Programma 6 Sociaal domein

Deelprogramma's en taakvelden

Terug naar navigatie - Deelprogramma's en taakvelden

Vanwege de omvang van dit programma is het Sociaal Domein onderverdeeld in 4 deelprogramma's:

  • Programma 6A: Sociale infrastructuur (taakveld 6.1 en 6.2);
  • Programma 6B: Werk en inkomen (Participatiewet)(taakveld 6.3, 6.4 en 6.5);
  • Programma 6C: Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)(taakveld 6.6, 6.71 en 6.81);
  • Programma 6D: Jeugdhulp (taakveld 6.72 en 6.82).

Deelprogramma 6A Sociale infrastructuur

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact Corona:
Opgaveteams
De coronacrisis heeft er voor gezorgd dat de uitvoering van diverse opgaveteams flink is stil komen te liggen en in sommige gevallen nog stil ligt.

Welzijn Capelle
In dit programma is  een wijzigingsvoorstel opgenomen met betrekking tot de verwachte meerkosten Corona van Welzijn Capelle in 2020.  Het definitieve bedrag wordt bekend bij de jaarrekening 2020 Welzijn Capelle en zal dan verrekend worden. Dan is er ook meer zicht op langere termijn effecten en zullen wij waar nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. 

Overige ontwikkelingen:
Opgave gericht werken
Er wordt gewerkt aan een tussentijdse evaluatie opgave gericht werken, die naar verwachting in Q4 verschijnt.

6A.1 Vrijval budget Subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning

Terug naar navigatie - 6A.1 Vrijval budget Subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning

Vrijval budget Subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning – Beleidskeuze
Lasten / Baten: Incidenteel V 30 in 2020
Kasstroom: Incidenteel V 30 in 2020

In onze begroting is een budget van 544 beschikbaar voor de subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning. Maatschappelijke organisaties maken in ruime mate gebruik van de subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning om algemeen toegankelijke ontmoetingsactiviteiten te organiseren, die door veel Capellenaren worden bezocht. In 2019 hebben niet alle activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt vanuit de subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning plaatsgevonden of zijn daadwerkelijke kosten minder hoog uitgevallen dan van tevoren begroot. Dit heeft geresulteerd in twee terugbetalingen van een gedeelte van de verstrekte subsidie aan de gemeente.

Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verlagen met V 30 in 2020.

6A.2 Meicirculaire - Impulsgelden dak- en thuisloosheid en het Telefonisch advies- en hulppunt

Terug naar navigatie - 6A.2 Meicirculaire - Impulsgelden dak- en thuisloosheid en het Telefonisch advies- en hulppunt

Impulsgelden dak- en thuisloosheid en het Telefonisch advies- en hulppunt (Meicirculaire 2020) – Beleidskeuze
Lasten / Baten: Incidenteel N 32 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 32 in 2020

Het Rijk geeft in 2020 en 2021 een impuls aan een brede aanpak Dak- en thuislozen. Via de Meicirculaire 2020 heeft Capelle aan den IJssel als regiogemeente een bijdrage van 18 in 2020 en 32 in 2021 ontvangen voor een lokale aanpak- en preventie van dakloosheid. De cijfermatige verwerking hiervan heeft, wegens technische redenen, plaatsgevonden in de Septembercirculaire 2020.
Het voorstel is om deze middelen in te zetten voor het bestaande project Telefonisch Advies- en Hulppunt (TAH). Dit project is opgestart in 2018 met ZonMW subsidie. De subsidie is geëindigd per augustus 2020. Het project heeft succesvol passende dienstverlening aan Capellenaren en professionals opgeleverd en daarom willen wij het project structureel voortzetten. Voor het eerste jaar, 2020, is 32 nodig. Zoals hierboven gemeld is de bijdrage voor 2020 van het Rijk 18. Met ingang van 2021 is jaarlijks 64 nodig. Voor de dekking voor de jaren 2021 en verder hebben wij een voorstel aan u voorgelegd bij de Begroting 2021.

Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 32 in 2020.

6A.3 Overhevelen budget Huiskamer van de Wijk Purmerhoek

Terug naar navigatie - 6A.3 Overhevelen budget Huiskamer van de Wijk Purmerhoek

Overhevelen budget Huiskamer van de Wijk Purmerhoek- Technisch
Lasten / Baten: V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021
Kasstroom: V 75 in 2020 en N 75 in 2021

Bij de VJN 2020 is een bedrag van N 75 aangeraamd voor de realisatie van de Huiskamer van de Wijk in de plint van de Purmerhoek. De verwachting was dat deze in het najaar van 2020 gerealiseerd zou worden. De totale renovatie van de flats in de Purmerhoek heeft echter langer geduurd dan verwacht. De plint wordt daarom pas in de eerste helft van 2021 aangepakt.

Wij stellen u voor om de begroting aan te passen met V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021 en dit budget over te hevelen middels de reserve eenmalige uitgaven.

6A.4 Overhevelen budget toezichthouder rechtmatigheid Wmo en Jeugdwet

Terug naar navigatie - 6A.4 Overhevelen budget toezichthouder rechtmatigheid Wmo en Jeugdwet

Overhevelen budget toezichthouder rechtmatigheid Wmo en Jeugdwet – Technisch
Lasten / Baten: V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021
Kasstroom: V 75 in 2020 en N 75 in 2021

Bij de VJN 2019 is een bedrag beschikbaar gesteld van N 100 in 2020 en N 100 in 2021 voor het aanstellen van een toezichthouder rechtmatigheid Wmo en Jeugdwet (N 90 per jaar) en scholen van medewerkers in fraudebewustzijn en fraudealertheid (N 10 per jaar). Het betreft een pilot van twee jaar. Het doel was om begin 2020 een toezichthouder in dienst te nemen of in te huren. Dit is niet gelukt door een tweetal redenen. Door de coronacrisis werden de prioriteiten verschoven. Daarnaast bleek dat creëren van een solide basis, nodig voor de toezichthouder om zijn/haar werk te kunnen doen, meer tijd in beslag nam dan wij hadden verwacht. Daardoor is de inhuur uitgesteld naar het 4e kwartaal van 2020, net als de scholing van de medewerkers. Wij verwachten dit jaar nog N 25 van het budget te besteden. Bij de VJN 2021 komen wij terug op de voortgang van de pilot.

Wij stellen u voor om de begroting aan te passen met V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021 en dit budget over te hevelen middels de reserve eenmalige uitgaven.

6A.5 Inzet budget Schuldenaanpak

Terug naar navigatie - 6A.5 Inzet budget Schuldenaanpak

Inzet budget Schuldenaanpak – Technisch
Lasten / Baten: Incidenteel N/V 30 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N/V 30 in 2020

Bij de NJN 2019 is 30 overgeheveld naar 2020 voor de ontwikkeling van prestatie-indicatoren voor regie, monitoring en verantwoording in het kader van het Actieplan Schulden aanpakken in Capelle. Gedurende de implementatie van het Actieplan Schulden aanpakken in Capelle zijn in samenwerking met Welzijn Capelle al de nodige indicatoren opgesteld en vastgelegd in de prestatieafspraken 2020. Dit betreft de onderdelen voorlichting en educatie, toegang tot schulddienstverlening en ondersteuning bij het oplossen van schulden. De prestatie-indicatoren voor vroegsignalering zijn in ontwikkeling. Gedurende de uitvoering van het Actieplan Schulden aanpakken in Capelle worden de prestatie-indicatoren waar nodig aangepast.
Omdat externe ondersteuning bij de ontwikkeling van de indicatoren niet nodig is, willen wij deze middelen benutten voor een bijdrage aan de aanschaf van een registratiesysteem voor Welzijn Capelle waardoor een betere registratie en verantwoording van de brede schuldenaanpak mogelijk is.

Dit betreft een overheveling van budget uit deelprogramma 6B Werk en Inkomen naar programma 6A Sociale infrastructuur N/V 30.

6A.6 Welzijn Capelle compensatie meerkosten Corona

Terug naar navigatie - 6A.6 Welzijn Capelle compensatie meerkosten Corona

Welzijn Capelle compensatie meerkosten Corona – Onvermijdelijk
Lasten/ Baten: Incidenteel N 70 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 70 in 2020

Welzijn Capelle verwacht over het jaar 2020 een bedrag van N 70 aan meerkosten Corona. Het definitieve bedrag meerkosten Corona wordt bekend bij de jaarrekening 2020 van Welzijn Capelle en zal dan verrekend worden. Dan is er ook meer zicht op langere termijn effecten en zullen wij indien nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. Wij ontvangen voor verschillende doeleinden compensatie van het Rijk vanwege de coronacrisis (gemeentefonds). De bijdragen van het Rijk zijn verwerkt in programma 0.

Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 70 2020.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2020 incl. wijz. Wijz. NJN 2020 BG2020 na wijz. NJN Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Lasten N11.995 V38 N11.957 N12.997 N12.277 N12.007 N12.278
Baten V1.077 N97 V980 V1.198 V1.052 V1.052 V1.052
Saldo van baten en lasten N10.918 N59 N10.977 N11.799 N11.225 N10.955 N11.226
Mutaties in reserves:
Reserve Sociaal Domein N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N94 N0 N94 N94 N94 N94 N94
Reserve eenmalige uitgaven V152 N150 V2 V150 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves V58 N150 N92 V56 N94 N94 N94
Resultaat N10.860 N209 N11.069 N11.743 N11.319 N11.049 N11.320
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2020:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6A.1 Vrijval budget Subsidieregeling Maatschappelijke Ondersteuning V30 N0 V30
6A.2 Meicirculaire - Impulsgelden dak- en thuisloosheid en het Telefonisch advies- en hulppunt N32 N0 N32
6A.3 Overhevelen budget Huiskamer van de Wijk Purmerhoek V75 N0 V75
6A.4 Overhevelen budget toezichthouder rechtmatigheid Wmo en Jeugdwet V75 N0 V75
6A.5 Inzet budget Schuldenaanpak N30 N0 N30
6A.6 Welzijn Capelle compensatie meerkosten Corona N70 N0 N70
0.5 Rente V54 N0 V54
0.11 Aanpassing budgetten energie N20 N0 N20
0.12 Compensatie meerkosten Corona N12 N0 N12
1.5 Wet- en regelgeving omtrent gemeentelijk vastgoed N49 N0 N49
4.5 Mutaties exploitatie gemeentelijk vastgoed V17 N97 N80
Totaal mutatie saldo van baten en lasten V38 N97 N59
Mutaties reserves
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N0
Reserve eenmalige uitgaven N150
Totaal mutatie in de reserves N150
Mutatie Resultaat N209

Deelprogramma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet)

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

TV6.3 Inzetten op het bestrijden van armoede, waarbij de focus ligt op ouderen en kwetsbare gezinnen met kinderen.

Terug naar navigatie - TV6.3 Inzetten op het bestrijden van armoede, waarbij de focus ligt op ouderen en kwetsbare gezinnen met kinderen.

Wat gaan we daarvoor doen?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact Corona:
Promen en Capelle Werkt
In dit programma is  een wijzigingsvoorstel opgenomen met betrekking tot de verwachte meerkosten Corona van Promen en Capelle Werkt. Het definitieve bedrag wordt bekend bij de jaarrekeningen van de betreffende partijen en worden  dan verrekend. Dan is er ook meer zicht op langere termijn effecten en zullen wij waar nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. 

Oplopend bijstandsbestand
Als gevolg van de coronacrisis loopt het bijstandsbestand op. Er wordt een stijging van het aantal bijstandsgerechtigden verwacht, hoewel nog niet duidelijk is welke omvang deze zal hebben. Afhankelijk van het Rijksbudget is het de vraag of we uit zullen komen met het beschikbare BUIG-budget.

Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo)
De Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (Tozo) voorziet in een aanvullende uitkering voor levensonderhoud als het inkomen door de coronacrisis tot onder het sociaal minimum daalt. En in een lening voor bedrijfskapitaal om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Gemeenten worden volledig financieel gecompenseerd voor de uitkeringskosten en uitvoeringskosten in het kader van de Tozo. Gemeenten ontvingen de benodigde middelen via een nieuwe specifieke uitkering. De regeling is momenteel verlengd tot 1 juli 2021 (Tozo 3).

Ontwikkelingen:
Nieuwe Wet inburgering
Ter voorbereiding van de nieuwe Wet inburgering die op 1 juli 2021 in werking treedt, wordt in het derde kwartaal van 2020 het Actieplan Veranderopgave Inburgering door ons vastgesteld. 

Extra geld voor aanpak armoede en schulden
Het kabinet heeft met gemeenten en andere partijen afspraken gemaakt voor het versterken van de aanpak van schulden en armoede. Hiervoor komt in totaal € 146 miljoen beschikbaar (Kamerbrief Intensivering armoede- en schuldenaanpak, 30 september 2020). Het extra geld gaat voor een belangrijk deel (105 miljoen) naar gemeenten voor de periode 2020/2022 ten behoeve van het gemeentelijk schuldenbeleid (efficiëntere en snellere dienstverlening) en de bijzondere bijstand. De precieze verdeling van het budget wordt bekend bij de Decembercirculaire 2020.

6B.1 Overheveling Jeugdfonds Sport & Cultuur

Terug naar navigatie - 6B.1 Overheveling Jeugdfonds Sport & Cultuur

Overheveling Jeugdfonds Sport & Cultuur– Beleidskeuze
Lasten / Baten: V/N 110 eenmalig in 2020 en N/V 110 eenmalig in 2021.
Kasstroom: V 110 eenmalig in 2020 en N 110 eenmalig in 2021.

In onze begroting is een structureel budget beschikbaar van 335 voor de uitvoering van het Jeugdfonds Sport & Cultuur. Hiertoe is Capelle aangesloten bij het Jeugdfonds Sport & Cultuur Zuid-Holland. Het fonds verstrekt bijdragen voor kinderen van 4 tot en met 17 jaar uit laaginkomenhuishoudens voor onder andere het lidmaatschap van een sportclub of voor dans, muziek- of toneelles.
Vanwege de coronacrisis is het aantal aanvragen 2020 lager dan gebruikelijk. Het sport- en cultuuraanbod is immers beperkter dan anders en ouders zijn terughoudend met het doen van een aanvraag. Op basis hiervan en gebaseerd op ervaringen van voorgaande jaren gaan we voor 2020 uit van een totale besteding van 225. Per einde van 2020 zal daardoor vooralsnog een budget van 110 resteren.

Naar verwachting nemen wij uiterlijk in het eerste kwartaal 2021 een besluit over de uitkomst van ons onderzoek naar de mogelijkheid tot de opzet en uitvoering van een lokale, zelfstandige sport- en cultuurregeling. Over dit onderzoek hebben wij u o.a. geïnformeerd via de NJN 2019, pagina 63. Bij de variant waarbij de opzet en uitvoering van de sport- en cultuurregeling volledig in handen komt te liggen van een lokale partij, wordt uitgegaan van eenmalige voorbereidingskosten van 70. Het structurele budget van 335 is in 2021 incidenteel onvoldoende om deze voorbereidingskosten te dekken. Wij stellen u daarom voor het budget 2021 incidenteel met N 70 te verhogen om de voorbereidingskosten te dekken. Deze verhoging willen we dekken uit de eenmalige overheveling van het budgetoverschot op het Jeugdfonds Sport & Cultuur 2020.

Een andere regeling voor kinderen uit laaginkomenhuishoudens is de verstrekking van computers, laptops en fietsen aan schoolgaande kinderen, uitgevoerd door Stichting Leergeld Hollandsche IJssel. Leergeld verwacht in 2021 onder meer als gevolg van de coronacrisis een toename van het aantal verstrekkingen en uit te komen op een totaalbedrag aan verstrekkingen van 110. In het huidige structurele budget voor Leergeld is rekening gehouden met een bedrag van 70. Aangezien het zowel bij het Jeugdfonds als bij Leergeld om dezelfde doelgroep gaat, stellen wij voor het verschil van N 40 eenmalig te dekken vanuit het overschot op het Jeugdfonds Sport & Cultuur 2020.

Wij stellen u voor om een bedrag van N 110 via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen van 2020 naar 2021.

6B.2 Meicirculaire - Maatschappelijke begeleiding inburgeringsplichtige statushouders

Terug naar navigatie - 6B.2 Meicirculaire - Maatschappelijke begeleiding inburgeringsplichtige statushouders

Meicirculaire - Maatschappelijke begeleiding inburgeringsplichtige statushouders – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: Incidenteel N 56 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 56 in 2020

Vanuit de decentralisatie-uitkering maatschappelijke begeleiding ontvangen wij voor elke in onze gemeente te huisvesten inburgeringsplichtige nieuwe statushouder (volwassenen van 18 tot Aow-leeftijd) een bedrag van € 2.370,- voor maatschappelijke begeleiding. In de Meicirculaire 2020 hebben wij hiervoor een bedrage van 55 ontvangen. 
De maatschappelijke begeleiding wordt uitgevoerd door de Stichting Welzijn Capelle. Welzijn Capelle houdt voor deze taak een kernformatie aan van 0,7 fte. De kosten die hiermee zijn gemoeid bedragen 56.

Wij stellen u voor om de lasten te verhogen met N 56 eenmalig in 2020.

6B.3 Meicirculaire- Invoering Wet Inburgering

Terug naar navigatie - 6B.3 Meicirculaire- Invoering Wet Inburgering

Meicirculaire- Invoering Wet Inburgering – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: Incidenteel N 67 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 67 in 2020

De nieuwe Wet Inburgering treedt op 1 juli 2021 in werking. Ter dekking van de invoeringskosten ontving de gemeente in de Meicirculaire 2020 een incidentele bijdrage van V 133. Voorgesteld wordt om dit bedrag over de tweede helft 2020 en eerste helft 2021 te verdelen. N 67 in 2020 voor de voorbereiding van de organisatie van de uitvoering van de wet. N 66 voor de voorbereiding van de lagere wet- en regelgeving in 2021 (in de Begroting 2021 is hiervoor een voorstel opgenomen).

Wij stellen u voor om de lasten te verhogen met N 67 eenmalig in 2020.

