Programma 6 Sociaal domein

Deelprogramma 6A Sociale infrastructuur

Wat willen wij bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen wij bereiken?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Ondersteuning meldpunt Kinderopvangtoeslag
Het meldpunt Kinderopvangtoeslag ondersteunt gedupeerden van de toeslagenaffaire. 710 Capellenaren hebben zich als mogelijk gedupeerde bij de Belastingdienst aangemeld voor een herbeoordeling (peildatum 12-10-2022). Deze Capellenaren komen in aanmerking voor brede ondersteuning vanuit de gemeente op het gebied van financiën, werk, wonen, gezin en zorg. Het meldpunt Kinderopvangtoeslag zoekt actief contact met de (mogelijk) gedupeerden, een complexe opgave mede doordat de Belastingdienst alleen de gegevens levert van mensen die daar toestemming voor hebben gegeven. Momenteel heeft het meldpunt persoonlijk contact gehad met 429 personen (peildatum 18-10-2022).  

Het Rijk heeft de doelgroepen die recht hebben op gemeentelijke ondersteuning in het kader van de toeslagenaffaire uitgebreid. Vanaf november 2022 vallen volwassen kinderen ook onder de ruimhartige ondersteuning van de gemeente. Het gaat om 284 volwassen kinderen in Capelle (peildatum 23-09-2022). Naar verwachting start in de zomer van 2023 de uitvoering van de ex-partnerregeling.  
Om zoveel mogelijk gedupeerden te kunnen ondersteunen en vanwege de uitbreiding van de doelgroep is het meldpunt Kinderopvangtoeslag vanaf oktober 2022 uitgebreid met een extra casemanager. 

6A.1 Opvang vluchtelingen Oekraïne

Terug naar navigatie - 6A.1 Opvang vluchtelingen Oekraïne

Opvang vluchtelingen Oekraïne - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N/V 4.000 in 2022
Kasstroom: N/V 4.000 in 2022

In de Voorjaarsnota 2022 zijn de kosten voor de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne voorlopig begroot op N 2.000. Inmiddels zijn er 250 opvangplekken gerealiseerd. Het beschikbare budget hiervoor is ontoereikend. Daarom stellen wij u voor nogmaals N 4.000 voor 2022 beschikbaar te stellen. Het uitgangspunt is dat het Rijk de kosten van de opvang asielzoekers integraal vergoedt en daarom wordt eveneens een baat van V 4.000 opgenomen. In de begroting 2023 is voor de opvang een budget opgenomen van N/V 2.000.

Wij stellen u voor om de lasten/baten in de begroting te verhogen met N/V 4.000 in 2022.

6A.2 Opvang asielzoekers aan de Barbizonlaan

Terug naar navigatie - 6A.2 Opvang asielzoekers aan de Barbizonlaan

Opvang asielzoekers aan de Barbizonlaan - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N/V 250 in 2022
Kasstroom: N/V 250 in 2022

Voor de opvang van asielzoekers op de locatie Barbizonlaan zijn we inmiddels gereed om de werkzaamheden te gaan starten en zijn de bouwkosten begroot op N 250. Het uitgangspunt is dat het Rijk de kosten van de opvang asielzoekers integraal vergoedt waardoor eveneens een baat van V 250 begroot is.

Wij stellen u voor om de lasten/baten in de begroting te verhogen met N/V 250 in 2022.

6A.3 Toeslagenaffaire

Terug naar navigatie - 6A.3 Toeslagenaffaire

Toeslagenaffaire – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N/V 399 in 2022 en N/V 525 in 2023
Kasstroom: N/V 399 in 2022 en NV 525 in 2023

Voor de ondersteuning van de (mogelijk) gedupeerden van de toeslagenaffaire hebben wij van het Rijk een specifieke uitkering ontvangen in 2020/2021 als voorschot van V 310. Per 1 januari 2022 bedroeg het restant van dit voorschot V 110. De kosten die wij maken zullen volledig vergoed worden. De kosten voor de ondersteuning zijn als volgt te verdelen: 

Het casemanagement van het meldpunt Kinderopvangtoeslag van de gemeente
Het meldpunt Kinderopvangtoeslag van de gemeente zoekt contact met (mogelijk) gedupeerden en begeleidt hen waar mogelijk. Het meldpunt bestaat uit twee casemanagers, een ondersteuner en een beleidsmedewerker.

De opdracht aan Stichting Welzijn Capelle
In opdracht van ons zet Stichting Welzijn Capelle zich in voor (mogelijk) gedupeerden van de toeslagenaffaire. Stichting Welzijn Capelle biedt (mogelijk) gedupeerden individuele ondersteuning op het gebied van onder andere multiproblematiek, schulden en geestelijke gezondheid. Daarnaast begeleidt Stichting Welzijn Capelle een lotgenotengroep voor (mogelijk) gedupeerden;

Maatwerkvoorzieningen
Maatwerkvoorzieningen zijn goederen of diensten die de gemeente vergoedt voor (mogelijk) gedupeerden. Dit kan zijn om een escalatie te voorkomen, een situatie te stabiliseren of een steuntje in de rug te geven voor een nieuwe start. Het doel hiervan is om waar nodig een stabiele situatie te creëren om daarvandaan met de cliënten verder te werken aan herstel. Voorbeelden van maatwerkvergoedingen zijn het betalen van een huurachterstand om een woningontruiming te voorkomen en het vergoeden van een cursus voor het vergroten van baankansen. Dit is maatwerk. Per situatie wordt overwogen wat nodig is voor een duurzame oplossing. 

Wij stellen u voor de lasten en baten in de begroting 2022 te verhogen met N/V 399 in 2022 en N/V 525 in 2023. 

In onderstaande tabel is de bijbehorende begroting af te lezen. 

2022 2023
Casemanagement meldpunt Kinderopvangtoeslag N152 N152
Opdracht Stichting Welzijn Capelle N127 N173
Maatwerkvoorzieningen N120 N200
Totaal N399 N525

6A.4 Overheveling middelen aanpak eenzaamheid

Terug naar navigatie - 6A.4 Overheveling middelen aanpak eenzaamheid

Overheveling middelen aanpak eenzaamheid - Beleidskeuze
Lasten / Baten: V/N 40 in 2022 en N/V 40 in 2023
Kasstroom: V 40 in 2022 en N 40 in 2023

In 2022 heeft u incidentele middelen voor de aanpak van eenzaamheid ter hoogte van 105 beschikbaar gesteld. Hiervan resteert in 2022 naar verwachting een bedrag van 40. Dit komt omdat het vanwege de grote werkdruk bij deelnemers aan de Alliantie tegen Eenzaamheid niet is gelukt alle ambities voor 2022 daadwerkelijk in 2022 te realiseren.  
Een van de ambities die wij ook in 2023 willen voortzetten is ‘Capelle staat klaar voor elkaar’. Het doel hiervan is dat meer Capellenaren een betekenisvolle verbinding met elkaar aan gaan door middel van de inzet van maatjes. Dit draagt bij aan de realisatie van meerdere doelen zoals het voorkomen van eenzaamheid, versterken van het vrijwilligersbeleid en het ondersteunen van mantelzorgers. Maar ook het verkleinen van taalachterstanden en het voorkomen van schulden. Concreet willen we inzetten op brede bewustwording bij Capellenaren en het maken van daadwerkelijke matches tussen Capellenaren. Hiervoor is deskundigheid en inzet van een communicatiebureau nodig. Om deze inzet te financieren willen we de resterende incidentele middelen voor de aanpak van eenzaamheid overhevelen naar 2023. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting aan te passen met V/N 40 in 2022 en dit budget over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven en de begroting 2023 met N/V 40 te verhogen.

