Kostenstijgingen bij de DCMR
DCMR heeft in 2022 en 2023 te maken met sterk stijgende kosten voor onder andere personeel, inhuur en energie. De stijging van deze kosten is hoger dan kon worden voorzien ten tijde van het vaststellen van de begroting en tarieven. Deze ontwikkeling raakt de gemeenschappelijke regelingen.
Voor het jaar 2022 betekent dit dat er druk komt te staan op het financieel resultaat. De DCMR zal zo scherp mogelijk sturen op de kosten en inkomsten. Hierbij is het uitgangspunt dat de taakuitvoering plaatsvindt zoals afgesproken in het werkplan 2022. Het streven is om de gestegen loonkosten (door de recent afgesloten provinciale Cao) zo goed mogelijk binnen de bedrijfsvoering op te vangen en een negatief jaarresultaat daarmee zoveel mogelijk te beperken. In december 2022 rapporteert de DCMR over de financiële resultaten, inclusief een prognose voor het jaarresultaat over 2022.
In december 2022 zal het dagelijks bestuur een voorstel neerleggen met betrekking tot de recente stijging van de kosten en de impact hiervan op de begroting en tarieven in 2023. Naar verwachting zal het voorstel zijn om de uurtarieven voor 2023 te verhogen tot de grens van de gemeentelijk vastgestelde budgetindexering in 2023 van 4,8%. Deze tariefstijging zou deels kunnen worden opgevangen binnen de reeds vastgestelde gemeentelijke budgetten. Voor de werkplannen zou dit betekenen dat het budget en het aantal beschikbare uren in 2023 gelijk blijft. Daarnaast wordt aan DCMR gevraagd om met scherpe keuzes en bijsturing in kosten en opbrengsten het begrote tekort van +/- € 2,5 mln. in 2023 zo goed mogelijk te dichten. Mogelijk gaat dit een aanvullende bijdrage van ons als gemeente vragen.