6B.4 Overhevelen budget Stroomlijnen en verbeteren toegang inkomensondersteuning

Terug naar navigatie - 6B.4 Overhevelen budget Stroomlijnen en verbeteren toegang inkomensondersteuning

Overhevelen budget Stroomlijnen en verbeteren toegang inkomensondersteuning – Technisch
Lasten / Baten: V/N 50 in 2020 en N/V 50 in 2021
Kasstroom: V 50 in 2020 en N 50 in 2021

Voor 2020 is via de reserve eenmalige uitgaven een budget van 50 overgeheveld voor het verder verbeteren van de toegang tot inkomensondersteunende regelingen voor minimahuishoudens. Doel hiervan is de onderbenutting van de regelingen tegen te gaan. Het betreft een activiteit die meer voorbereidingstijd kost, in afstemming met een aantal ontwikkelingen. In de eerste helft 2020 is onderzocht in hoeverre het nieuwe landelijke webportaal Sam& van vier grote landelijke fondsen (Leergeld, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Jarige Job en Kinderfonds) zou kunnen dienen als laagdrempelige toegang voor alle Capelse regelingen. Uitkomst is dat het webportaal voor wat betreft aanvragen bij de fondsen daarvoor geschikt is, maar voor de overige regelingen onvoldoende meerwaarde biedt. Voor het vervolg willen we mede gebruik maken van de uitkomsten van het onderzoek van de Kinderombudsman Rotterdam naar de toegankelijkheid van de lokale kindregelingen, waarvan het eindrapport opgeleverd in januari 2021. Bij de verdere uitwerking van deze activiteit wordt ook bezien of regelingen de weg naar werk ontmoedigen of belemmeren.

Wij stellen u voor om een bedrag van 50 eenmalig via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen van 2020 naar 2021.

6B.5 Meicirculaire- Pilot Financieel Ontzorgen

Terug naar navigatie - 6B.5 Meicirculaire- Pilot Financieel Ontzorgen

Meicirculaire- Pilot Financieel Ontzorgen – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: Incidenteel N 125 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 125 in 2020

Capelle is samen met Krimpen en Zuidplas pilotgemeente voor het onderdeel financieel ontzorgen van het Rijksprogramma Veranderopgave Inburgering.
Financieel ontzorgen bestaat uit het inhouden van de vaste lasten op de uitkering en begeleiding en training naar financiële redzaamheid voor statushouders die in de periode september 2019 t/m juni 2021 in de gemeente worden gevestigd. De pilot wordt uitgevoerd door Welzijn Capelle, Vluchtelingenwerk Krimpen en Zuidplas en de GR IJsselgemeenten Sociale Zaken. De projectleiding is belegd bij Welzijn Capelle. De looptijd van de pilot is van 1 maart 2020 – 1 maart 2021. Aan onze gemeente is door het Rijk via de meicirculaire 2020 een bijdrage van N 150 beschikbaar gesteld. Hiervan is N 125 nodig in 2020. Het restant, N 25, is opgenomen in voorstel 6B.3 van de Begroting 2021.

Wij stellen u voor om de lasten te verhogen met N 125 eenmalig in 2020.

6B.6 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG)

Terug naar navigatie - 6B.6 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG)

Inkomensdeel Participatiewet – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 800 / V 1.202 in 2020, V 96 / V 1.355 in 2021, N 1.179 / V 1.621 in 2022, N 230 / V 1.464 in 2023,  V 814 / V 1.288 in 2024 en V 564 / V 1.227 in 2025 en verder.
Kasstroom: V 800 / V 1.202 in 2020, V 96 / V 1.355 in 2021, N 1.179 / V 1.621 in 2022, N 230 / V 1.464 in 2023,  V 814 / V 1.288 in 2024 en V 564 / V 1.227 in 2025 en verder.

Definitief BUIG budget 2020
Het definitieve macrobudget 2020 voor de gebundelde uitkering bedraagt € 6.375,0 miljoen. Dit macrobudget is € 227,6 miljoen (+3,7%) hoger vastgesteld dan het voorlopig macrobudget 2020.
Voor de gemeente Capelle aan den IJssel is het definitieve budget 2020 vastgesteld op 33.462,5 dit is een stijging van V 1.202,5 (+3,7%) ten opzichte van het voorlopig budget 2020 van 32.260,0 dat het Ministerie van SZW in oktober 2019 heeft vastgesteld (zie tabel 1)

De bijstelling ten opzichte van het voorlopige macrobudget vindt zijn oorsprong in de verwerking van de realisatiecijfers (volume en prijs) over 2019, nieuwe inzichten in de conjunctuur zoals de coronacrisis (€ 182 miljoen), effecten van rijksbeleid en de loon- en prijsbijstelling.

Ten opzichte van onze prognose bij de Najaarsnota 2019 daalt het gemiddeld cliëntenaantal over 2020 van 1.942 naar 1.844 (zie tabel 2). Het aantal cliënten is de eerste negen maanden van dit jaar met 2% gestegen.

2021 en verder
Macrobudget en het budget voor de gemeente Capelle voor 2021 en verder (zie tabel 3 t/m 7).
Voor 2021 is het macrobudget vastgesteld conform de gebruikelijke systematiek van de Participatiewet. Uitgangspunt hierbij is dat voor alle gemeenten samen een toereikend macrobudget wordt vastgesteld.

Het voorlopige macrobudget 2021 bedraagt € 6.504,2 miljoen en is daarmee € 129,2 miljoen (2,0%) hoger dan het definitieve macrobudget 2020. Dit bedrag is exclusief een reservering van € 327,2 miljoen deelbudget COVID-19 en een reservering van € 13,8 miljoen in verband met in 2021 uit te keren vangnetuitkeringen.

Het budget voor 2021 is gebaseerd op de voorlopige beschikking. Daarin staat dat het voorlopig budget 2021 voor Capelle aan den IJssel ruim € 242,6 miljoen hoger (0,7%) is dan het definitieve budget 2020.

Van het voorlopige budget 2021, 33.705,1, gaat nog een bedrag van N 76 af in verband met de verrekening van het in 2016 en 2017 verstrekte voorschot op de gebundelde uitkering Participatiewet in verband met de extra kosten aan bijstand vanwege de verhoogde asielinstroom. Dit voorschot wordt in 9 gelijke delen gedurende de jaren 2018 – 2026 verrekend.

Voor 2021 en de jaren daarna is het uitgangspunt het beschikbare macrobudget. De grootste aannames daarbij zijn dat de uitname voor de vangnetuitkeringen, de uitname voor de statushouders en de uitname voor dak- en thuislozen en instellingsbewoners gelijk blijven aan 2020. Gezien de realisatie van de jaren 2017, 2018 en 2019 en de verwachtingen voor de jaren 2020 en 2021 is deze aanname reëel. Bovendien is de reservering voor de COVID-19 uitkering, € 327,2 miljoen voor het jaar 2021, doorgetrokken naar de jaren 2022 en verder. 

Op basis van de bestuursrapportage derde kwartaal 2020 verwacht de GR IJsselgemeenten voor 2021 een flinke toename van het aantal bijstandsuitkeringen. De verwachting was dat het bestand zou stijgen met 2,3%, zonder Corona, maar er moet rekening gehouden worden met een de landelijke ontwikkeling van rond de 7,3%. In het laatste geval zal dit aanzienlijke gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het verwachte resultaat en de gemeentelijke begroting. Om toch (deels) rekening te houden met de gevolgen van de coronacrisis gaat de GR IJsselgemeenten uit van een stijging van het bestand met 4,8% in 2021. Dit is het gemiddelde van 2,3% en 7,3%, waarbij het resultaat op de bijstand niet te negatief is beïnvloed. Tot en met 2022 is vooralsnog de verwachting van een toename van het bestand met 11% ten opzichte van 2020. Uiteraard zijn de cijfers voor 2021 t/m 2025 met de huidige ontwikkelingen rond de coronacrisis onzeker. Mede door de huidige situatie is het lastig om meer dan één jaar vooruit kijken. Onze gemeente heeft op dergelijke externe factoren vrijwel geen directe invloed.
Deze uitgangspunten worden door de GR IJsselgemeenten voor de drie deelnemende gemeenten uniform toegepast en wij kunnen ons daarmee verenigen.