6A.5 Ziektevervanging Stichting Welzijn Capelle

Terug naar navigatie - 6A.5 Ziektevervanging Stichting Welzijn Capelle

Ziektevervanging Stichting Welzijn Capelle - Beleidskeuze 
Lasten / Baten : N 60 in 2022
Kasstroom: N 60 in 2022 

Stichting Welzijn Capelle (SWC) heeft geen ziekteverzuimverzekering afgesloten en is daarmee eigen risicodrager. Om de kosten van vervanging van langdurige ziekte te kunnen dekken is in 2021 eenmalig N 75 aan de bijdrage toegevoegd en is voor 2023 (structureel) in de Begroting 2023 een voorstel gedaan voor N 60. SWC heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een ziekteverzuimverzekering. Daaruit is gebleken dat de premie voor een verzekering hoger is dan de uitkering loonkosten in geval van verzuim en dus kostenverhogend werkt. Voorgesteld wordt N 60 beschikbaar te stellen voor 2022 ter dekking van de kosten van langdurig ziekteverzuim. Het reguliere ziekteverzuim (<5%) vangt SWC binnen haar eigen bedrijfsvoering op.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N60 in 2022. 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2022 incl. wijz. Wijz. NJN 2022 BG2022 na wijz. NJN Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030
Lasten N16.397 N4.519 N20.916 N19.277 N16.758 N16.566 N16.555 N16.544 N16.194 N16.201 N16.208
Baten V3.209 V4.649 V7.858 V4.069 V1.533 V1.523 V1.519 V1.519 V1.519 V1.519 V1.519
Saldo van baten en lasten N13.188 V130 N13.058 N15.208 N15.225 N15.043 N15.036 N15.025 N14.675 N14.682 N14.689
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V947 N107 V840 V142 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V947 N107 V840 V142 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N12.241 V23 N12.218 N15.066 N15.225 N15.043 N15.036 N15.025 N14.675 N14.682 N14.689
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2022:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6A.1 Opvang vluchtelingen Oekraïne N4.000 V4.000 N0
6A.2 Opvang asielzoekers aan de Barbizonlaan N250 V250 N0
6A.3 Toeslagenaffaire N399 V399 N0
6A.4 Overheveling middelen aanpak eenzaamheid V40 N0 V40
6A.5 Ziektevervanging Stichting Welzijn Capelle N60 N0 N60
0.1 Corona actieplan V67 N0 V67
0.5 Afschrijvingen V26 N0 V26
0.6 Rente V2 N0 V2
0.15 Aanpassen budgetten jaarlijks onderhoud N46 N0 N46
0.16 Bedrijfsvoering V25 N0 V25
4.2 Afrekeningen subsidies 2021 V76 N0 V76
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N4.519 V4.649 V130
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N107 N0 N107
Totaal mutatie in de reserves N107 N0 N107
Mutatie Resultaat V23

Deelprogramma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet)

Wat willen wij bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen wij bereiken?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Toenemende kosten voor Capellenaren
Met de stijgende inflatie zijn de kosten voor levensonderhoud voor alle inwoners flink toegenomen. Daarnaast zijn de energieprijzen enorm gestegen. Vooral voor de laagste inkomens kan dit betekenen dat zij financieel in de knel komen. Naast de maatregelen van het Rijk (energietoeslag, energieplafond en verlaging BTW op energie) zet ook de gemeente, samen met de maatschappelijke partners, zich in om de financiële bestaanszekerheid te ondersteunen. Huishoudens met financiële problemen en geldzorgen worden binnen de bestaande regelingen en voorzieningen (zoals bijzondere bijstand, schulddienstverlening en hulp bij het invullen van formulieren) ondersteund. Daarnaast wordt nagegaan waar extra inzet nodig is.

In 2023 zal het Rijk het wettelijk minimumloon met 10,15% verhogen. Dit betekent dat ook de bijstandsuitkeringen, die gekoppeld zijn aan het minimumloon, met 10,15% zullen stijgen. Wanneer inwoners noodzakelijke geachte uitgaven niet kunnen betalen, kunnen zij een beroep doen op de bijzondere bijstand. In de Bestuursrapportage Sociale Zaken 3e kwartaal 2022 zien we een stijging van de uitgaven voor de Bijzondere Bijstand. Hoewel deze stijging is gebaseerd op een prognose 2022, verwachten we in 2023 eenzelfde ontwikkeling. Aan de hand van het Jaarplan, de Bestuursrapportages en het bestedingsplan van de GR IJsselgemeenten zullen we u hiervan op de hoogte houden. 

6B.1 Kwijtscheldingen

Terug naar navigatie - 6B.1 Kwijtscheldingen

Kwijtscheldingen - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: V 275 / N 275 in 2022
Kasstroom: V 275 in 2022

De verwachting, dat door de coronacrisis de negatieve effecten zoals faillissementen en ontslagen een vertragend effect zouden hebben in de begroting voor 2022, is nagenoeg onveranderd gebleven. Daarnaast is er zelfs sprake van een daling in de totale groep van kwijtschelders en zijn er beduidend meer aanvragen afgewezen. Hierdoor is een resultaat van V 275 ontstaan, bestaande uit V 215 voor de afvalstoffenheffing en V 60 voor de rioolheffing.

Wij stellen u voor om de lasten te verlagen met V 275 in 2022 gevolgd door een lagere onttrekking N 215 uit de voorziening afvalstoffenheffing middelen derden en een lagere onttrekking uit de voorziening rioolheffing middelen derden van N 60. In de onderstaande tabel staan de mutaties per programma weergegeven. De cijfers zijn cijfermatig wel verwerkt in de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als separate voorstellen terug.

Kwijtscheldingen 2022
Programma 6B: Afvalstoffenheffing V215
Programma 6B: Rioolheffing V60
Totaal lasten V275
Progr.7: Voorziening afvalstoffenheffing middelen derden N215
Progr.7: Voorziening rioolheffing middelen derden N60
Totaal baten N275
Saldo N0

6B.2 Ondernemingsplan Promen 2023

Terug naar navigatie - 6B.2 Ondernemingsplan Promen 2023

Ondernemingsplan Promen 2023 - Onvermijdelijk 
Lasten / Baten: V 264 in 2023, V 329 in 2024, V 429 in 2025, V 512 in 2026, V 617 in 2027, V 577 in 2028, V 673 in 2029 en V 695 in 2030
Kasstroom: V 264 in 2023, V 329 in 2024, V 429 in 2025, V 512 in 2026, V 617 in 2027, V 577 in 2028, V 673 in 2029 en V 695 in 2030

Uitgangspunt van de gemeente is om met de gemeentelijke meerjarenbegroting aan te sluiten bij de meerjarenbegroting van Promen.
In het Ondernemingsplan Promen zijn de op dat moment bekende loon- en prijsstijgingen verwerkt, waaronder de wettelijke stijging van het minimumloon. Daarnaast is ten opzichte van de Primitieve Begroting 2023 het aantal Wsw-arbeidsplaatsen naar beneden bijgesteld. Per saldo leidt dit tot een lagere gemeentelijke bijdrage ten opzichte van de Primitieve Begroting Promen 2023. 
Wegens de bijstelling van de afname van het aantal arbeidsplaatsen Wsw (SE’s) ten opzichte van de Primitieve Begroting van Promen zal onze bijdrage afnemen. In ongeveer dezelfde verhouding daalt de bijdrage die de gemeente ontvangt van het Rijk voor de uitvoering van de Wsw. De jaren 2027 t/m 2030 maken geen deel uit van de begroting van Promen, echter ze zijn wel onderdeel van onze meerjarenbegroting. 
Voor het jaar 2023 is de verwachting dat Capelle zal bijdragen voor 167,5 arbeidsplaatsen Wsw. Volgens de prognose zal dit aantal in 2030 gedaald zijn met 38,9% tot 102,3 arbeidsplaatsen Wsw. Vanaf 2028 en verder is in dit voorstel rekening gehouden met een daling van de Wsw-bijdragen van het Rijk wegens een afname van het aantal arbeidsplaatsen Wsw bij Promen. 
Onzekerheden in het Ondernemingsplan Promen 2023 zijn uitkomsten van de cao gemeenten en de mate waarin loon-en prijsstijgingen aan de opdrachtgevers kunnen worden doorberekend. Daarnaast zijn er onzekerheden vanwege de oorlog Oekraïne en de economische effecten daarvan en de hoge inflatie. 

Wij stellen u voor om ten aanzien van het Ondernemingsplan Promen 2023 de lasten in de begroting aan te passen voor het verschil in de door Promen gevraagde bijdrage en het voor de Wsw beschikbare budget in de gemeentelijke begroting, V 264 in 2023 , V 329 in 2024, V 429 in 2025, V 512 in 2026, V 617 in 2027, V 577 in 2028, V 673 in 2029 en V 695 in 2030.

