232.076 231.200 239.048 235.144
Afschrijvingsratio (A/B*100) 2,9% 3,4% 4,8% 5,4% 5,8% 6,6% 6,9% 7,0% 7,5%
Vergelijk afschijvingen/investeringen 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
Totaal afschrijvingslasten 7.331 9.388 11.224 12.222 13.239 15.234 15.851 16.793 17.557
Totaal netto investeringen 35.025 33.524 37.757 38.241 36.188 30.958 32.359 21.715 29.859
Saldo afschrijvingen -/- investeringen -27.694 -24.136 -26.533 -26.019 -22.949 -15.724 -16.508 -4.922 -12.302

Algemene uitkering

Terug naar navigatie - Algemene uitkering

In deze najaarsnota verwerken wij, zoals gebruikelijk, de Septembercirculaire van het gemeentefonds. Ook verwerken wij de jaarschijf 2022 van de Meicirculaire, terwijl de overige jaren in de Begroting 2023 zijn verwerkt.

Conclusie

Terug naar navigatie - Conclusie

Op basis van de uitkomsten van deze Najaarsnota 2022 in het saldo van baten en lasten en de verschillende ratio's concluderen wij dat er sprake is van een redelijk vergelijkbaar beeld als dat het geval was bij de Begroting 2023 voor wat betreft de eerste jaren. Voor de latere jaren ontstaat een verslechtering, met name ingegeven door de eerder aangehaalde Algemene Uitkering en de BUIG. Hierdoor ontstaat ook een tekort in saldo van baten en lasten vanaf 2027. De verschillende ratio's geven nog steeds een redelijk vergelijkbaar verloop, maar eindigen wel iets negatiever dan eerder verwacht bij de Begroting 2023. Met de nog verder uit te werken onderzoeksopdrachten en de mogelijkheid dat het rijk ook voor de jaren na 2026 zal compenseren in de Algemene Uitkering, zien wij kansen voor het teniet doen van deze begrote tekorten. Er is dus vanuit ons college wel zorg voor de jaren na 2026.