Paragraaf Financiering

Bestuurlijke duiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke duiding

De verwachting is dat er in 2023 een bruto financieringsbehoefte zal ontstaan van 10.355 conform de liquiditeitsprognose. Gedurende het jaar zal er bekeken worden wat de werkelijke financieringsbehoefte is en zal er zo nodig externe financiering aangetrokken worden. Wekelijks worden de rentetarieven gemonitord. Hierbij wordt nauwlettend in de gaten gehouden als de rente het omslagpunt overstijgt en zal er eventueel gebruik worden gemaakt van forwards om tarieven zeker te stellen.

Er wordt in 2023 één opgenomen geldlening geheel afgelost. Betreffende de leningen van diverse stichtingen en/of verenigingen, waar onze gemeente borg voor staat, is de verwachting dat ze aan hun betalingsverplichtingen voldoen. In 2023 zullen voor twee gewaarborgde geldleningen van de Stichting Havensteder een renteherziening plaatsvinden.

De Wet financiering decentrale overheden (wet Fido) schrijft de regels voor het overschrijden van de kasgeldlimiet en renterisiconorm voor. Wij zullen aan deze wet- en regelgeving voldoen.

Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Beleid van financiering en bepaling financieringsbehoefte

Het beleid van financieren van ons is gericht op:

  • Het voorzien in de financieringsbehoefte van ons op korte en lange termijn;
  • Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten (in beperkte vorm in verband met het Schatkistbankieren);
  • Het verstrekken van leningen of borgstellingen uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen en in lijn met onze Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 en Verordening Leningverstrekkingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020.

De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door:

  • De leningenportefeuille;
  • De reserves en voorzieningen;
  • De renteontwikkeling;
  • Investeringen (kredieten);
  • Grondexploitaties.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
De huidige gemeentelijke leningenportefeuille (peildatum: 31 augustus 2022) bestaat uit 9 leningen met een totaalbedrag van ruim 55 miljoen

Leningen O/G Restant looptijd
Ned. Waterschapsbank N.V. 12 jaar 1.845
N.V. Bank Ned. Gemeenten 0 jaar 1.000
OHV 21 jaar 3.667
Ned. Waterschapsbank N.V. 16 jaar 3.400
Ned. Waterschapsbank N.V. 11 jaar 3.000
Ned. Waterschapsbank N.V. 8 jaar 3.000
Ned. Waterschapsbank N.V. 3 jaar 2.000
N.V. Bank Ned. Gemeenten 8 jaar 22.500
N.V. Bank Ned. Gemeenten 24 jaar 15.000
Mogelijk nog af te sluiten in 2022 o.b.v. begroting 21.393
Stand per 1-1-2023 N76.805
Reguliere aflossingen V5.692
Vervroegde aflossingen N0
Nieuwe leningen* N15.165
Stand per 31-12-2023 N86.278
* Nieuwe leningen zijn op basis van de liquiditeitsprognose. Het betreft de financieringsbehoefte exclusief de kasgeldlimiet (kort geld).

Leningen aan niet-toegestane instellingen
Op de leningen verstrekt aan niet toegestane instellingen loopt de gemeente enig risico. Daarom is er voor dit soort leningen ook een apart raadsbesluit nodig. Wij volgen hier de Verordening Leningverstrekking Capelle aan den IJssel 2020. Het risico op deze leningen is moeilijk te kwantificeren. Er zijn geen verstrekte leningen (peildatum: 31 augustus 2022).