Omschrijving 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
Ondernemingsplan 2023 Promen
Beschikbaar begroting 2023 o.b.v. Primitieve begroting 2023 N5.651 N5.493 N5.341 N5.185 N4.972 N4.949 N4.929 N4.905
Benodigd o.b.v. Ondernemingsplan 2023 Promen N5.387 N5.164 N4.912 N4.673 N4.355 N4.059 N3.783 N3.526
Lasten: aframen (V) V264 V329 V429 V512 V617 V890 V1.146 V1.379
Stelpost afname Rijksbijdrage WSW m.i.v. 2028 N313 N473 N684
Baten: aframen (N) N0 N0 N0 N0 N0 N313 N473 N684
Saldo lasten/baten V264 V329 V429 V512 V617 V577 V673 V695

6B.3 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG)

Terug naar navigatie - 6B.3 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG)

Inkomensdeel Participatiewet (BUIG) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 870 / N 2.116 in 2022, V 2.852 / N 4.986 in 2023, V 3.013 / N 5.014 in 2024, V 3.331 / N 5.043 in 2025, V 3.163 / N 4.963 in 2026, V 2.551 / N 4.830 in 2027, V 2.036 / N 4.830 in 2028, V 1.512 / N 4.830 in 2029 en V 977 / N 4.830 vanaf 2030
Kasstroom: V 870 / N 2.116 in 2022, V 2.852 / N 4.986 in 2023, V 3.013 / N 5.014 in 2024, V 3.331 / N 5.043 in 2025, V 3.163 / N 4.963 in 2026, V 2.551 / N 4.830 in 2027, V 2.036 / N 4.830 in 2028, V 1.512 / N 4.830 in 2029 en V 977 / N 4.830 vanaf 2030

Definitief BUIG budget 2022
Het definitieve BUIG-budget voor Capelle is in 2022 vastgesteld op 31.315, inclusief 1.116 loonkostensubsidie (LKS). Dit budget is 6,3% lager dan het voorlopig budget 2022 van 33.431 dat het Ministerie van SZW in september 2022 heeft vastgesteld (zie tabel 1). Van het budget gaat een bedrag van N 76 af in verband met het in 2016 en 2017 vooruit ontvangen budget voor de extra kosten vanwege de verhoogde asielinstroom. Het voorschot wordt in 9 gelijke delen gedurende de jaren 2018 – 2026 verrekend.
Het gecorrigeerd budget 2022, inclusief LKS, is - ten opzichte van de Najaarsnota 2021 - respectievelijk 31.239 (31.315 minus 76) en 33.355 (33.431 minus 76).
De daling van het definitieve budget heeft te maken met een lagere vaststelling van het definitieve Rijksmacrobudget voor 2022. Reden hiervoor is, naast een aantal “technische factoren” zoals volume en loon- en prijsbijstelling, dat de economie zich beter heeft ontwikkeld dan was voorspeld en de verwachting dat meer mensen zouden instromen in de bijstand meeviel. 

Ontwikkelingen uitgaven BUIG/Bijstand 2022
Bij de Najaarsnota 2021 was de inschatting dat er in 2022 een gemiddeld cliëntenaantal over 2022 van 1.784 zou zijn. Nu, een jaar verder, is deze inschatting verder gedaald naar 1.720 (zie tabel 2). Het aantal cliënten is de eerste negen maanden van dit jaar met 3,7% gedaald. Naar verwachting zal dit percentage over geheel 2022 uitkomen op 5%. Of deze verwachting uitkomt eind 2022 is nog onzeker. We verwachten deze daling door de overspannen arbeidsmarkt. Tegelijkertijd weten we niet hoe de economie zich verder gaat ontwikkelen ten aanzien van de oorlog in Oekraïne en of er weer een impact van corona gaat zijn.

Verhoging Wettelijk Minimum loon (WML) 2023
Per 1 januari 2023 wordt het wettelijk minimumloon (WML) met 10,15% verhoogd. De bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidies stijgen hierdoor. In het voorlopige macrobudget 2023 is de WML-verhoging nog niet meegenomen. Deze loopt – zoals gebruikelijk – mee in de loon- en prijsontwikkeling. Bij vaststelling van het definitieve budget 2023 in september volgend jaar wordt de WML-verhoging in het macrobudget verwerkt. Voor Capelle betekent dit een verhoging van het voorlopige budget van € 3,2 miljoen.

Ontwikkelingen uitgaven BUIG/Bijstand 2023 en verder
Capelle zal op basis van de ontvangen voorlopige beschikking 2023 een budget ontvangen van 29.184, inclusief de loonkosten subsidie van 1.318. Dit is daarmee ruim N 2.256 lager (- 8,1 %) dan het definitieve budget 2022. Hierin is het bedrag van € 3,2 miljoen verhoging van het Capelse budget  – maar ook de kosten die het verhogen van de uitkeringen met 10,15% als gevolg van stijging 10,15% van WML – nog niet in meegenomen.
Vanaf 2024 verwacht de GR IJsselgemeenten een stijging van het aantal bijstandsuitkeringen. Naar verwachting blijft de gemeente Capelle binnen het beschikbare BUIG-budget (exclusief de WML gelden).
Meer dan één jaar vooruit kijken bij de BUIG en de uitkeringslasten gaat gepaard met onzekerheden omdat er te veel factoren zijn die van invloed zijn op het daadwerkelijke resultaat waar een organisatie of een gemeente vrijwel geen directe invloed op heeft.
Bij het bepalen van de budgetten voor de bijstand vanaf 2024 gaat de GR IJsselgemeenten uit van het verwachte budgetaandeel per gemeente van het macrobudget voor de gebundelde uitkering vanaf 2024.
Daarnaast worden de gemeenten met ingang van 2022 niet meer via het objectief verdeelmodel voor LKS gefinancierd, maar op basis van de laatst bekende realisaties.

Wij stellen u voor om de lasten/baten in de begroting aan te passen met  V 870 / N 2.116 in 2022, V 2.852 / N 4.986 in 2023, V 3.013  / N 5.014 in 2024, V 3.331 / N 5.043 in 2025, V 3.163 / N 4.963 in 2026, V 2.551 / N 4.830 in 2027, V 2.036 / N 4.830 in 2028, V 1.512 / N 4.830 in 2029 en V 977 / N 4.830 vanaf 2030.