Wij stellen u voor om de budgettair effecten voor de jaren 2020 tot en met 2025 en verder te verwerken door:

  • een verhoging van het Rijksbudget voor respectievelijk V 1.202, V 1.355, V 1.621, V 1.464, V 1.288 en V 1.227,
  • een verlaging van de uitgaven voor  V 800 in 2020 , V 96 in 2021, V 814 in 2024  en V 564 in 2025 en verder,
  • een verhoging van de uitgaven voor N 1.179 in 2022 en N 230 in 2023. 
Tabel 1: Ontwikkeling definitief budget 2019 t.o.v. het definitief budget voor 2020 Capelle aan den IJssel
Definitief budget 2019 31.444
Voorlopig budget 2020 32.260
Nader Voorlopig budget 2020 31.102
Definitief budget 2020 33.462
Tabel 2: 2020 NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.184 33.386 V 1.202
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.844 in 2020) 29.090 28.290 V 800
Resultaat 2020 V 3.094 V 5.096 V 2.002
Tabel 3: 2021 NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.274 33.629 V 1.355
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.932 in 2021) 30.067 29.971 V 96
Resultaat 2021 V 2.207 V 3.658 V 1.451
Tabel 4: 2022 NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.344 33.965 V 1.621
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 2.045 in 2022) 31.044 32.223 N 1.179
Resultaat 2022 V 1.300 V 1.742 V 442
Tabel 5: 2023 NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.446 33.910 V 1.464
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 2.026 in 2023) 32.074 32.304 N 230
Resultaat 2023 V 372 V 1.606 V 1.234
Tabel 6: 2024 NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.560 33.848 V 1.288
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 2.004 in 2024) 33.195 32.381 V 814
Resultaat 2024 N 635 V 1.467 V 2.102
Tabel 7: 2025 en verder NJN 2019 Huidige prognose Verschil
Rijksbudget 32.560 33.787 V 1.227
Prognose uitgaven (op basis van gemiddeld aantal cliënten: 1.984 in 2025) 33.195 32.632 V 564
Resultaat 2025 en verder N 635 V 1.156 V 1.791

6B.7 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Terug naar navigatie - 6B.7 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO)

Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 2.371 / N 2.371 eenmalig in 2020
Kasstroom: V 2.371 / N 2.371 eenmalig in 2020

Het kabinet heeft vanwege de corona-crisis een economisch noodpakket gevormd met een aantal maatregelen om banen en inkomens van mensen te beschermen. Eén van de maatregelen is de Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandige Ondernemers (TOZO). Deze regeling ondersteunt
zelfstandige ondernemers, onder wie zzp'ers, met inkomensondersteuning en bedrijfskrediet. Zo hebben zij een betere kans hebben om hun bedrijf voort te zetten. Het Rijk heeft daarvoor landelijk voorschotten beschikbaar gesteld voor een totaalbedrag van € 2,75 miljard.
In dit kader heeft de gemeente Capelle in eerste instantie in drie tranches een voorschot ontvangen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In totaal betreft het een bedrag van 6.323 (eerste tranche 790, tweede tranche 3.794, derde tranche 1.739). In de Voorjaarsnota 2020 hebben we u hierover geïnformeerd. In juni en juli zijn nog een vierde en vijfde tranche, resp. 1.581 en 790, door onze gemeente ontvangen. Het totaalvoorschot is hiermee gekomen op 8.694.
Zodra duidelijk is hoeveel zelfstandige ondernemers gebruik hebben gemaakt van de regeling wordt de balans opgemaakt. Het voorschot wordt op basis daarvan later verrekend met de vast te stellen uitkering die Capelle ontvangt voor uitvoering van de normale, specifieke regeling voor zelfstandigen.
De uitvoering van deze regeling verloopt via de GR IJsselgemeenten. Het volledige voorschot, 8.694, wordt daarom aan de GR IJsselgemeenten beschikbaar gesteld voor uitbetaling van de uitkeringen aan zelfstandigen.

Wij stellen u voor de baten in de begroting eenmalig in 2020 te verhogen met V 2.371 en de lasten in de begroting eenmalig in 2020 te verhogen met N 2.371.

6B.8 Overhevelen en ombuigen deel budget 2020 MKB werkoffensief

Terug naar navigatie - 6B.8 Overhevelen en ombuigen deel budget 2020 MKB werkoffensief

Overhevelen en ombuigen deel budget 2020 MKB werkoffensief naar versterking regionale samenwerking ten behoeve van het voorkomen instroom uitkering – Beleidskeuze
Lasten/ baten: V/N 158 in 2020 en N/V 158 in 2021
Kasstroom: V 158 in 2020 en N 158 in 2021

Bij de Voorjaarsnota 2018 is een meerjarig budget ter beschikking gesteld voor de uitvoering van het Samenwerkingsproject “Van Bijstand naar Werk” in de periode 2018-2020. Met dit project wordt in samenwerking met de gemeenten Rotterdam en Nissewaard en het MKB Rotterdam Rijnmond, een extra impuls gegeven aan het gericht en duurzaam plaatsen van werknemers bij werkgevers. Vooral voor de doelgroep die al langere tijd in de bijstand verblijft.

Er is ingezet op het intensiveren van de banden tussen het project en Capelse ondernemers. De contacten en het netwerk van MKB Rijnmond bleken in de randgemeenten echter minder groot dan werd verwacht. Ook voor het MKB zelf bleek dit een verrassing. Het project bleek vooral effectief voor mensen met een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt. En deze groep was nu juist de afgelopen jaren als gevolg van de goede resultaten al uitgestroomd uit het Capelse bestand. Daarnaast liep ook dit project aan tegen de maatregelen in het kader van corona. Dit heeft als gevolg dat de uitstroom naar werk over de gehele linie sterk is teruggelopen.
Sinds maart 2020 zijn plaatsingen nagenoeg niet mogelijk geweest. Het beschikbare budget voor 2020 is behalve voor de administratiekosten niet ingezet. Wel is gebleken dat regionale samenwerking tussen werkgevers, gemeenten en de regio steeds belangrijker wordt en dat investeren in goede relaties en het netwerk van groot belang is voor het adequaat kunnen reageren op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.

Als gevolg van de coronacrisis verwachten wij de komende jaren een grotere instroom van Capellenaren in de bijstand. De crisis treft gelukkig niet alle arbeidsmarktsectoren even hard waardoor er kansen ontstaan voor doorstroming maar andere sectoren. Daarom willen wij extra preventief inzetten om te voorkomen dat mensen instromen in een uitkering. Vanuit het Rijk komen hier ook middelen voor beschikbaar, maar om hierop vooruitlopend op korte termijn regionaal sneller te kunnen doorpakken, stellen we u voor om hiervoor een deel van het budget (158) van het MKB Werkoffensief uit 2020 te gebruiken.

Wij gaan regionaal en met partners fors inzetten op trajecten van werk naar werk, op omscholing naar ander werk en op andere ondersteunende maatregelen zoals taalverbetering. Hiermee voorkomen we dat mensen in een uitkering komen en dit leidt er tevens toe dat er minder verdringing optreedt van de doelgroep met een langere afstand tot de arbeidsmarkt door mensen die instromen in de bijstand en die meer werkfit zijn. Dit laatste geeft daarmee ook invulling aan één van de acties op de Kortetermijnactielijst ter overbrugging van verlengingsperiode van het beleidskader Werk en Inkomen, dat aan u is gepresenteerd tijdens de raadsvergadering op 28 september 2020 (zaak 282269).

Voor 2021 is er nog een budget van 200 voor het MKB Werkoffensief (zie ook Najaarsnota 2019). De directe samenwerking met MKB Rotterdam-Rijnmond is zeker van waarde voor het bereik van onze gemeente bij lokale en regionale ondernemers. In samenspraak met de verschillende partijen binnen het project wordt gekeken hoe we het project komend jaar kunnen voortzetten.
Wij stellen u voor om de begroting aan te passen met V/N 158 in 2020 en N/V 158 in 2021 en dit budget over te hevelen middels de reserve eenmalige uitgaven en in 2021 beschikbaar te stellen voor versterking regionale samenwerking ten behoeve van voorkomen instroom uitkering.

6B.9 Inkomensregelingen

Terug naar navigatie - 6B.9 Inkomensregelingen

Inkomensregelingen - Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 57 / N 57 in 2020
Kasstroom: V 57 in 2020

Door de verscherpte controle bij een selecte groep kwijtschelders is gebleken dat deze niet (meer) in aanmerking voor kwijtschelding kwamen. Daarnaast is er in het 1e half jaar een lichte daling in het aantal toegewezen verzoeken. Hierdoor ontstaat een voordeel van V 57. Dit wordt verrekend met de voorziening afvalstoffenheffing middelen derden (N 57) in programma 7.  De prognose is mede gebaseerd op de verwachting dat de gevolgen (faillissementen en ontslagen) van de coronacrisis zich komende maanden gaan voordoen.

Wij stellen u voor de kwijtscheldingen in 2020 te verlagen met V 57 en het voordeel toe te voegen aan de voorziening afvalstoffenheffing middelen derden ( N57).

6B.10 CapelleWerkt compensatie meerkosten en inkomstenderving Corona

Terug naar navigatie - 6B.10 CapelleWerkt compensatie meerkosten en inkomstenderving Corona

Capelle Werkt compensatie meerkosten en inkomstenderving Corona – Onvermijdelijk
Lasten/ Baten: Incidenteel N 90 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 90 in 2020

Capelle Werkt verwacht over het jaar 2020 een bedrag van N 90 aan meerkosten en inkomstenderving Corona. Het definitieve bedrag  Corona wordt bekend bij de jaarrekening 2020 van Capelle Werkt en zal dan verrekend worden. Dan is er ook meer zicht op langere termijn effecten en zullen wij indien nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. Wij ontvangen voor verschillende doeleinden compensatie van het Rijk vanwege de coronacrisis (gemeentefonds). De bijdragen (compensatie) van het Rijk in de hogere lasten vanwege de Corona zijn opgenomen in Programma 0.

Wij stellen u  voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 90 in 2020.

6B.11 Promen Corona-effecten

Terug naar navigatie - 6B.11 Promen Corona-effecten

Promen Corona-effecten  – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: Incidenteel N 438 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 438 in 2020

Als gevolg van de coronacrisis verwacht Promen 2020 af te sluiten met een negatief resultaat van ca. € 1,25 mln. Het aandeel voor Capelle is 281.  Daarnaast is als gevolg van de corona-uitbraak bij Promen in juli 2020 gebleken dat er aanpassingen nodig zijn in luchtbehandelingssystemen bij Promen. Dit leidt tot een extra investering van 700,  die niet uit de onderhoudsvoorziening gebouwen gedekt kan worden. Het aandeel voor Capelle is 157.  Promen heeft naar aanleiding  van het verwachte negatieve resultaat en de benodigde investering  twee voorstellen voor een begrotingswijziging voor 2020 ingediend.  Deze voorstellen voor een begrotingswijziging zijn aan uw raad  voorgelegd voor een zienswijze. 