Verwachte renteontwikkeling in het begrotingsjaar

Terug naar navigatie - Verwachte renteontwikkeling in het begrotingsjaar

De inflatie in de eurozone is fors gestegen naar 9,1% in augustus 2022. Een jaar terug lag het percentage op 3. De stijging van het algehele prijspeil komt vooral door de als gevolg van de Russische inval in Oekraïne hogere voedsel- en energieprijzen. Als de inflatie te hard oploopt, moet de ECB ingrijpen. Zij kan het monetair beleid verkrappen door minder schuldtitels aan te kopen (een ingreep die vooral leidt tot een hogere rente voor leningen met een lange rentevastperiode), of door de officiële rentetarieven voor commerciële banken te verhogen (een ingreep die vooral effect heeft op de rente voor leningen met een korte rentevastperiode, maar tevens aangrijpt op leningen met een lange rentevastperiode). Tot voor kort was de ECB terughoudend met aanpassingen, mede vanwege het fragiele economische herstel. Een andere reden voor haar terughoudendheid is dat de inflatiestijging vooral door tijdelijke problemen wordt veroorzaakt, zoals lockdowns en belemmeringen van het internationale transport. Zodra deze verstoringen van mondiale productieketens achter de rug zijn, zal het opwaartse effect ervan op de inflatie verdwijnen. Inmiddels is de ECB echter van mening veranderd, deels vanwege de wisselkoers van de euro. De euro staat onder druk versus de dollar in verband met de renteverhogingen in de VS. Door de verzwakking van de euro dreigen ingevoerde goederen en diensten in prijs te stijgen en kan de inflatie nog verder oplopen. De ECB ziet zich daarom gedwongen om, net als de Amerikaanse centrale bank, het monetaire beleid te verkrappen. Eind juli 2022 verhoogde de ECB de depositorente met 50 basispunten naar 0%, terwijl zij eerder nog had aangegeven dat zij haar belangrijkste rentetarief met slechts 25 basispunten zou bijstellen. Met de fermere stap maakte de ECB duidelijk dat zij de inflatiedreiging serieus neemt. In september verhoogde de ECB de depositorente met nog eens 75 basispunten.

Bovenstaande laat duidelijk zien dat er op dit moment sprake is van een stijgende marktrente. Om die reden hebben wij in deze begroting een voorstel opgenomen om het percentage waar wij mee rekenen voor nieuwe leningen te verhogen van 1,5% naar 3,0%. Omdat de inflatiestijging vooral door tijdelijke problemen wordt veroorzaakt, is het niet in te schatten of deze stijging zich in de komende jaren zal doorzetten. Commerciële banken schatten op dit moment in dat na het oplossen van de tijdelijke problemen de rente weer zal dalen. Wij achten het echter financieel solide om de rente op 3% vast te zetten.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Prognose liquiditeit
Wij actualiseren de liquiditeitsprognose twee keer per jaar voor het lopende jaar en voeren één keer per jaar een analyse uit. De actualisatie vindt plaats voor het gereedkomen van de voorjaarsnota en de najaarsnota. De analyse vindt plaats na afloop van jaar in het 2e kwartaal. Uit de prognose van 2023 blijkt dat er vooral grote uitgaven plaats vinden op de investeringen. De voorlopige verwachting van de bruto financieringsbehoefte is 10.355 in 2023, 17.214 in 2024, 9.479 in 2025, 25.056 in 2026, 10.014 in 2027, 13.710 in 2028, 13.707 in 2029 en 16.298 in 2030. Wij kunnen tot het maximum van de kasgeldlimiet, circa 21.000, aan kort geld lenen.  

Treasurystrategie
Conform het Financieringsstatuut 2020 en de Financiële Verordening 2022 houden wij ons aan het kasgeldlimiet. De uitkomst van de liquiditeitsprognose bepaalt in belangrijke mate de financieringsbehoefte. De gemeente financiert in eerste instantie met korte-termijn leningen. Dit is afhankelijk van de rentepercentages en ontwikkelingen. Het verschil tussen het aantrekken van kort- of langgeld aantrekken wordt bij een financieringsbehoefte bekeken. Uiteraard kiest het Treasury Comité voor de voordeligste optie.

Vanuit de Wet Fido is het toegestaan om twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Bij een overschrijding van een derde kwartaal moeten wij een herstelplan bij de toezichthouder indienen. Waar aanvullende financiering nodig is, stemmen wij de looptijd af op de liquiditeitsprognose. Wij houden rekening met het aantrekken van leningen met een looptijd van 25 jaar. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats waarover er maandelijks gecommuniceerd wordt met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen wij de rente begroot hebben staan, spelen wij hierop in. Dagelijks houden wij de saldi van de banken bij. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, spelen wij beter in op de financieringsbehoefte.

Berekening renterisiconorm

Terug naar navigatie - Berekening renterisiconorm

Lange-termijn financiering

Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat de renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.

Wij blijven onder de renterisiconorm, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Voor het renterisico is rekening gehouden met de per 31 augustus 2022 bekende renteherzieningen en aflossingen.