Tabel 1: Ontwikkeling definitief budget 2021 t.o.v. het definitief budget voor 2022 Capelle aan den IJssel
Definitief budget 2021 33.088
Voorlopig budget 2022 33.431
Nader Voorlopig budget 2022 31.597
Definitief budget 2022 31.315
Tabel 2: 2022 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.720 in 2022) 26.693 25.793 V900 -3,4%
Rijksbudget 32.346 30.123 N2.223 6,9%
Saldo Uitkeringen V5.653 V4.330 N1.323 23,4%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 89) 1.009 1.039 N30 3,0%
Loonkostensubsidie 1.009 1.116 V107 -10,6%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V77 V77 -100,0%
Totaal Lasten 27.702 26.832 V870 -3,1%
Totaal Baten 33.355 31.239 N2.116 6,3%
Resultaat 2022 V5.653 V4.407 N1.246 22,0%
Tabel 3: 2023 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.687 in 2023) 27.927 25.248 V2.679 -9,6%
Rijksbudget 32.771 27.866 N4.905 15,0%
Saldo Uitkeringen V4.844 V2.618 N2.226 46,0%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 129) 1.399 1.226 V173 -12,4%
Loonkostensubsidie 1.399 1.318 N81 5,8%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V92 V92 -100,0%
Totaal Lasten 29.326 26.474 V2.852 -9,7%
Totaal Baten 34.170 29.184 N4.986 14,6%
Resultaat 2023 V4.844 V2.710 N2.134 44,1%
Tabel 4: 2024 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.721 in 2024) 28.660 25.761 V2.899 -10,1%
Rijksbudget 32.653 27.642 N5.011 15,3%
Saldo Uitkeringen V3.993 V1.881 N2.112 52,9%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 157) 1.601 1.487 V114 -7,1%
Loonkostensubsidie 1.601 1.598 N3 0,2%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V111 V111 -100,0%
Totaal Lasten 30.261 27.248 V3.013 -10,0%
Totaal Baten 34.254 29.240 N5.014 14,6%
Resultaat 2024 V3.993 V1.992 N2.001 50,1%
Tabel 5: 2025 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.731 in 2025) 29.139 25.926 V3.213 -11,0%
Rijksbudget 32.491 27.441 N5.050 15,5%
Saldo Uitkeringen V3.352 V1.515 N1.837 54,8%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 178) 1.803 1.685 V118 -6,5%
Loonkostensubsidie 1.803 1.810 V7 -0,4%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V125 V125 -100,0%
Totaal Lasten 30.942 27.611 V3.331 -10,8%
Totaal Baten 34.294 29.251 N5.043 14,7%
Resultaat 2025 V3.352 V1.640 N1.712 51,1%
Tabel 6: 2026 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.763 in 2026) 29.454 26.412 V3.042 -10,3%
Rijksbudget 32.418 27.442 N4.976 15,3%
Saldo Uitkeringen V2.964 V1.030 N1.934 65,2%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 189) 1.912 1.791 V121 -6,3%
Loonkostensubsidie 1.912 1.925 V13 -0,7%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V134 V134 -100,0%
Totaal Lasten 31.366 28.203 V3.163 -10,1%
Totaal Baten 34.330 29.367 N4.963 14,5%
Resultaat 2026 V2.964 V1.164 N1.800 60,7%
Tabel 7: 2027 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.796 in 2027) 29.454 26.917 V2.537 -8,6%
Rijksbudget 32.418 27.461 N4.957 15,3%
Saldo Uitkeringen V2.964 V544 N2.420 81,6%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 200) 1.912 1.898 V14 -0,7%
Loonkostensubsidie 1.912 2.039 V127 -6,6%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V141 V141 -100,0%
Totaal Lasten 31.366 28.815 V2.551 -8,1%
Totaal Baten 34.330 29.500 N4.830 14,1%
Resultaat 2027 V2.964 V685 N2.279 76,9%
Tabel 8: 2028 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.829 in 2028) 29.454 27.432 V2.022 -6,9%
Rijksbudget 32.418 27.461 N4.957 15,3%
Saldo Uitkeringen V2.964 V29 N2.935 99,0%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 200) 1.912 1.898 V14 -0,7%
Loonkostensubsidie 1.912 2.039 V127 -6,6%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V141 V141 -100,0%
Totaal Lasten 31.366 29.330 V2.036 -6,5%
Totaal Baten 34.330 29.500 N4.830 14,1%
Resultaat 2028 V2.964 V170 N2.794 94,3%
Tabel 9: 2029 NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.863 in 2029) 29.454 27.956 V1.498 -5,1%
Rijksbudget 32.418 27.461 N4.957 15,3%
Saldo Uitkeringen V2.964 N495 N3.459 116,7%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 200) 1.912 1.898 V14 -0,7%
Loonkostensubsidie 1.912 2.039 V127 -6,6%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V141 V141 -100,0%
Totaal Lasten 31.366 29.854 V1.512 -4,8%
Totaal Baten 34.330 29.500 N4.830 14,1%
Resultaat 2029 V2.964 N354 N3.318 111,9%
Tabel 10: 2030 en verder NJN 2021 Huidige prognose Verschil In %
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.898 in 2030) 29.454 28.491 V963 -3,3%
Rijksbudget 32.418 27.461 N4.957 15,3%
Saldo Uitkeringen V2.964 N1.030 N3.994 134,7%
Prognose uitgaven Loonkostensubsidie (garantiebanen/beschut werk: 200) 1.912 1.898 V14 -0,7%
Loonkostensubsidie 1.912 2.039 V127 -6,6%
Saldo Loonkostensubsidie N0 V141 V141 -100,0%
Totaal Lasten 31.366 30.389 V977 -3,1%
Totaal Baten 34.330 29.500 N4.830 14,1%
Resultaat 2030 en verder V2.964 N889 N3.853 130,0%
Opmerking: Het bedrag onder Rijksbudget is tot en met 2026 gecorrigeerd voor N76 in verband met het vooruit ontvangen budget vanwege de verhoogde asielinstroom.

6B.4 Onderbesteding Participatiebudget

Terug naar navigatie - 6B.4 Onderbesteding Participatiebudget

Onderbesteding participatiebudget - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 363 in 2022
Kasstroom: V 363 in 2022

Op basis van de huidige prognose in de Bestuursrapportage Sociale Zaken 3e kwartaal 2022 blijkt een onderbesteding op de uitgaven van het re-integratie en participatiebudget. Een onderbesteding van V 123 wordt veroorzaakt doordat maar de helft van een groep in 2022 is gestart voor de re-integratie van statushouders. Tevens volgen minder klanten een opleiding (V 23). Voor trajecten bij Het Goed wordt naar verwachting maar de helft van de trajecten afgenomen dan waarvan is uitgegaan (V 90). Ook de plaatsingen voor trajecten bij Prowork loopt achter bij de verwachtingen (V 119). Voor de doelgroep arbeidsbeperkten wordt door onze gemeente meer ingezet op garantiebanen en beschutte werkplekken (N 67). De overige kosten, V 75, betreffen minder afgegeven medische adviezen en minder uitgaven voor de uitstroompremie.

De reden voor de onderbesteding is tweeledig. Ten eerste zijn de afgelopen jaren door de gunstige arbeidsmarkt en de inzet van de GR IJsselgemeenten/Soza veel Capellenaren uit de bijstand gestroomd. De huidige populatie in de bijstand bestaat voor een groot deel uit inwoners met een lange afstand tot de arbeidsmarkt. Bij deze doelgroep speelt veelal medische problematiek (zowel fysieke als mentaal) en laaggeletterdheid/taalachterstand. Deze inwoners worden begeleid en zoveel mogelijk werkfit gemaakt, maar de stap naar een opleiding/ werk(ervarings-) plek is (bijvoorbeeld bij Het Goed) voor veel cliënten nog te groot. Ten tweede heeft het de GR IJsselgemeenten/Soza door een groot personeelsverloop minder medewerkers beschikbaar om cliënten te begeleiden. 

Wij stellen u voor de lasten in de begroting 2022 met eenmalig V 363 af te ramen.

6B.5 Budget Inburgering

Terug naar navigatie - 6B.5 Budget Inburgering

Budget inburgering - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 132 / V 204 in 2022
Kasstroom: N 132 / V 204 in 2022

De uitvoering van de nieuwe Wet Inburgering is op 1 januari 2022 van start gegaan. Onze gemeente ontvangt voor de uitvoeringstaken een bijdrage van het Rijk vanuit de integratie-uitkering (IU). Deze bijdrage is gebaseerd op het aantal inwoners. Onze gemeente ontvangt verder middelen voor de inkoop van inburgeringsvoorzieningen via een specifieke uitkering (SPUK). Dit budget wordt achteraf, op basis van realisatie (aantal inburgeringstrajecten), door het Rijk vastgesteld. Daarnaast ontvangt de gemeente middelen voor enkele specifieke zaken (zoals de uitvoering van de leerbaarheidstoets, ICT-kosten en inzet op de zogenaamde 'ondertussengroep'). De aanbesteding Leerroutes wordt bekostigd vanuit de specifieke uitkering (SPUK) voor de inkoop van het inburgeringsaanbod. Uit dit budget wordt ook de maatschappelijke begeleiding en het Participatieverklaringstraject bekostigd.

Volgens de raming van de Stichting Welzijn Capelle (SWC) zijn de totale uitgaven 2022 voor de leerroutes/uitvoering 755 waarvan 322 de inkoop leerroutes betreft. Het restant, 433, betreft de uitvoeringskosten.   

Wij stellen u voor de lasten in de begroting te verhogen met N 132 en de baten te verhogen met V 204 in 2022, volgens onderstaande tabel.

Omschrijving 2022
Inkoop inburgeringsvoorzieningen:
Beschikbaar Begroting 2022 N278
Benodigd t.b.v. inburgeringsvoorzieningen o.b.v. raming Stichting Welzijn Capelle (2022) N322
Lasten: aanramen (N) N44
Bij de Begroting 2022 opgenomen Rijksbijdrage 2022 V278
Rijksbijdrage SPUK V482
Baten: aanramen (V) V204
Uitvoeringskosten:
Beschikbaar in Begroting 2022 N345
Uitvoeringskosten o.b.v. raming Stichting Welzijn Capelle (2022) N433
Lasten: aanramen (N) N88
Totaal lasten aanramen (N) N132
Totaal baten aanramen (V) V204

6B.6 Bijdrage aanpak energiearmoede en Nationaal Isolatie programma

Terug naar navigatie - 6B.6 Bijdrage aanpak energiearmoede en Nationaal Isolatie programma

Bijdrage aanpak energiearmoede en Nationaal Isolatie programma – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N / V 400 in 2022 en N / V 862 in 2023
Kasstroom: V 862 in 2022, N 862 in 2023

In 2022 hebben we vanuit het Ministerie van BKZ twee bijdragen ontvangen om huishoudens tegemoet te kunnen komen vanwege de sterk gestegen energieprijzen en dalende koopkracht. Voor de aanpak van energiearmoede door het stimuleren van energiebesparende maatregelen hebben we een bijdrage van 1.072 ontvangen. Daarnaast hebben we vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) een bijdrage van 190 ontvangen, die we inzetten voor acties om het energieverbruik in woningen te verminderen. De uitvoering hiervan zal plaats vinden in 2022 en 2023.