In het kader van de Coronacrisis heeft het Rijk voor verschillende doeleinden  compensatie beschikbaar gesteld. De bijdrage van het Rijk is verwerkt in programma 0. 

Wij stellen u voor om de lasten te verhogen met N 438 eenmalig in 2020.

6B.12 CapelleWerkt overhevelen budget toekomstverkenning en overname beheer en exploitatie pand Stationsplein 20

Terug naar navigatie - 6B.12 CapelleWerkt overhevelen budget toekomstverkenning en overname beheer en exploitatie pand Stationsplein 20

Overhevelen werkbudget toekomstverkenning en overname beheer en exploitatie pand Stationsplein 20 – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021 en N 212/V 146 eenmalig in 2021
Kasstroom: V 75 in 2020 en N 75 in 2021 en N 212/V 146 eenmalig in 2021

De toekomstverkenning Stichting Capelle Werkt (SCW) is op 17 maart 2020 vastgesteld. De uitwerking hiervan leidt tot de volgende voostellen.

Overheveling werkbudget (programma 6B)
In Voorjaarsnota 2020 hebben wij voor het jaar 2020 de goedkeuring gekregen voor een werkbudget van 115 ten behoeve van de dekking van incidentele kosten en de procesbegeleiding van implementatie. Wij verwachten dat dit jaar niet het gehele werkbudget zal worden besteed. Een deel van het resterend budget, 75, zullen we in 2021 nodig hebben ter dekking van de incidentele kosten.

Overname beheer en exploitatie pand Stationsplein 20 (programma 6A)
In de toekomstverkenning activiteiten SCW is geadviseerd om aan Welzijn Capelle te vragen om invulling te geven aan de inloopruimte Picasso. Dit sluit aan bij de opdracht van Welzijn Capelle om in het Huis van de Wijk een laagdrempelige ontmoetingsfunctie te realiseren. Vanwege de Corona-maatregelen is de inloop Picasso eerder dit jaar al door SCW gesloten. Aan Welzijn Capelle is gevraagd om versneld invulling te geven aan de activiteiten in het kader van het Huis van de Wijk. Door het vervroegd afbouwen van de activiteiten van SCW is een en ander in een stroomversnelling geraakt en zal SCW het pand aan het Stationsplein per 1 januari 2021 verlaten en ontstaat er vanaf dat moment leegstand.

Per 1 januari 2021 neemt de gemeente het beheer en de exploitatie het pand Stationsplein 20 van SCW over. De exploitatiebegroting 2021 sluit met een nadeel van N 74 structureel en N 12 eenmalig voor afrekening servicekosten 2019 en 2020. Dit nadeel wordt voornamelijk veroorzaakt door de huidige leegstand van de voormalige eigen ruimte van SCW. 

Welzijn Capelle zal een gedeelte van de leegstand (de inloopruimte) per 2021 voor de duur van 1 jaar invullen door ontmoetingsactiviteiten te organiseren in het kader van het Huis van de Wijk.
Doordat Welzijn Capelle dit gedeelte gaat huren is er een voordeel van V 20 (V 16 aan huur en V 4 aan servicekosten) en kan het exploitatie nadeel van het pand in 2021 eenmalig verlaagd worden naar N 66 (N 74 + N 12 - V 20). Indien meer duidelijkheid bestaat over de ontwikkelingen over het pand, wordt bij de VJN 2021 een voorstel gedaan voor de structurele situatie.

Vervolg
In 2021 worden mogelijk nog (meer) frictiekosten gemaakt. Na de volledige afronding van de implementatie toekomstverkenning SCW is dit duidelijk en zal het structurele effect van het implementatieproces in de begroting worden verwerkt.

Wij stellen u voor om:

  1. De begroting aan te passen met V/N 75 in 2020 en N/V 75 in 2021 en dit budget over te hevelen middels de reserve eenmalige uitgaven;
  2. De exploitatiebegroting van het pand Stationsplein 20 in de begroting te verwerken met N 212 / V 146 eenmalig in 2021.

De wijzigingen zijn cijfermatig wel verwerkt op de betreffende programma’s, maar komen daar niet meer als separate voorstellen terug. Dit voorstel raakt de volgende programma’s:

Programma 6B Werk en Inkomen (Participatiewet) 2020
Werkbudget Stichting CapelleWerkt 2020 115
AF: Uitgaven 2020 40
Overhevelen naar 2021 75
Programma 6A Exploitatiebegroting 2021 Stationsplein 20
Lasten
OZB/rioolrechten N3
Onderhoud onroerende zaken N1
Service-(Jaar)contracten N55
Glasbewassing N1
Schoonmaakkosten (sanitair) N2
Huur/Lease onroerend goed N143
Overige diensten algemeen N7
Totaal Lasten N212
Baten
Huur V115
Levering diensten V31
Totaal Baten V146
Totaal N66

6B.13 Concept Ondernemingsplan 2021 Promen

Terug naar navigatie - 6B.13 Concept Ondernemingsplan 2021 Promen

Concept Ondernemingsplan 2021 Promen – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V 50 in 2021 , V 122 in 2022, V 158 in 2023 en V 223 in 2024
Kasstroom: V 50 in 2021 , V 122 in 2022, V 158 in 2023 en V 223 in 2024

De gemeente indexeert de bijdrage aan Promen niet. Uitgangspunt van de gemeente is om met de gemeentelijke meerjarenbegroting aan te sluiten bij de meerjarenbegroting van Promen.

Wij stellen u voor om ten aanzien van het Ondernemingsplan Promen 2021 het verschil in de door Promen gevraagde bijdrage en het voor de Wsw beschikbare budget in de gemeentelijke begroting, zijnde V50 in 2021, V122 in 2022, V158 in 2023 en V223 in 2024 te betrekken bij de afwegingen in het kader van de Najaarsnota 2020.

Bijdrage Wsw 2020 2021 2022 2023 2024
Beschikbaar gemeentelijke begroting 5.999 6.031 5.807 5.512 5.303
OP Promen 2021 5.999 5.981 5.685 5.354 5.080
Voordelig effect gemeentelijke begroting N0 V50 V122 V158 V223

6B.14 Vrijval gedeelte budget Brede Schuldenaanpak

Terug naar navigatie - 6B.14 Vrijval gedeelte budget Brede Schuldenaanpak

Vrijval budget Brede Schuldenaanpak – Beleidskeuze
Lasten / Baten: V 71 in 2020
Kasstroom: V 71 in 2020 

Ter uitvoering van de raadsmotie "Help jongeren uit de schulden" (BBV 809753) is bij de VJN 2017 een budget van 100 beschikbaar gesteld voor de pilot Schuldenfonds Jongeren..
Deze pilot is per 31 december 2019 geëindigd. De hulp aan jongeren met schulden is vanaf 2020 opgenomen in het Actieplan Schulden aanpakken in Capelle. Het resterende bedrag uit de pilot van 75 is bij de NJN 2019 overgeheveld naar 2020 om de trajecten voor jongeren die in 2019 gestart zijn, te kunnen laten doorlopen in de aanpak in 2020. Voor de afronding van de trajecten in 2020 bleek echter een lager bedrag benodigd dan verwacht.

Wij stellen u voor om het restantbedrag van V 71 in 2020 incidenteel vrij te laten vallen.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2020 incl. wijz. Wijz. NJN 2020 BG2020 na wijz. NJN Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Lasten N58.553 N1.801 N60.354 N54.209 N55.742 N55.514 N55.297
Baten V39.426 V3.573 V42.999 V34.359 V34.910 V34.855 V34.793
Saldo van baten en lasten N19.127 V1.772 N17.355 N19.850 N20.832 N20.659 N20.504
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven V368 N393 N25 V593 N0 N0 N0
Reserve Sociaal Domein N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering V189 N0 V189 V189 V189 V189 V189
Totaal mutaties reserves V557 N393 V164 V782 V189 V189 V189
Resultaat N18.570 V1.379 N17.191 N19.068 N20.643 N20.470 N20.315
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2020:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6B.1 Overheveling Jeugdfonds Sport & Cultuur V110 N0 V110
6B.2 Meicirculaire - Maatschappelijke begeleiding inburgeringsplichtige statushouders N56 N0 N56
6B.3 Meicirculaire- Invoering Wet Inburgering N67 N0 N67
6B.4 Overhevelen budget Stroomlijnen en verbeteren toegang inkomensondersteuning V50 N0 V50
6B.5 Meicirculaire- Pilot Financieel Ontzorgen N125 N0 N125
6B.6 Inkomensdeel Participatiewet (BUIG) V800 V1.202 V2.002
6B.7 Coronacrisis: Tijdelijke Overbruggingsregeling Zelfstandig Ondernemers (TOZO) N2.371 V2.371 N0
6B.8 Overhevelen en ombuigen deel budget 2020 MKB werkoffensief V158 N0 V158
6B.09 Inkomensregelingen V57 N0 V57
6B.10 CapelleWerkt compensatie meerkosten en inkomstenderving Corona N90 N0 N90
6B.11 Promen Corona-effecten N438 N0 N438
6B.12 CapelleWerkt overhevelen budget toekomstverkenning en overname beheer en exploitatie pand Stationsplein 20 V75 N0 V75
6B.14 Vrijval gedeelte budget Brede Schuldenaanpak V71 N0 V71
0.12 Compensatie meerkosten Corona N5 N0 N5
6A.6 Inzet budget Schuldenaanpak V30 N0 V30
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N1.801 V3.573 V1.772
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N393
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N0
Totaal mutatie in de reserves N393
Mutatie Resultaat V1.379

Deelprogramma 6C Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact Corona:
Huisbezoeken
Als gevolg van Corona dient gewerkt te worden conform de RIVM- maatregelen. Het zogenoemde keukentafelgesprek vindt dan ook zoveel mogelijk telefonisch plaats. Huisbezoeken vinden nu alleen in uitzonderlijke situaties plaats. Deze werkwijze volgen we totdat de Corona- maatregelen zijn opgeheven door het Rijk. Dit heeft tot gevolg dat in de praktijk het proces van aanvraag tot besluitvorming bij uitzonderlijk- of complexe aanvragen langer dan gemiddeld in beslag neemt.