Berekening renterisiconorm 2023
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N246.977
Percentage regeling (*) 20%
Renterisiconorm, in bedrag N49.395
Berekening renterisico
Renteherzieningen (**) N0
Aflossingen (***) N5.692
Renterisico N5.692
Toets aan renterisiconorm
Renterisiconorm, in bedrag N49.395
Renterisico N5.692
Ruimte (V) / overschrijding (N) V43.703
* Percentage conform Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo)
** Alleen voor OG-leningen; slechts bij doorverstrekking te salderen met UG-leningen
***Alleen m.b.t. OG-leningen

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet geeft aan wat het maximum bedrag is dat met kort geld geleend mag worden, dat wil zeggen geld dat binnen een jaar weer terugbetaald moet worden. De limiet mag niet overschreden worden. Hieronder wordt weergegeven hoe deze limiet berekend is. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.

Kasgeldlimiet 2023
Toegestane limiet in % 8,50%
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N246.977
Toegestane limiet N20.993

Schema rentetoerekening

Terug naar navigatie - Schema rentetoerekening

Hieronder is het renteschema weergegeven conform de Financiële Verordening 2022 van de commissie BBV. De renteomslag aan de taakvelden is afgerond op 1 decimaal. Door de afronding van het percentage van de renteomslag op 1 decimaal is er sprake van een renteresultaat.

Schema rentetoerekening 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029 2030
De externe rentelasten over de korte en lange financiering N947 N1.462 N1.999 N2.581 N3.140 N3.537 N3.963 N4.408
De externe rentebaten over de korte en lange financiering V5 V5 V5 V5 V5 V5 V5 V5
Saldo rentelasten en rentebaten N942 N1.457 N1.994 N2.576 N3.135 N3.532 N3.958 N4.403
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekened V45 N20 V7 V29 V65 V45 V57 N0
De rente van de projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente N897 N1.477 N1.987 N2.547 N3.070 N3.487 N3.901 N4.403
Rente over eigen vermogen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Rente over voorzieningen N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Subtotaal N897 N1.477 N1.987 N2.547 N3.070 N3.487 N3.901 N4.403
De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) V880 V1.574 V2.115 V2.574 V3.052 V3.489 V3.918 V4.358
Totaal N17 V97 V128 V27 N18 V2 V17 N45
Renteomslag 0,4% 0,6% 0,7% 0,8% 0,9% 1,0% 1,1% 1,2%

Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Terug naar navigatie - Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer.

Geldnemer Stand per 1-1-2023 Stand per 31-12-2023
Verpleeghuis Rijckehove N656 N609
St. IJsselland Ziekenhuis N6.126 N5.332
St. Woonzorg Nederland N8.768 N8.768
Stichting Havensteder N278.625 N274.229
Rijksmonument Dorpsstraat 164 N1.992 N1.958
Totaal N296.167 N290.896

Indien één van deze woningcorporaties niet aan hun betalingsverplichtingen kan voldoen, lopen wij een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de borgstelling van het WSW en de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland (tertiaire achtervang). Het eventueel resterend gedeelte wordt verdeeld onder de schadegemeenten en alle gemeenten. Het WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan het WSW.

Jaarlijks worden wij door het WSW geïnformeerd door middel van het versturen van overzichten met het leningenoverzicht, het borgingsplafond en de achtervangpositie. Wij beoordelen de jaarrekeningen die van de stichtingen/instellingen en rapporteren de uitkomsten aan het Treasury Comité.

Vanaf augustus 2021 is de nieuwe generieke achtervangovereenkomst ingegaan. Dit betekent dat wij niet meer per lening tekenen. Jaarijks stelt het WSW een borgingsplafond voor de woningcorporatie vast, tot dat bedrag mag de corporatie leningen aantrekken. Wij ontvangen ieder jaar een leningoverzicht, hierin wordt aangegeven of er in het afgelopen jaar nieuwe leningen zijn aangetrokken. 

Voor 2 leningen van de Stichting Havensteder zal er een renteherziening plaatsvinden in 2023.

De woningcorporaties waarvoor de gemeente garant staat zijn Stichting Havensteder en Stichting Woonzorg. In 2022 is de lening van Vestia waar wij garant voor stonden overgenomen, waardoor er geen sprake meer is van een gewaarborgde geldlening voor Vestia.