Wij stellen u voor de lasten en baten in de begroting te verhogen met N / V 400 in 2022 en N / V 862 in 2023.

6B.7 Eenmalige tegemoetkoming energiekosten minima (energietoeslag)

Terug naar navigatie - 6B.7 Eenmalige tegemoetkoming energiekosten minima (energietoeslag)

Eenmalige tegemoetkoming energiekosten minima (energietoeslag) - Beleidskeuze
Lasten / Baten: N 2.400 / V 1.007 in 2022 en N 6.000 / V 6.000 in 2023
Kasstroom:  N 2.400 / V 1.007 in 2022 en N 6.000 / V 6.000 in 2023

Bij de Voorjaarsnota 2022 (voorstel 6B.1) heeft de gemeenteraad vooruitlopend op de meicirculaire 2022 een budget van € 3,6 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van de eerste fase van de energietoeslag 2022, gericht op het verstrekken van een energietoeslag van € 800 aan huishoudens met een inkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum. Dit bedrag is, volgens een indicatieve berekening (gebaseerd op cijfers van het CBS, Dashboard armoedescan 2019) uitgaande van 100% bereik van de doelgroep van 4.500 huishoudens, in totaal € 3,6 miljoen. Een aanvraag van de energietoeslag 2022 kan tot en met 30 juni 2023. Voor de uitvoering van de per juli 2022 opgehoogde energietoeslag tot een bedrag van € 1.300 dient op basis van de eerder gehanteerde doelgroep rekening te worden gehouden met een uitgave van € 2,25 miljoen. Daarbovenop rekenen wij ongeveer € 150.000 als uitvoeringskosten. Van het totale geraamde bedrag van afgerond € 5,85 miljoen is per ultimo september 2022 een bedrag besteed van € 4,8 miljoen.

Via de meicirculaire 2022 heeft Capelle voor de eerste fase van de Energietoeslag 2022 een bijdrage van € 3,3 miljoen ontvangen. Via de septembercirculaire 2022 is daar een bedrag van € 1,7 miljoen aan toegevoegd.
Zoals we al bij de Voorjaarsnota 2022 hadden gemeld heeft de minister voor Armoedebeleid de garantie gegeven dat gemeenten voldoende budget krijgen om de regeling zoals bedoeld uit te voeren. Op grond daarvan houden we voor 2022 rekening met een vordering op het Rijk van in circa € 1,0 miljoen. Dit is het verschil tussen de rijksbijdrage en de geraamde uitgaven inclusief uitvoeringskosten € 150.000 over 2022.

Met Prinsjesdag heeft het kabinet de Energietoeslag 2023 aangekondigd, voor dezelfde doelgroep en opnieuw voor een bedrag van € 1.300 per huishouden. Gemeenten mogen in 2022 hiervan al een bedrag van € 500 uitkeren aan betreffende huishoudens. Zij ontvangen hiervoor nog budget van het Rijk in 2022. Wij zijn voornemens om de Energietoeslag uit te voeren in 2023, waarbij wij eveneens uitgaan van uitvoeringskosten voor een budget van ongeveer € 150.000.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting 2022 te verhogen met N 2.400, de baten te verhogen met V 1.007 en voor 2023 de lasten te verhogen met N 6.000, de baten te verhogen met V 6.000. De wijzigingen zijn cijfermatig verwerkt op de betreffende programma's, maar komen daar niet meer als separate voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma's (zie onderstaande tabel).

Voorstel Energietegemoetkoming minima Lasten 2022 Baten 2022 Lasten 2023 Baten 2023
Begrotingsjaar 2022 n.a.v. Septembercirculaire 2022:
- Programma 0: Te vorderen op het Rijk V1.007
- Programma 6B: Uitbetalingen aan huishoudens (€ 500 per huishouden) N2.400
Begrotingsjaar 2023, € 1.300 per huishouden:
- Programma 0: Rijksbijdrage V6.000
- Programma 6B: Uitbetalingen aan huishoudens N6.000
Totaal saldo N2.400 V1.007 N6.000 V6.000
N.B.: bedragen zijn inclusief geraamde uitvoeringskosten

6B.8 Overheveling incidenteel budget brede schuldenaanpak

Terug naar navigatie - 6B.8 Overheveling incidenteel budget brede schuldenaanpak

Overheveling incidenteel budget brede schuldenaanpak - Beleidskeuze 
Lasten / Baten: V/N 84 in 2022 en N/V 84 in 2023
Kasstroom: V 84 in 2022 en N 84 in 2023

In de meicirculaire 2020 is voor de periode 2021-2023 eenmalig budget beschikbaar gesteld voor aanpak van schulden. In 2022 gaat het om een bedrag van 84 (36 vanuit 2021 en 48 voor de jaarschijf 2022). Als gevolg van de sterk gestegen inflatie neemt het aantal Capellenaren met financiële problematiek toe vanaf het vierde kwartaal 2022. Om een extra impuls te kunnen geven aan de brede schuldenaanpak stellen wij voor om het resterende budget daarvoor in te zetten. 

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting aan te passen met V/N 84 in 2022 en N/V 84 in 2023 en dit budget over te hevelen van 2022 naar 2023 middels de reserve eenmalige uitgaven.  

6B.9 Jeugdfonds Sport & Cultuur 2022 (Capels Akkoord)

Terug naar navigatie - 6B.9 Jeugdfonds Sport & Cultuur 2022 (Capels Akkoord)

Jeugdfonds Sport & Cultuur 2022 - Beleidskeuze
Lasten / Baten: V 20 eenmalig in 2022 en V/N 100 in 2022 en N/V 100 in 2023
Kasstroom: V 20 eenmalig in 2022 en V 100 in 2022 en N 100 in 2023

Na twee jaar flinke terugloop in het aantal aanvragen bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur in 2020 en 2021 als gevolg van de Covidpandemie ontwikkelt het aantal aanvragen zich dit jaar richting het niveau van 2019. Naar verwachting zitten we in 2023 weer op het oude niveau of zelfs daarboven. Op basis van het aantal goedgekeurde aanvragen in voorgaande jaren en als gevolg van het overhevelen van een restantbedrag van 53 van 2021 naar 2022 door het Jeugdfonds Sport & Cultuur (waardoor minder budget uit de jaarschijf 2022 nodig is) verwachten we voor 2022 een resterend bedrag van 120. Wij stellen voor hiervan een bedrag van 80 in 2023 in te zetten voor extra sport- en cultuuractiviteiten in de buurt voor kinderen en jongeren uit huishoudens met een laaginkomen. Ook stellen we voor om in 2023 een bedrag van 20 in te zetten voor een intensieve voorlichtingscampagne rondom het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Dit is een actiepunt uit ons Capels Akkoord 2022 - 2026.

Wij stellen u voor om de lasten in 2022 eenmalig met V 20 af te ramen en een budget van V/N 100 in 2022 en N/V 100 in 2023 via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen van 2022 naar 2023.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2022 incl. wijz. Wijz. NJN 2022 BG2022 na wijz. NJN Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030
Lasten N55.350 N1.342 N56.692 N57.061 N50.665 N50.592 N50.981 N51.318 N51.259 N51.262 N51.253
Baten V35.054 N1.512 V33.542 V31.427 V30.637 V30.648 V30.764 V30.897 V30.293 V29.878 V29.368
Saldo van baten en lasten N20.296 N2.854 N23.150 N25.634 N20.028 N19.943 N20.216 N20.421 N20.965 N21.383 N21.885
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V175 N184 N9 V184 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V175 N184 N9 V184 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N20.121 N3.038 N23.159 N25.450 N20.028 N19.943 N20.216 N20.421 N20.965 N21.383 N21.885
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2022:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6B.1 Kwijtscheldingen V275 N0 V275
6B.2 Ondernemingsplan Promen 2023 N0 N0 N0
6B.3 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG) V870 N2.116 N1.246
6B.4 Onderbesteding Participatiebudget V363 N0 V363
6B.5 Budget Inburgering N132 V204 V72
6B.6 Bijdrage aanpak energiearmoede en Nationaal Isolatie programma N400 V400 N0
6B.7 Eenmalige tegemoetkoming energiekosten minima (energietoeslag) N2.400 N0 N2.400
6B.8 Overheveling incidenteel budget brede schuldenaanpak V84 N0 V84
6B.9 Jeugdfonds Sport & Cultuur 2022 (Capels Akkoord) V120 N0 V120
0.16 Bedrijfsvoering N22 N0 N22
7.7 Vergoeding uitvoeringskosten Klimaatakkoord N100 N0 N100
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N1.342 N1.512 N2.854
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N184 N0 N184
Totaal mutatie in de reserves N184 N0 N184
Mutatie Resultaat N3.038

Deelprogramma 6C Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

NEA-indexering zorg-en taxivervoer
Op dit moment vinden er gesprekken plaats over de NEA-indexering 2023 voor zorg-en taxivervoer. In de Begroting 2023 hebben wij rekening gehouden met een indexering van 3,5%. Mogelijk is de uitkomst van de lopende gesprekken dat indexering hoger zal uitvallen. Indien dit het geval is komen wij hier op terug bij de Voorjaarsnota 2023.