Doorlooptermijn aanvragen
Het aantal meldingen is in het eerste half jaar ten opzichte van voorgaande jaren relatief laag. Een logische gevolg aangezien de Wmo- cliënt een kwetsbare doelgroep is, die contact dient te vermijden met anderen. In de maanden juli, augustus en september is het aantal meldingen fors toegenomen naar aantallen die voorheen ook werden ontvangen. Omdat de meldingen in een relatief kort tijdbestek zijn ontvangen is als gevolg daarvan een piek in de werkvoorraad ontstaan waarbij wettelijke termijnen niet worden gehaald. Om deze piek aan meldingen toch binnen de wettelijk gestelde termijnen af te kunnen handelen en tijdig zorg bij cliënten te kunnen zetten, wordt ter ondersteuning externe inhuur ingezet.

Financiële tegemoetkoming omzetderving zorgaanbieders en vergoeding meerkosten
De uitbraak van het Coronavirus en de ingrijpende maatregelen om de verspreiding ervan zoveel mogelijk te beperken heeft gemaakt dat onze gecontracteerde zorgaanbieders en vervoerder niet of in beperkte mate in staat zijn de reguliere Wmo-diensten aan te bieden. Ook zien wij dat cliënten uit angst voor Corona de ondersteuning tijdelijk stopgezet hebben. Ter voorkoming dat zorgaanbieders in financiële problemen dreigden te komen was het verzoek van de VNG aan gemeenten om de voor de periode van 1 maart tot 1 juni gecontracteerde zorgaanbieders voor de geleden tegemoet te komen. Deze regeling is landelijk tot 1 augustus verlengd (BBV201469). Van een aantal zorgaanbieders hebben wij het signaal kregen deze regeling en de uitvoering ervan zoals wij in Capelle toepassen als constructief/motiverend/stimulerend ervaren wordt.
Om de ondersteuning door de aanbieders te continueren en/of weer op te starten dienen de maatregelen van het RVIM in acht genomen te worden. Het treffen van deze maatregelen betekent veelal extra kosten voor zorgaanbieders. Het verzoek van de VNG en Rijk aan gemeenten is om deze meerkosten te vergoeden aan de aanbieder. De regeling houdt in dat zorgaanbieders gedurende een periode van 1 maart 2020 tot 1 januari 2021 de meerkosten bij gemeentes kunnen voorleggen en declareren. Dit onder bepaalde voorwaarden (BBV 291797).

Overige ontwikkelingen:
Geen ontwikkelingen. 

6C.1 Stijging kosten maatwerk-voorzieningen (Wmo) (Krediet 570 in 2020 en 138 structureel vanaf 2021)

Terug naar navigatie - 6C.1 Stijging kosten maatwerk-voorzieningen (Wmo) (Krediet 570 in 2020 en 138 structureel vanaf 2021)

Stijging kosten maatwerk-voorzieningen - Onvermijdelijk
Lasten / Baten N 203 eenmalig in 2020, incidenteel N 81 in 2021, N101 in 2022, N121 in 2023, N141 in 2024, N161 in 2025, N181 in 2026, N201 in 2027, N140 structureel vanaf 2028
Kasstroom: N 773 in 2020, N 138 structureel vanaf 2021 

Door het faillissement van onze voormalige hulpmiddelenleverancier Hulpmiddelcentrum (HMC) is hebben we de lopende overeenkomst per 1 april 2020 moet beëindigen en moet er een nieuwe aanbestedingstraject op opgestart worden. De voorbereidingen zijn in volle gang met als doel per 1 januari 2021 nieuwe raamovereenkomsten met meerdere partijen afgesloten te hebben. Om de capellenaren nu te behoeden voor onacceptabel lange levertijden en de benodigde zorg te blijven continueren hebben wij contact gezocht met 2 andere leveranciers, Welzorg en Medipoint, om de dienstverlening ter overbrugging tot een nieuwe raamovereenkomst over te nemen.
Mede als gevolg van het faillissement zijn de verwachte uitgaven voor de aanschaf van de nieuwe rolstoelen en scootmobielen fors hoger dan begroot (krediet). Daarentegen zijn op taakveld 6.6 maatwerkvoorzieningen Wmo op een aantal onderdelen de verwachte kosten lager dan begroot.
Hieronder zijn de verwachte financiële voor- en nadelen weergegeven en nader toegelicht.
Prognose taakveld 6.6 maatwerk-voorzieningen Wmo (N 203)

  • Door het vervallen van het onderhouds-, huurcontract en herverstrekkingsafspraken voor de voorzieningen die door HMC geleverd zijn blijven deze kosten vooralsnog uit. Reparaties vinden gedurende deze periode op basis van een piepsysteem, meldingen van de gebruiker, plaats (V 64);
  • In 2020 hebben er 2 autoaanpassingen plaatsgevonden. Deze komen in de praktijk heel weinig voor (N50);
  • Naast een stijging van het aantal verstrekte woningenaanpassingen zijn er in 2020 een tweetal grotere woningaanpassingen uitgevoerd. Van de woon- en vervoersvoorzieningen die door Welzorg of Medipoint geleverd worden zijn de landelijke marktconforme prijzen op dit moment gemiddeld 40% tot 60% hoger. Deze informatie is gedeeld gedurende de klankbord overleggen tussen VWS, de VNG en een dertigtal gemeenten die gedupeerd zijn door het faillissement van het Hulpmiddelencentrum. Diverse gemeenten in Nederland hebben hierdoor met fors hogere uitgaven te maken (N 217).

Het gevraagde aanvullende krediet bedraagt 570 voor aanschaf nieuwe rolstoelen en scootmobielen. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

  • Door het faillissement van het Hulpmiddelencentrum zijn de zeer gunstige prijsafspraken komen te vervallen. Landelijk liggen de marktconforme prijzen gemiddeld 40% tot 60% hoger;
  • Het huidige rolstoel- en scootmobielpark is sterk verouderd, het gevolg is dat deze technisch afgekeurd wordt en het aanschaffen van nieuwe scootmobielen onvermijdelijk is.

In afwachting van de nieuwe raamovereenkomsten willen wij vanaf 2021 structureel een aanvullend krediet aanvragen van 138 (40% van het huidige krediet) waardoor het totale krediet vanaf 2021 structureel op 483 komt.

Wij stellen u voor om bovenstaande prognose in de begroting te verwerken en taakveld 6.6 eenmalig in 2020 met N 203 aan te ramen, het krediet in 2020 met N 570 incidenteel te verhogen en vanaf 2021 structureel met N 138 te verhogen, en de hieruit voorkomende kapitaallasten N 81 voor 2021, N101 in 2022, N121 in 2023, N141 in 2024, N161 in 2025, N181 in 2026, N201 in 2027 en N140 structureel vanaf 2028 aan te ramen.

6C.2 Volume stijging Wmo

Terug naar navigatie - 6C.2 Volume stijging Wmo

Volume stijging Wmo - Onvermijdelijk
Lasten/Baten N658/V11 in 2022, N1.122/V22 in 2023, N1.461/V33 in 2024.
Kasstroom: N647 in 2022, N1.100 in 2023 en N1.428 in 2024

In de collegebrief (2020/096) van 21 juli 2020 hebben wij u over de verwachte financiële - uitgaven inzake de Wmo voor de komende jaren geïnformeerd. Feit is dat de Wmo- uitgaven de afgelopen jaren fors zijn gestegen. Hoe deze trend zich in de toekomst ontwikkelt en in welke mate is, gelet op de openeinde regeling en de vrije toegang tot het indienen van een Wmo-melding, niet te voorspellen. Ook speelt de toekomstige wet- en regelgeving hierin een belangrijke rol. Een voorbeeld hierbij is de invoering van de reële kostprijs (AmvB) en het abonnementstarief. Beiden hebben een kostenverhogend effect teweeggebracht. Rekening houdend met de demografische ontwikkelingen (verdere vergrijzing) en de verschuiving naar het meer inzetten van zwaardere vormen van ondersteuning (verhouding indicaties HO- licht naar HO- midden) om het zelfstandig thuis blijven wonen mogelijk te maken, toepassen van de reëel kostprijs (AMvB) en ook toepassen van de uitspraak resultaatgericht indiceren/financieren van de CRvB maakt dat de kosten ook de komende jaren zullen blijven stijgen. Hieronder een overzicht met de uitgangspunten die in de huidige prognose gehanteerd zijn.

