Paragraaf Financiering
Bestuurlijke duiding
Conform de liquiditeitsprognose wordt verwacht dat in 2021 één of meerdere geldleningen, afhankelijk van verschillende factoren, zullen worden aangetrokken. De bruto financieringsbehoefte in 2021 is € 50 miljoen. We gaan ervan uit dat we tot het maximum van het kasgeldlimiet, namelijk € 18,7 miljoen, aan kort geld lenen. In het kader van risicobeheersing van de financieringsportefeuille monitoren wij de rentetarieven. Wij nemen hierbij in acht dat als de rente het plafond overstijgt, wij eventueel gebruik gaan maken van forwards om de tarieven zeker te stellen.
Diverse stichtingen en/of verenigingen hebben, zover van toepassing in 2020, aan hun betalingsverplichting van de overige leningen waarvoor wij garant staan voldaan. Wij verwachten dat dit in 2021 ook het geval is. Het openstaand bedrag van deze leningen is 348.
Vanuit de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) is het toegestaan om twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Indien een derde kwartaal wordt overschreden moet er een herstelplan bij de toezichthouder ingediend worden. Wij handelen naar de wet- en regelgeving.
Beleid van financiering
Het beleid van financieren van ons is gericht op:
- Het voorzien in de financieringsbehoefte van ons op korte en lange termijn;
- Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten (in beperkte vorm in verband met het Schatkistbankieren);
- Het verstrekken van leningen of borgstellingen uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen en in lijn met onze Verordening Borgstellingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020 en Verordening Leningverstrekkingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020.
Bepaling financieringsbehoefte
De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door:
- De leningenportefeuille;
- De reserves en voorzieningen;
- De renteontwikkeling;
- Investeringen (kredieten);
- Grondexploitaties.
Leningenportefeuille
Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
De gemeentelijke leningenportefeuille bestaat begin 2021 uit elf leningen met een totaal bedrag van € 61 miljoen op basis van de geprognosticeerde balans. De stand per augustus 2020 is € 64 miljoen.
De verwachting is dat er in het 3e of 4e kwartaal van 2020 geen lange geldleningen meer worden aangetrokken. Mogelijk ontstaat er een klein tekort welke met een korte termijn financiering zal worden gefinancierd. De verwachting is dat er in 2021 financiering nodig is in de vorm van leningen.
Leningen O/G | 2021 |
Stand per 1-1-2021* | N60.596 |
Reguliere aflossingen | V15.092 |
Vervroegde aflossingen | N0 |
Nieuwe leningen | N38.636 |
Stand per 31-12-2021 | N84.140 |
*) De werkelijke stand is bekend bij de Jaarrekening 2020. |
Leningen U/G (Uitgezette geldleningen)
Leningen aan niet-toegestane instellingen
Op de leningen verstrekt aan niet toegestane instellingen loopt de gemeente enig risico. Daarom is er voor dit soort leningen ook een apart raadsbesluit nodig. Het risico op deze leningen is moeilijk te kwantificeren.
Leningen niet toegestane instellingen | 2021 | Restant looptijd |
Stand per 1-1-2021* | N471.101 | |
Reguliere aflossingen: | ||
CVV Zwervers | V2.718 | 14 jaar |
CTC (investeringen accommodatie) | V9.539 | 16 jaar |
Stichting PCPO | V25.000 | 8 jaar |
Totale stand per 31-12-2021 | N433.844 | |
*) De werkelijke stand is bekend bij de Jaarrekening 2020. | ||
De reguliere aflossingen zijn conform de leningovereenkomst. |
Renteontwikkeling in het jaar
Bovenstaand is een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de rente met een aantal looptijden. Dit overzicht is gebaseerd op cijfers van de Rabobank. De korte rente (< 1 jaar) heeft als uitgangspunt het Euribor en de lange rente (> 1 jaar) is gebaseerd op swaptarieven. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de geldnemer wordt dit tarief verhoogd met een opslag. De verwachting is dat de korte rente licht gaat stijgen 2021 en dat de lange rente na een daling in 2021 bijna stabiel blijft. De verwachtingen voor de rentes zijn speculatief en derhalve zijn er geen instellingen die
een verwachting van meer dan een jaar afgeven.
Risicobeheer
Prognose liquiditeit
Wij actualiseren de liquiditeitsprognose drie keer per jaar en voeren één keer per jaar een analyse uit. De actualisatie vindt plaats voor het gereedkomen van de voorjaarsnota, de begroting en de najaarsnota. De analyse vindt plaats na afloop van jaar in januari/februari. Uit de prognose van 2021 blijkt dat er vooral grote uitgaven plaats vinden op de posten gebiedsvisie, centrumring, unilocaties, IBOR, huisvesting en rioleringen. De voorlopige verwachting van de bruto financieringsbehoefte is € 50 miljoen in 2021, € 28 miljoen in 2022, € 27 miljoen in 2023 en € 20 miljoen in 2024. We gaan ervan uit dat we tot het maximum van het kasgeldlimiet, namelijk ongeveer € 18 miljoen, aan kort geld lenen.
Treasurystrategie
De uitkomst van de liquiditeitsprognose bepaalt in belangrijke mate de financieringsbehoefte. De gemeente financiert in eerste instantie met korte-termijn leningen. Vanuit de Wet Fido is het toegestaan om twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Bij een overschrijding van een derde kwartaal moeten wij een herstelplan bij de toezichthouder indienen. Waar aanvullende financiering nodig is, stemmen wij de looptijd af op de liquiditeitsprognose. Wij kiezen voor lineair lossende leningen in verband met de lagere tarieven in vergelijking met een fixe lening en in het kader van de renterisiconorm. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats waarover wij wekelijks wordt communiceren met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen wij de rente begroot hebben staan, spelen wij hierop in. Dagelijks houden we de saldi van de banken bij. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, spelen wij beter in op de financieringsbehoefte.