6C.1 Maatwerkdienstverlening Wmo

Terug naar navigatie - 6C.1 Maatwerkdienstverlening Wmo

Maatwerkdienstverlening Wmo - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 1.426 / N 83 in 2022
Kasstroom: V 1.426 / N 83 in 2022

Onderbesteding budget Wmo-maatwerkvoorzieningen
Er is sprake van een onderbesteding op het budget Wmo-maatwerkvoorzieningen. Hiervoor zijn drie redenen aan te wijzen:

  1. De demografische groei laat in Capelle aan den IJssel een afvlakking zien in het aantal 65-plussers en in de totale omvang van Capellenaren. In eerdere berekeningen is uitgegaan van een jaarlijkse toename van 65-plussers met 2,5%. Met de inzichten van nu blijkt het echter om een toename te gaan van 2,16% in 2023 aflopend naar 1,41% in 2030 (bron: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu).
  2. Er zijn lichtere vormen en (dus goedkopere) van ondersteuning ingezet (huishoudelijke ondersteuning en begeleiding). Dit komt omdat wij de afgelopen periode inspanningen hebben verricht op het kostenbewustzijn bij de Wmo-consulenten. Daarnaast is geïnvesteerd in specialistische kennis rondom de doelgroep die ondersteuning behoeft in de vorm van begeleiding.
  3. De gecontracteerde zorgaanbieders hebben veel moeite met het zorgdragen voor voldoende gekwalificeerd personeel. Hierdoor kan het langer duren voordat de huishoudelijke ondersteuning kan starten of met een lagere frequentie dan geïndiceerd.  De spoedaanvragen zijn tijdig opgepakt.

Naast de onderbesteding op het budget is er sprake van een lagere ontvangst van de eigen bijdragen dan begroot. Door het gebrek aan personeel starten veel aanbieders de huishoudelijke ondersteuning later dan de ingangsdatum van de indicatie. Dit betekent een uitstel voor de inkomsten van de eigen bijdrage. Ook de eerder genoemde demografische ontwikkeling heeft een effect op de hoogte van inkomsten van de eigen bijdrage. 

Bovenstaande leidt tot een verlaging van de lasten (V1.156) en baten (N83) in de begroting 2022. In de Begroting 2023 is een structurele verlaging van de lasten verwerkt.

Vervoersdiensten collectief/individueel
Er is enige tijd sprake geweest van problematiek binnen het leerlingen- en Wmo-vervoer uitgevoerd door Trevvel. Het vervoer verliep niet zoals verwacht op basis van de contractafspraken. Gebruikers van het vervoer werden te laat opgehaald en werden er ritten geannuleerd. Dit was ingegeven door de beperkte personeelscapaciteit. Wij constateren dat gebruikers een drempel ervaren in het gebruik en ervoor kiezen om op een andere wijze gaan reizen. Er zijn minder ritten gereden door Trevvel wat resulteert in lagere uitgaven (V 270). In deze periode hebben wij maatregelen genomen, zodat inwoners wel de mogelijkheid hadden om te blijven reizen. Inmiddels is het niveau van dienstverlening weer conform de contractafspraken. 

Wij stellen u voor om de lasten en baten in de begroting te verlagen met V 1.426 / N 83 in 2022. 

6C.2 Maatwerkvoorzieningen Wmo (Krediet 300 in 2022 en structureel 279 vanaf 2023)

Terug naar navigatie - 6C.2 Maatwerkvoorzieningen Wmo (Krediet 300 in 2022 en structureel 279 vanaf 2023)

Maatwerkvoorzieningen Wmo - Onvermijdelijk
Lasten: N 200 in 2022, V 355 in 2023, V 315 in 2024, V275 in 2025, V235 in 2026, V 195 in 2027, V155 in 2028, V 115 in 2029 en V 119 vanaf 2030
Kasstroom: N 500 in 2022 en V 119 vanaf 2023

Door het faillissement van onze voormalige hulpmiddelenleverancier Hulpmiddelcentrum (HMC) hebben wij indertijd de lopende overeenkomst per 1 april 2020 moeten beëindigen. Na het faillissement is gestart met een Europees aanbestedingstraject voor de levering van Wmo-hulpmiddelen. De aanbesteding is in de afrondende fase, wij hebben het voornemen tot gunning van de opdracht voor de levering en dienstverlening hulpmiddelen Wmo aan 2 partijen. Deze zal naar verwachting per 1 januari 2023 van start gaan. Om de Capellenaren na faillissement van HMC te behoeden voor onacceptabele levertijden van hulpmiddelen en levering van hulpmiddelen te blijven continueren, hebben de afgelopen periode de 2 leveranciers Medipoint en Welzorg de dienstverlening tot de nieuwe raamovereenkomst overgenomen.

Mede als gevolg van het faillissement zijn de verwachte uitgaven voor de aanschaf van de nieuwe rolstoelen hoger dan begroot uitgevallen. Dit als gevolg van het feit dat de kostprijs van een rolstoel door de dynamiek in de markt is gestegen. Deze dynamiek bestaat uit hogere prijs voor grondstoffen wat niet alleen van invloed is op de aanschafprijs maar ook de prijs voor onderhoud van de hulpmiddelen. Ook de loonkostenstijging voor personeel bij een leverancier maakt dat de aanschafkosten hoger zijn. Vanwege de afwezigheid van contractafspraken is er geen sprake van schaalvoordeel in de aanschaf van hulpmiddelen. Ook door het wegvallen van de onderhoudscontracten op hulpmiddelen door het faillissement van HMC zijn de kosten voor reparaties aan hulpmiddelen toegenomen nu de reparaties separaat in rekening worden gebracht. Tevens is het huidige park aan hulpmiddelen verouderd met als gevolg meer dan gemiddeld reparaties aan hulpmiddelen. In 2022 zal er een extra krediet van N 300 nodig zijn voor de aanschaf van hulpmiddelen N 200 aan budget voor onderhoud en reparaties.

Door het aangaan van de nieuwe overeenkomsten per 2023 zijn er vaste prijsafspraken voor de aanschaf van hulpmiddelen alsook voor huur, reparatie en onderhoud van de hulpmiddelen. De prijsafspraken voor de aanschaf van hulpmiddelen (krediet) zijn marktconform en hoger dan voorheen het geval was. De hogere aanschafsprijs vloeit voort uit de hogere grondstofprijzen op de wereldmarkt. De prijsafspraken voor huur, onderhoud en reparatie zijn lager dan voorheen het geval was waardoor minder budget benodigd is. Hierdoor is er structureel een krediet nodig van N 279 en een lager budget voor huur, onderhoud en reparaties van V 398. In de berekening is uitgegaan van het werkelijke aantal verstrekkingen in 2021. 

Wij stellen u voor om het krediet in de begroting in 2022 met N300 incidenteel te verhogen, en structureel met N 279 vanaf 2023 en de hieruit voorkomende afschrijvingslasten te verhogen met N 43 in 2023, N 83 in 2024, N 123 in 2025, N 163 in 2026, N 203 in 2027, N 243 in 2028, N 283 in 2029 en structureel vanaf 2030 met N279. Daarnaast stellen wij u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 200 in 2022 en te verlagen met V 398 in 2023 en verder.