De meerjarenprognose Wmo is gebaseerd op de volgende ontwikkelingen:

  • er is sprake van een toename van HO en dagbesteding op basis van het gemiddelde aantal 65+ met een Wmo indicatie. De gemiddelde stijging op basis van demografische groei op basis van cijfers vanuit het gemeentefonds bedraagt 2,8%. Dit percentage is afgeleid van het aantal cliënten vanaf 65+ die in 2019 een Wmo indicatie HO vanuit de gemeente ontvingen, ten opzichte van het totaal aantal 65+ woonachtig in Capelle in de toekomst. Voor individuele begeleiding is de jaarlijkse gemiddelde toename doorgetrokken;
  • er is sprake van een stijging van de mate van verzilvering bij HO. De verwachting is een stijging van 85% naar 90%;
  • de tendens is dat zorgzwaarte verschuift van indicatie HO- licht naar HO- midden. Dit maakt dat de kosten navenant zullen stijgen;
  • er wordt een toename verwacht van de te ontvangen eigen bijdrage.

In de Begroting 2021 is de verwachte stijging Wmo uitgaven van het jaar 2021 meerjarig doorgetrokken, het gaat om een bedrag van N1.598/V133. De stijging van de jaren 2022 en verder, zoals genoemd in de collegebrief (2020-096), is in de begroting 2021 opgenomen in de risicoparagraaf. Wij stellen u voor deze meerjarige stijging nu mee te nemen in de Najaarsnota 2020. Met de stijging van de Wmo uitgaven na 2024 is rekening gehouden in de meerjarige meerjarenbegroting.

Wij stellen u voor om de lasten en baten als volgt aan te passen: N658/V11 in 2022, N1.122/V22 in 2023 en N1.461/V33 in 2024.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2020 incl. wijz. Wijz. NJN 2020 BG2020 na wijz. NJN Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Lasten N15.452 N184 N15.636 N16.471 N17.149 N17.663 N18.053
Baten V590 N0 V590 V598 V609 V620 V631
Saldo van baten en lasten N14.862 N184 N15.046 N15.873 N16.540 N17.043 N17.422
Mutaties in reserves:
Reserve eenmalige uitgaven N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N33 N10 N43 N33 N33 N33 N33
Sociaal Noodfonds N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Totaal mutaties reserves N33 N10 N43 N33 N33 N33 N33
Resultaat N14.895 N194 N15.089 N15.906 N16.573 N17.076 N17.455
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2020:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6C.1 Stijging kosten maatwerk-voorzieningen (Wmo) (krediet 570 in 2020 en 138 structureel vanaf 2021) N203 N0 N203
0.5 Rente V9 N0 V9
0.19 Mutaties reserve bedrijfsvoering V10 N0 V10
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N184 N0 N184
Mutaties reserves
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N10
Totaal mutatie in de reserves N10
Mutatie Resultaat N194

Deelprogramma 6D Jeugdhulp

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Impact Corona:
GRJR en CJG
In dit programma is  een wijzigingsvoorstel opgenomen met betrekking tot de verwachte meerkosten Corona van GRJR en CJG. Het definitieve bedrag wordt bekend bij de jaarrekeningen van de betreffende partijen en worden dan verrekend . Dan is er ook meer zicht op langere termijn effecten en zullen wij waar nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. 

Overige ontwikkelingen:
Geen ontwikkelingen.

6D.1 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) - Onvermijdelijk

Terug naar navigatie - 6D.1 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) - Onvermijdelijk

Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: N 977 in 2020, N 93 structureel met ingang van 2021 en V/N 55 in 2020 en N/V 55 in 2021
Kasstroom: N 977 in 2020, N 93 structureel met ingang van 2021 en V 55 in 2020 en N 55 in 2021

Hogere inleg 2019 GR Jeugdhulp Rijnmond op basis van definitieve Jaarstukken 2019
Bij de NJN 2019 hebben wij u gemeld dat de GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) op basis van de
8-maandsrapportage 2019 een overschrijding verwachtten. Conform afspraak hebben wij deze extra inleg verwerkt bij de NJN 2019. Op basis van de concept Jaarstukken 2019 van de GR hebben wij bij de Voorjaarsnota 2020 in afwachting van de definitieve Jaarstukken van de GRJR nog een bedrag van 387 aangeraamd.
In het AB van de GRJR van 1 juli 2020 zijn de definitieve Jaarstukken 2019 vastgesteld. Ten opzichte van de concept Jaarstukken 2019 was een extra inleg van alle deelnemende gemeenten noodzakelijk voor een bedrag van € 3,5 miljoen. Op basis daarvan is onze (extra) inleg 2019 met een bedrag van 214 verhoogd.
We stellen u hierbij voor om de begroting voor het jaar 2020 met N 214 aan te ramen.

GR Jeugdhulp Rijnmond aanpassing indexering – Onvermijdelijk
Met het vaststellen van de begroting 2021 is een budget van € 6,1 miljoen gebaseerd op een indexatie van 2,52% voor het toekennen van de indexatie aan de tarieven van de ingekochte specialistische jeugdhulp (percelen A t/m I) gereserveerd. Op basis van de zogenaamde T-1 systematiek zullen de tarieven voor 2021 verhoogd worden met het OVA-percentage van 2020 van 3,28%. Hiermee worden de CAO-ontwikkelingen grotendeels gecompenseerd.
In het AB van  de GRJR is op 17 september 2020 besloten om (vooralsnog) de tarieven voor specialistische jeugdhulp (percelen A t/m I) voor 2021 te indexeren op basis van het reeds in de begroting GRJR 2021 opgenomen voorlopige OVA-percentage 2020 van 2,52%. Pas na verschijnen van het tarief en herijkingsonderzoek zal het AB een beslissing te nemen of een extra indexering tot 3,28% noodzakelijk is. In het geval van de indexering tot 3,28% zal de begroting 2021 van de GRJR met € 1,8 miljoen moeten worden verhoogd. Voor de gemeente Capelle aan den IJssel betekent dit, dat er met ingang van 2021 structureel een bedrag van N 93 moet worden aangeraamd.

Extra inleg 2020 GR Jeugdhulp Rijnmond op basis van 6-maandsrapportage 2020 – Onvermijdelijk
Op basis van de 6-maandsrapportage 2019 prognosticeert de GR Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) als
jaareindeverwachting een overschrijding van de begroting van ruim € 2 miljoen (ca. 0,8% van de begroting).
Het betreft hier in hoofdzaak overschrijdingen op percelen B: Weer naar huis (Opname), en C: Opgroeien met blijvende ondersteuning (Langdurig verblijf).
Op basis van het aandeel van onze inleg, 4,974%, betekent dit, dat wij onze inleg over 2020 met een bedrag van N 101 dienen te verhogen.
Deze extra inleg staat los van de werkelijke kosten voor specialistische jeugdhulp van individuele
Gemeenten.
De detailcijfers van de GRJR per individuele gemeente laten voor onze gemeente, vooralsnog, een hoger zorgverbruik zien dan begroot. Dit betreft zo’n € 1,0 miljoen (8,4%). Dit betreft in hoofdzaak perceel B: Weer naar huis (Opname). Dit heeft geen directe consequenties voor het lopend boekjaar, maar wel voor de inleg 2022 en 2023.

Meerkosten in verband met Corona - Onvermijdelijk
Voor de gemeenten worden geen meerkosten verwacht die verband houden met omzetderving.
Wel zijn voor de gemeenten meerkosten te verwachten in verband met de compensatie van de extra investeringen die zorgaanbieders hebben moeten doen om de benodigde hulp- en ondersteuning aan de jeugdigen van Rijnmond te kunnen blijven garanderen.
Vooralsnog is er een aanname gedaan dat dit om 5% van de gesubsidieerde bedragen aan GI’s en VTRR en de gecontracteerde specialistische jeugdhulp gaat. Dit komt uit op een bedrag van € 12,0 miljoen. Het aandeel van onze gemeente hierin is N 662. Omdat de voorlopige raming nog veel onzekerheden kent, is in het AB van de GRJR op 14 oktober 2020 besloten om de begroting 2020 van de GRJR hierop niet aan te passen.  Vanuit het principe van voorzichtigheid is het voorstel om N 662 voor 2020 in onze begroting aan te ramen.

Overhevelen Transformatiemiddelen 2020-2021 - Technisch
Van 2018-2020 is een bedrag van € 2,7 miljoen per jaar toegekend vanuit het Rijk aan de jeugdhulpregio Rijnmond, in totaal € 8,2 miljoen.
De gelden zijn pas eind november 2018 door VWS toegekend, waarmee er geen tijd was deze gelden nog in 2018 in te zetten. In de transformatiebegroting zijn de gelden verdeeld over 2019 en 2020.
In 2019 zijn de voorbereidingen getroffen voor de verdeling van de gelden en het opstellen van de aanvragen, o.a. het concretiseren van de samenwerking door gemeenten en aanbieders onderling.
Het grootste deel van het budget 2019 is overgeheveld naar 2020, het jaar waarin de meeste pilots van start zijn gegaan.
Onze gemeente heeft een bijdrage ontvangen van 159 (zie Najaarsnota 2019, pag. 75).
Naar verwachting zal hiervan in 2020 een bedrag van 55 niet besteed kunnen worden.
Het voorstel is om N 55 via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen van 2020 naar 2021.