Het spreekt uiteraard voor zich dat we zo gunstig mogelijk lenen. De gemeente streeft ernaar om de wet- en regelgeving na te leven.
Berekening renterisiconorm
Lange-termijn financiering
Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat de renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.
Wij blijven onder de renterisiconorm, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Voor het renterisico is rekening gehouden met de per augustus 2020 bekende renteherzieningen en aflossingen alsook de verwachte aflossingen op de nieuwe leningen.
Berekening renterisiconorm | 2021 | |
Begrotingstotaal lasten (primitieve begroting) | N219.860 | |
Percentage regeling (*) | 20% | |
Renterisiconorm, in bedrag | N43.972 | |
Berekening renterisico | ||
Renteherzieningen (**) | N0 | |
Aflossingen (***) | N15.092 | |
Renterisico | N15.092 | |
Toets aan renterisiconorm | ||
Renterisiconorm, in bedrag | N43.972 | |
Renterisico | N15.092 | |
Ruimte (V) / overschrijding (N) | V28.880 | |
*) Percentage conform Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo) | ||
**) Alleen voor OG-leningen; slechts bij doorverstrekking te salderen met UG-leningen | ||
***) Alleen m.b.t. OG-leningen |
Kasgeldlimiet
Het kasgeldlimiet geeft aan wat het maximum bedrag is dat met kort geld geleend mag worden, dat wil zeggen geld dat binnen een jaar weer terugbetaald moet worden. De limiet mag niet overschreden worden. Hieronder wordt weergegeven hoe deze limiet berekend is. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.
Kasgeldlimiet | 2021 |
Toegestane limiet in % | 8,50% |
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) | N219.860 |
Toegestane limiet | N18.688 |
Schatkistbankieren
Voor 2021 is de limiet van het schatkistbankieren € 1,65 miljoen. Dit is 0,75% van het begrotingstotaal.
Schema rentetoerekening
Hieronder is het renteschema weergegeven conform de notitie rente 2017 van de commissie BBV. De renteomslag aan de taakvelden is afgerond op 1 decimaal en bedraagt 0,3% in 2021, 0,5% in 2022, 0,6% in 2023 en 0,7% in 2024. Door de afronding van het percentage van de renteomslag op 1 decimaal is er sprake van een renteresultaat.
Schema rentetoerekening | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | N458 | N652 | N895 | N1.208 |
De externe rentebaten over de korte en lange financiering | V9 | V8 | V5 | V5 |
Saldo rentelasten en rentebaten | N449 | N644 | N890 | N1.203 |
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | V9 | V32 | V32 | V32 |
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | N0 | N0 | N0 | N0 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | N458 | N676 | N922 | N1.235 |
Rente over eigen vermogen | N0 | N0 | N0 | N0 |
Rente over voorzieningen | N0 | N0 | N0 | N0 |
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente | N458 | N676 | N922 | N1.235 |
De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) | V485 | V780 | V846 | V1.237 |
Renteresultaat op het taakveld Treasury | N27 | N104 | V76 | N2 |
Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)
Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer.
Geldnemer | Stand per 1-1-2021 | Stand per 31-12-2021 |
Verpleeghuis Rijckehove | N748 | N707 |
St. IJsselland Ziekenhuis | N7.714 | N6.920 |
VV Capelle | N5 | N0 |
St. Woonzorg Nederland | N8.768 | N8.768 |
Stichting Havensteder | N317.923 | N303.212 |
Rijksmonument Dorpsstraat 164 | N2.058 | N2.025 |
Vestia Groep | N10.500 | N10.500 |
Totaal | N347.716 | N332.132 |
*) De werkelijke stand is bekend bij de Jaarrekening 2020. |
Indien één van de corporaties waar het waarborgfonds tussen zit, onverhoopt om zou vallen, loopt de gemeente Capelle aan den IJssel een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het WSW. Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, wordt eerst aanspraak gemaakt op de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland. Dit is geregeld bij de Autoriteit woningcorporaties (Aw) daarna volgt het WSW. Voor het eventueel resterend gedeelte wordt er voor de verdeling beroep gedaan op de schadegemeenten en alle gemeenten. Het WSW maakt in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan het WSW.
Het afgelopen jaar bleek dat het WSW eerder wordt aangesproken om bij te dragen aan de oplossing van financiële problemen van woningcorporaties. Dit heeft ook gevolgen voor de achtervangpositie van de gemeente.
Standard & Poor’s heeft in 2020 de AAA-rating aan het WSW toegekend, hun positie wordt in 2020 stabiel geacht. Zij verwachten dat de Nederlandse overheid, zo nodig, tijdelijke steun zal verlenen aan het WSW. De vooruitzichten van het garantiestelsel van het WSW worden stabiel geacht. Ze verwachten dat de Covid-19 pandemie een beperkte invloed zal hebben op de positie van het WSW, omdat de overheid financiële steun verleend aan kwetsbare huurders
De woningcorporaties waarvoor de gemeente garant staat zijn Stichting Havensteder, Stichting Woonzorg en Vestia. Het totale openstaande bedrag van deze corporaties is per 31 december 2020 347.717.
In de risicoparagraaf van de Begroting 2021 zal er rekening worden gehouden met onze positie als achtervanger van de leningen van de woningcorporaties.