6C.3 Onderzoeksopdracht Wmo

Terug naar navigatie - 6C.3 Onderzoeksopdracht Wmo

Onderzoeksopdracht Wmo - Beleidskeuze
Lasten / Baten:  V/N 85 in 2022 en N 260 / V 85 in 2023
Kasstroom: V 85 in 2022 en N 260 in 2023

Op 8 juni 2021 hebben wij in het kader van de invulling van de taakstelling in onze meerjarenbegroting besloten om een 10-tal onderzoeksopdrachten uit te voeren (BBV 511435). Een van de onderzoeksopdrachten betreft de kostenbeheersing van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Wij hebben bureau Berenschot gevraagd te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de inwoners passend te blijven ondersteunen en tegelijkertijd verder op zoek te gaan naar efficiencymogelijkheden. Berenschot heeft vier concrete maatregelen met besparingen voorgesteld.. Wij hebben op 15 november een principebesluit genomen om deze maatregelen uit te voeren (BBV 977608). Dit principebesluit wordt ter consultatie aan u voorgelegd in de commissie SLE op 6 december. Berenschot komt, op basis van hun ervaringen bij andere gemeenten, uit op een geprognosticeerde besparing van € 1,3 miljoen. De praktijk moet uitwijzen of deze besparing ook in Capelle haalbaar is. Om de maatregelen uit te voeren , is een investering van 260 nodig. Dit is bestemd voor de inzet van een projectleider en om de bedrijfsvoering te optimaliseren. Het restant van 85 van het bedrag dat u beschikbaar heeft gesteld voor de onderzoeksopdracht (voorstel 0.6 NJN 2021) zetten wij hier voor in. Per saldo is dan nog een bedrag van 175 nodig. Wij houden u twee keer per jaar op de hoogte over de voortgang van de uitvoering van de maatregelen.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting aan te passen met V/N 85 in 2022 en dit budget over te hevelen via de reserve eenmalige uitgaven naar 2023 (N/V 85). Daarnaast stellen wij u voor om de lasten in 2023 te verhogen met N 175.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2022 incl. wijz. Wijz. NJN 2022 BG2022 na wijz. NJN Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030
Lasten N18.824 V1.269 N17.555 N19.612 N19.762 N19.981 N20.378 N20.819 N21.133 N21.419 N21.709
Baten V512 N83 V429 V476 V510 V818 V856 V891 V924 V954 V982
Saldo van baten en lasten N18.311 V1.186 N17.125 N19.135 N19.252 N19.163 N19.522 N19.928 N20.209 N20.465 N20.727
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven N0 N85 N85 V85 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Sociaal Noodfonds N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves N0 N85 N85 V85 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N18.311 V1.101 N17.210 N19.050 N19.252 N19.163 N19.522 N19.928 N20.209 N20.465 N20.727
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2022:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6C.1 Maatwerkdienstverlening V1.426 N83 V1.343
6C.2 Maatwerkvoorzieningen Wmo (Krediet 300 in 2022 en 279 vanaf 2023) N200 N0 N200
6C.3 Onderzoeksopdracht Wmo V85 N0 V85
0.5 Afschrijvingen N28 N0 N28
0.16 Bedrijfsvoering N14 N0 N14
Totaal mutatie saldo van baten en lasten V1.269 N83 V1.186
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N85 N0 N85
Totaal mutatie in de reserves N85 N0 N85
Mutatie Resultaat V1.101

Deelprogramma 6D Jeugdzorg

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Voortgang Hervormingsagenda Jeugd en regionale en lokale opgave
Op het moment van opstellen van deze Najaarsnota is de verwachting dat de landelijke Hervormingsagenda Jeugd 2022-2028 (hierna: hervormingsagenda) op 2 december 2022 aan de gemeenten ter instemming voorligt in de buitengewone algemene ledenvergadering van de VNG. In de hervormingsagenda zijn maatregelen opgenomen die moeten leiden tot betere en tijdige zorg en ondersteuning en een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel. 

De hervormingsagenda gaat gepaard met een taakstelling voor de gemeenten. De taakstelling voor Capelle is reeds financieel vertaald in onze meerjarenbegroting (voorstellen 6D.4 Begroting 2022, 6D.4 Voorjaarsnota 2022, voorstel 6 D.2 Begroting 2023). Wel hebben wij vanuit de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (verder GRJR) bij het Rijk het signaal afgegeven dat wij twijfels hebben bij de (volledige) haalbaarheid van de besparingen die gepaard gaan met de hervormingsagenda omdat deze niet synchroon lopen met de snelheid waarmee maatregelen daadwerkelijk effect kunnen hebben. 

De opgave vanuit de hervormingsagenda -betere jeugdzorg en een houdbaar stelsel- pakken wij regionaal en lokaal projectmatig op. De Regiovisie Jeugdhulp Rijnmond ''Nabij en Passend'' is nader uitgewerkt in de Regio agenda 2022-2023. In deze agenda zijn onderwerpen gekozen die regionaal en lokaal leiden tot betere zorg en/of minder uitgaven, aansluitend bij de concept-hervormingsagenda. Tijdens de themaraad op 29 november wordt u hierover nader geïnformeerd.  

Lokaal zijn wij het Project Taakstelling Jeugdzorg gestart. Met de uitkomsten van het onderzoek dat bureau Berenschot voor ons heeft uitgevoerd (zie deelprogramma 6D onder ''Wat willen wij bereiken?'') gaan wij begin 2023 in samenwerking met het Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel en de GRJR aan de slag. Zowel regionaal als lokaal wordt stevig ingezet op data en monitoring omdat dit cruciaal is om inzicht te krijgen in de maatschappelijke en financiële effecten.

De uitwerking van bovengenoemde landelijke, regionale en lokale inspanningen moet uitmonden in een voorstel in aanloop naar de Begroting 2024. In het tweede kwartaal 2023 informeren wij u tussentijds over de voortgang. 

6D.1 Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO)

Terug naar navigatie - 6D.1 Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO)

Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO) – Technisch
Lasten / Baten: N 94 / V 116 en V/N 39 in 2022 en N/V 39 in 2023 
Kasstroom: N 55 en V 116 in 2022 en N 39 in 2023

De Centrumgemeenten Vrouwenopvang, waaronder de gemeente Rotterdam, ontvangen vanaf 2022 tot en met 2025 via de Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO) middelen vanuit het Rijk in het kader van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming. Aangezien dit jaar nog geen regionale kosten worden gemaakt ten aanzien van het Toekomstscenario is besloten de middelen volgens een verdeelsleutel vooralsnog eenmalig beschikbaar te stellen aan de deelnemende zeven gemeenten van de regio Rotterdam. Het gaat hierbij voor de gemeente Capelle aan den IJssel om een bedrag van 102. Daarnaast was de eerdere bijdrage uit DUVO-middelen van de gemeente Rotterdam 14 hoger dan begroot. Ten laste van deze en de eerder dit jaar ontvangen middelen, tezamen 276, verwachten we in 2022 uitgaven tot maximaal 237 (inclusief 22 uit voorstel 6D.2). Het verschil, eenmalig 39, willen we overhevelen naar 2023.

We stellen u voor de lasten met N 94 en de baten met V 116 in 2022 te verhogen en de begroting aan te passen met V/N 39 in 2022 en N/V 39 in 2023 en dit budget via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen.

6D.2 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

Terug naar navigatie - 6D.2 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 271 in 2022 en N 615 vanaf 2022
Kasstroom: N 271 in 2022 en N 615 vanaf 2022

Loonkosten CJG
Uit de halfjaarrapportage 2022 blijkt dat het CJG te maken heeft met hogere loonkosten van 391. Dit betreft de effecten van de Cao-afspraken die niet volledig in de begroting 2022 van het CJG waren verwerkt en een eenmalige uitkering van € 250 per medewerker. Tevens stromen nieuwe medewerkers tegen een iets hoger salaris in, dit vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Met het voorstel 6D.2 uit de Voorjaarsnota 2022 hebben wij reeds structureel middelen aangevraagd van 180 waardoor per saldo nog een tekort resteert van 211. De effecten van de loonkosten zijn meerjarig in onze Begroting 2023 verwerkt.