2020 2021 2022 2023 2024
Aanramen
Hoge bijdrage 2019, verrekend in 2020 N214 N0 N0 N0 N0
Extra inleg 2020 op basis van 6-maandsrapportage N101 N0 N0 N0 N0
Meerkosten in verband met Corona N662 N0 N0 N0 N0
Aanpassing OVA indexering m.i.v. 2021 N0 N93 N93 N93 N93
Totaal incidenteel aanramen N977 N93 N93 N93 N93
Budgetneutrale wijziging
Overhevelen van Transformatiemiddelen V55 N55 N0 N0 N0

6D.2 Extra financiële middelen voor huiselijk geweld

Terug naar navigatie - 6D.2 Extra financiële middelen voor huiselijk geweld

Extra financiële middelen voor huiselijk geweld – Onvermijdelijk
Lasten / Baten: V/N 160  in 2020, N/V 160 in 2021 en met ingang van 2021: N/V 160
Kasstroom: : V 160 in 2020 en N 160 in 2021 en met ingang van 2021: N/V 160

Het Rijk heeft met de Meicirculaire 2020 (pag. 40) bekend gemaakt dat er via de centrumgemeenten vrouwenopvang extra structurele middelen komen voor huiselijk geweld, waaronder landelijk € 38,6 miljoen voor Veilig Thuis. Onze centrumgemeente Rotterdam heeft voorgesteld deze middelen zo veel mogelijk in te zetten voor het versterken van de lokale gemeentelijke aanpak op huiselijk geweld, als onderdeel van de samenwerking met Veilig Thuis. Dit betekent dat deze middelen beschikbaar komen voor de gemeenten in onze centrumregio. De centrumgemeente Rotterdam heeft een voorlopige doorrekening gemaakt van de middelen en schat in dat het voor de gemeente Capelle om structureel ongeveer € 160.000,- gaat voor 2020 en verder. Op basis van de septembercirculaire 2020 maakt de gemeente Rotterdam een definitieve doorrekening.
Besteding van deze middelen wordt in lijn met ons lokale beleid vanuit de Beleidskaders Jeugdhulp en Wmo en de Regiovisie ‘Geweld Hoort Nergens Thuis’ ingezet op het doorontwikkelen van onze lokale aanpak op complexe casuïstiek waarbij sprake is van onveilige situaties waaronder huiselijk geweld.  In het kader van de doorontwikkeling willen wij de capaciteit van de  ‘aandachtfunctionarissen huiselijk geweld (AF)’ die aanwezig zijn in de wijkteams uitbreiden.

Verder lopen er vanuit ontwikkelingen op Jeugdbescherming gesprekken met het CJG om aan hen nieuwe taken op het gebied van drang/ ‘intensieve vrijwillige hulp’ (IVH) toe te voegen. Dit vanwege heroriëntatie op de taken van de instellingen voor jeugdbescherming in verhouding tot de taken van gemeentelijke wijkteams. Deze taken hangen voor een groot deel samen met de aanpak ten aanzien van huiselijk geweld, omdat in beide gevallen er voor kinderen vaak sprake is van onveilige thuissituaties.

Voorgesteld wordt om  de middelen die voor 2020 beschikbaar komen via de centrumgemeente Rotterdam, V 160, volledig over te hevelen van 2020 naar 2021. Hierdoor kan de capaciteit van de AF uitgebreid worden en kunnen voorbereidingen getroffen worden voor  de nieuwe taken op het gebied van IVH.

We stellen u voor om:

  • de baten in 2020 met V 160 aan te ramen en vervolgens via de reserve eenmalige uitgaven over te hevelen van 2020 naar 2021 N 160;
  • de lasten en baten met ingang van 2021 met N/V 160 aan te ramen.

6D.3 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

Terug naar navigatie - 6D.3 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
Lasten/ Baten: Incidenteel N 539 in 2020
Kasstroom: Incidenteel N 539 in 2020

Meerkosten in verband met Corona– Onvermijdelijk
De Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) geeft in haar prognose in de halfjaarrapportage 2020 aan dat de meerkosten Corona einde van het jaar gaan oplopen naar 122. De gerealiseerde meerkosten van Corona over het eerste halfjaar bedragen 95. De meerkosten Corona betreffen onder andere:  de aanschaf van beschermingsmiddelen, kosten in verband met thuiswerken, het implementeren anderhalve-meter-maatregelen, extra schoonmaakkosten, inhuur van een jeugdarts en een reservering van vakantiedagen. Als voorschot hebben wij aan het CJG 95 beschikbaar gesteld. Het definitieve bedrag van de meerkosten Corona zal bekend zijn bij de jaarrekening 2020. Dit bedrag zullen wij verrekenen met het voorschot. Dan verwachten wij een beter zicht op de langere termijn effecten en zullen wij indien nodig een voorstel bij de Voorjaarsnota 2021 doen. 
Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 122 in 2020.

Jeugdhulp lokaal Zorg in Natura (ZIN) - Onvermijdelijk
De Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin geeft in de prognose in de halfjaarrapportage 2020 aan dat de kosten van de lokale jeugdhulp in de vorm van Zorg in Natura (ZIN) in 2020 N 232 hoger uitvallen dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een overschrijding op Zorg in Natura over 2019 (N 126) die in de jaarrekening 2019 als verlies is verwerkt en waarop nog niet is geacteerd met een budgetverhoging. Uit de prognose CJG 2020 blijkt dat deze zorgkosten aanhouden in 2020 en volgende jaren en verder zullen toenemen als gevolg van indexatie. Tevens is er sprake van een toegenomen vraag naar jeugdhulp (hogere instroom) waarbij capaciteit/expertise van de wijkteams CJG al volledig is benut en/of capaciteit bij regionale specialistische jeugdhulpaanbieders niet altijd tijdig beschikbaar is. In dergelijke gevallen zet het  CJG lokaal gecontracteerde aanbieders in als alternatief. De stijging van het gebruik van de lokale jeugdhulp past in het beleid om passende zorg zoveel mogelijk door lokaal gecontracteerde aanbieders te laten verzorgen. Wij hebben in de Begroting 2021 een wijzigingsvoorstel opgenomen voor een structurele bijdrage in de kosten van 2021 en verder.
Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 232 in 2020.

Jeugdhulp PGB Jeugdwet – Onvermijdelijk
Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin geeft in de prognose in de halfjaarrapportage 2020 aan dat de kosten van de lokale jeugdhulp in de vorm van Persoonsgebonden Budget (PGB Jeugdwet) in 2020 zullen stijgen met 185 ten opzicht van onze begroting. Het verloop PGB is grillig: van 2015 tot 2018 stijgen de PGB uitgaven, in 2018 doet zich een daling voor, waarbij deels sprake is van substitutie naar lokale Zorg in Natura (structureel ingaande 2019, zie Voorjaarsnota 2019, pagina 85). In 2019 consolideren de uitgaven zich, terwijl het CJG voor 2020 een stijging van de PGB- uitgaven tot 800 prognosticeert. De gegevens van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) bevestigen deze prognose. De verwachting is, dat de hogere kosten PGB Jeugdwet de komende jaren zullen aanhouden. Een voorstel voor de hogere lasten voor de jaren 2021 en verder is opgenomen in de Begroting 2021.
Wij stellen u voor om de lasten eenmalig te verhogen met N 185 in 2020.

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Wat mag het kosten?
Omschrijving BG2020 incl. wijz. Wijz. NJN 2020 BG2020 na wijz. NJN Raming 2021 Raming 2022 Raming 2023 Raming 2024
Lasten N18.296 N1.461 N19.757 N20.989 N20.408 N21.530 N21.529
Baten V62 V160 V222 V222 V222 V222 V222
Saldo van baten en lasten N18.234 N1.301 N19.535 N20.767 N20.186 N21.308 N21.307
Mutaties in reserves:
Reserve Sociaal Domein N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Algemene reserve N0 N0 N0 N0 N0 N0 N0
Reserve eenmalige uitgaven V159 N215 N56 V215 N0 N0 N0
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N19 N0 N19 N19 N19 N19 N19
Totaal mutaties reserves V140 N215 N75 V196 N19 N19 N19
Resultaat N18.094 N1.516 N19.610 N20.571 N20.205 N21.327 N21.326
In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de wijzigingen in het jaar 2020:
Omschrijving Lasten Baten Saldo
6D.1 Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rijnmond (GRJR) - Onvermijdelijk N922 N0 N922
6D.2 Extra financiële middelen voor huiselijk geweld N0 V160 V160
6D.3 Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) N539 N0 N539
Totaal mutatie saldo van baten en lasten N1.461 V160 N1.301
Mutaties reserves
Reserve eenmalige uitgaven N215
Egalisatiereserve bedrijfsvoering N0
Totaal mutatie in de reserves N215
Mutatie Resultaat N1.516