Resultaat jaarrekening 2021 
Met voorstel 6D.2 in de Voorjaarsnota 2022 hebben we, op basis van de op dat moment bekende concept jaarrekening 2021 van het CJG per 26 april 2022, een bijdrage opgenomen voor het aanvullen van het ontstane tekort 2021 van 207. De definitieve jaarrekening 2021 laat een tekort van 245 zien. Het hogere tekort betreffen hogere accountantskosten van 38 wegens extra werkzaamheden. Om de continuïteit en de bedrijfsvoering van deze verbonden partij te garanderen, dient het CJG over een positief eigen vermogen te kunnen beschikken. We willen daarom eenmalig een bedrag van 38 beschikbaar stellen om het eigen vermogen aan te vullen tot nul/positief.

Team intensieve hulp 
Vanaf 1 januari 2022 is een bovenwijks team gestart voor het bieden van intensieve hulp, specialistische ambulante jeugdhulp en het oppakken van politiezorgformulieren. Het aantal aanmeldingen voor intensieve hulp valt hoger uit dan begroot. Het huidige budget is niet toereikend als uit wordt gegaan van de instroom van het afgelopen half jaar. Omdat het CJG zich gesteld ziet voor complexer wordende problematiek (o.a. drillrap) en de Raad voor de Kinderbescherming, Veilig Thuis en Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond kampen met lange wachtlijsten is de instroom bij het CJG hoog en de uitstroom laag. Conform de halfjaarrapportage 2022 verwacht het CJG een budget nodig te hebben van 125 om de nieuwe aanmeldingen in het tweede half jaar van 2022 te kunnen oppakken. Het deel uit het beschikbare restantbudget 2022 van de DUVO-middelen (zie voorstel 6D.1) dat wij hiervoor wilden bestemmen, 103, is niet toereikend. Het verschil, 22, willen wij aanramen.

Persoonsgebonden Budget Jeugdwet (PGB)
Het CJG geeft in de prognose in de halfjaarrapportage 2022 aan dat het budget van 1.200 voor de kosten van de lokale jeugdhulp in de vorm van PGB zal worden overschreden. De prognose van het CJG is gebaseerd op de definitieve cijfers 2021 met een verwachte verstrekkingswaarde van 1.900 en een verzilveringsgraad van 80%. Dit resulteert in verwachte kosten van ongeveer 1.500. In onze begroting is 1.200 beschikbaar. Het verschil, 300, willen we vanaf 2022 aanramen.
Eén van de redenen is dat voor een aantal kinderen een woonvoorziening toegekend is met PGB. Vanwege de budgetplafonds en lange wachtlijsten kon voor deze kinderen geen plek gevonden worden bij gecontracteerde aanbieders. Een andere reden is dat steeds vaker een PGB ingezet wordt bij thuiszitters. Voor deze kinderen is tijdelijk geen geschikte onderwijsplek beschikbaar en wordt jeugdhulp ingezet. Omdat door wachtlijsten en wachttijden geen gecontracteerd aanbod beschikbaar is, wordt zorg via een PGB toegekend. 

In de commissie Bestuur, Veiligheid en Middelen (BVM) van juni 2021 en de raadsbrede commissie van september 2021 is door de raad gesproken over de invulling van de kostenbeheersende maatregelen uit de Hervormingsagenda Jeugd. Deze invulling wordt vanaf het najaar 2022 en daarna verder onderzocht. Eventuele effecten na 2022 kunnen uit de analyse (zie onder ''Ontwikkelingen'') naar voren komen. In de loop van 2023 hebben we daar meer inzicht in. In de door u vastgestelde Begroting 2022 is daartoe een onderzoeksopdracht Jeugd opgenomen.

Lokaal effect woonplaatsbeginsel
Per 1 januari 2022 is het woonplaatsbeginsel gewijzigd. In deze gewijzigde situatie zal bij jeugdhulp met verblijf gelden dat de woonplaats de gemeente is waar de jeugdige onmiddellijk voorafgaande aan zijn verblijf zijn woonplaats in de zin van de Wet basisregistratie had. Op basis van een recente overzicht van het CJG blijkt dat extra kosten 315 vanaf 2022 zullen bedragen.

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting te verhogen met N 271 in 2022 en N 615 vanaf 2022

Voorstel CJG NJN2022 2022 eenmalig/ vanaf
Compensatie loonkostenstijging wegens Cao-afspraken N211 eenmalig
Nadelig resultaat 2021, kosten bedrijfsvoering (restant, na VJN22 6D.2) N38 eenmalig
Team intensieve hulp N22 eenmalig
Jeugdhulp PGB Jeugdwet N300 vanaf 2022
Lokaal effect woonplaatsbeginsel (WPB) N315 vanaf 2022
Totaal lasten N886

6D.3 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR)

Terug naar navigatie - 6D.3 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR)

Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 290 in 2022 en N 470 vanaf 2022
Kasstroom: N 290 in 2022 en N 470 vanaf 2022

Afrekening vlaktaks
De vlaktaks is een sinds 2015 toegepaste vereveningssystematiek. De inleg die gemeenten over een afgesloten jaar te veel of te weinig hebben betaald, werd tot nu toe verrekend met de inleg in een aantal volgende jaren. Hierdoor zien gemeenten niet direct hun lastenrealisatie en ook niet de effecten van hun sturingsmaatregelen op de kosten. De GRJR heeft daarom besloten om de vlaktaks met ingang van het jaar 2023 te beëindigen. Dat betekent dat in 2023 vanaf jaarrekening 2022 de realisatieverschillen direct zullen worden afgerekend. De realisatieverschillen over de jaren 2015 tot en met 2019 zijn al volledig afgerekend (zie Voorjaarsnota 2020, wijzigingsvoorstel 6D.1 en de Jaarstukken 2020). De nog af te rekenen bedragen, in totaal N 290, betreffen 2020 en 2021 en zijn direct afgeleid van de vastgestelde jaarrekeningen.

Hogere inleg naar aanleiding van de Tweede Bestuursrapportage 2022 GRJR
Ten opzichte van de begroting GRJR na de 1e begrotingswijziging is er sprake van een overschrijding van € 17,4 miljoen (prognose). De begrotingswijziging was gebaseerd op de voorlopige jaarrekening 2021 (cijfers februari 2022), en de definitieve jaarrekening 2021 (cijfers juni 2022). Dat verklaart ongeveer € 10 miljoen van de begrotingsoverschrijding. Daarnaast verwacht de GRJR ongeveer € 7 miljoen hogere uitgaven dan vorig jaar en dat voornamelijk veroorzaakt wordt door de aanpassing van het woonplaatsbeginsel (WPB). In de Voorjaarsnota 2022, voorstel 6D.3, hebben we gemeld dat hier nog een grote onzekerheid over bestaat omdat nog niet alle gemeenten de aanpassingen hadden opgegeven.
Op basis van de jaareindeverwachting (JEV) 2022 per gemeente blijkt thans dat op de budgetten van de gemeente Capelle een tekort is van N 470. Daarbij is het vooralsnog onzeker in welke mate de aanpassing van het WPB een effect zal hebben op de begroting 2023 en verder. We gaan daarbij uit van een tekort van N 470 vanaf 2022 en verwachten naar aanleiding van de 1e Begrotingswijzing 2023 van de GRJR een actuele raming voor 2023 en verder voor handen te hebben. Wij zullen u daarover informeren bij de Voorjaarsnota 2023.  

Wij stellen u voor om de lasten in de begroting eenmalig te verhogen met N 290 in 2022 en met N 470 vanaf 2022.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2022 incl. wijz. Wijz. NJN 2022 BG2022 na wijz. NJN Raming 2023 Raming 2024 Raming 2025 Raming 2026 Raming 2027 Raming 2028 Raming 2029 Raming 2030
Lasten N24.709 N1.694 N26.403 N24.866 N22.904 N21.389 N20.289 N20.316 N20.582 N20.855 N21.137
Baten V222 V116 V338 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Saldo van baten en lasten N24.487 N1.578 N26.065 N24.866 N22.904 N21.389 N20.289 N20.316 N20.582 N20.855 N21.137
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V205 N39 V166 V39 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V205 N39 V166 V39 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Resultaat N24.282 N1.617 N25.899 N24.827 N22.904 N21.389 N20.289 N20.316 N20.582 N20.855 N21.137
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2022:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6D.1 Decentralisatie uitkering vrouwenopvang (DUVO) N55 V116 V61
6D.2 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) N886 N0 N886
6D.3 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) N760 N0 N760
0.16 Bedrijfsvoering V7 N0 V7
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N1.694 V116 N1.578
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N39 N0 N39
Totaal mutatie in de reserves N39 N0 N39
Mutatie Resultaat N1.617