Leeswijzer

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Primaire doelgroep van deze programmabegroting is uw gemeenteraad.  Daarnaast is het  bedoeld om Capellenaren, maatschappelijke organisaties, bedrijven en andere overheden, waaronder de provincie Zuid-Holland, inzicht te geven in de beleidsvoornemens en de financiële cijfers over 2022.

Planning en control documenten vanaf 2013 zijn voor raadsleden digitaal te terug te vinden op de iPad, onder ‘raad/openbaar/ begrotingscyclus’. Voor Capellenaren en overige belangstellenden zijn de begrotingsstukken 2022 te vinden op de site capelleaandenijssel.begrotingsapp.nl

In  2022 kennen wij voor de raad en het college de volgende documenten:

Raad College
Programmabegroting Taakveldenraming
Voorjaarsnota  
Najaarsnota  
Programmaverantwoording (jaarverslag en jaarrekening) Taakveldenrekening


De informatie aan uw raad is op het niveau van de programma’s en voor het college op het niveau van de taakvelden. De begrotingsstukken van onze gemeente bestaan uit de programmabegroting en de taakveldenraming. 

Alle in de begroting genoemde bedragen zijn x € 1.000, tenzij anders aangegeven. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen ontstaan. 

Waar in de tekst geschreven staat ‘u’ of ‘uw‘ mag u ervan uitgaan dat de gemeenteraad wordt bedoeld.

Hoe is de programmabegroting opgebouwd?

Terug naar navigatie - Hoe is de programmabegroting opgebouwd?

De programmabegroting is opgebouwd uit programma’s en paragrafen. De programma’s geven informatie per ‘beleidsveld’. De paragrafen geven informatie over de gemeente in zijn geheel en geven diverse dwarsdoorsneden door de programma’s heen. Ze zijn bedoeld om de raad een beleidsmatig inzicht te geven in beheersmatige zaken. Via de paragrafen stelt de raad de beleidskaders voor de diverse onderdelen van de financiële functie.

De programmabegroting is samengesteld uit de volgende 9 programma’s:

Het autorisatieniveau van de gemeenteraad voor de budgetten bevindt zich op de niveaus van de programma’s, behalve binnen programma’s 5 en 6. Hier bevindt het niveau zich op de deelprogramma’s. Er zijn met andere woorden 13 autorisatieniveaus.

De Begroting 2022 in hoofdlijnen

Terug naar navigatie - De Begroting 2022 in hoofdlijnen

De inhoudelijke uitwerking van de wijzigingsvoorstellen treft u in de diverse programma’s aan. Het financiële effect treft u in "De Begroting 2022 in hoofdlijnen” aan. Daarnaast is ook een aantal financiële indicatoren opgenomen in dit hoofdstuk inclusief de ratio debt service coverage ratio (DSCR) en de afschrijvingsratio. Verschillende ratio’s en doorkijken zijn voor 8 jaar; 4 jaar begroting (2022-2025) en 4 jaar doorkijk (2026-2029).

Wat staat er in het programmaplan en de programma's?

Terug naar navigatie - Wat staat er in het programmaplan en de programma's?

Het programmaplan bestaat uit de 9 programma’s. Een programma kan bestaan uit één of meerdere deelprogramma’s. Alleen programma 5 en 6 zijn opgedeeld in deelprogramma’s.
Ieder programma bestaat uit onderstaande onderdelen:

  • In de missie staat de overkoepelende programmadoelstelling. De missie laat zien waar het programma over gaat;
  • De eerste twee W-vragen zijn: Wat willen we bereiken (doelstellingen) en Wat gaan we daarvoor doen (prestaties/activiteiten). Bij "Wat willen we bereiken" geven we aan welk maatschappelijk effect (of algemene beleidsdoelstelling) wij met het betreffende programma voor de gemeente willen bereiken. Dit is het domein van de raad. Bij de tweede W-vraag (wat gaan we daarvoor doen) benoemen we de specifieke prestaties die in het begrotingsjaar worden geleverd en die bijdragen aan de doelstellingen. Deze hebben we zo geformuleerd dat de raad kan controleren, tussentijds of via het jaarverslag, of het college de afgesproken prestaties heeft geleverd;
  • De landelijke indicatoren zijn vanuit het BBV voorgeschreven indicatoren over de verschillende beleidsterreinen. Alle landelijke indicatoren, behalve die in programma 0, zijn afkomstig uit landelijke databases via waarstaatjegemeente. Wij zijn afhankelijk van de actualiteit van deze cijfers en hebben hier geen invloed op. De gegevens van half september 2021 zijn opgenomen. Op de site www.waarstaatjegemeente.nl is een vergelijking met andere gemeenten mogelijk. We geven de cijfers van Capelle en Nederland in een grafiek weer. Wij geven ook de vergelijking met een andere gemeente of regio weer als hier meerwaarde voor is. De Capelse beleidsindicatoren geven, net als de landelijke indicatoren, een beeld van de reeds gerealiseerde en na te streven prestaties en effecten op de beleidsvelden. Dit zijn echter ‘Capelse’ indicatoren, omdat ze niet landelijk voorgeschreven zijn. Wij nemen de indicatoren met bron bewonersenquête niet op in deze begroting, omdat de bewonersenquête niet in 2022 wordt uitgevoerd (zie bijlage Indicatoren met bron bewonersenquete).
    In deze begroting nemen wij bij zowel de landelijke als de Capelse indicatoren ook een verwachtingswaarde of streefwaarde voor het jaar 2022 op. Een verwachtingswaarde staat bij indicatoren waar wij geen directe invloed op hebben (bijvoorbeeld WOZ-waarde) of bij indicatoren waarbij het positief is mocht de uiteindelijke waarde onder de opgenomen waarde komen (bijvoorbeeld voortijdige schoolverlaters). We streven bij deze indicatoren meestal naar een zo laag mogelijke waarde, maar hebben een verwachting van deze waarde in 2022 (gezien ons beleid). De term streefwaarde zou voor deze indicatoren voor verwarring kunnen zorgen en daarom hanteren we hier ook de term verwachtingswaarde. In alle andere gevallen spreken wij in deze begroting over streefwaarde.
  • De kaderstellende beleidsnota’s zijn alle beleidsstukken die bij dit programma horen en vastgesteld zijn door de gemeenteraad. Deze nota’s zijn openbaar en op internet te vinden. Waar mogelijk zijn ze ook gerubriceerd naar de verschillende taakvelden;
  • Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten schrijft voor dat we de betrokkenheid van verbonden partijen op een programma inzichtelijk maken. De volledige informatie over verbonden partijen is te vinden in de paragraaf Verbonden partijen;
  • In de ontwikkelingen wordt een korte beschrijving gegeven van de context, de achtergronden en de actuele ontwikkelingen die binnen het programma spelen;
  •  Per programma treft u de wijzigingsvoorstellen aan. Hierbij maken we onderscheid in onvermijdelijke voorstellen, technische voorstellen en beleidskeuzes;
  • Wat mag het kosten? Bij de derde W-vraag stelt de raad de voor het programma benodigde financiële middelen vast. De lasten en baten per programma specificeren we globaal. In de tabel worden de totale kosten per programma vermeld exclusief en inclusief de mutaties in de reserves. Alle besluitvorming tot en met de voorjaarsnota is verwerkt. Het nieuwe beleid hebben we hierin inclusief de wijzigingsvoorstellen opgenomen. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen ontstaan;
  • Grafiek lasten en baten geeft een weergaven van lasten en baten per taakveld in grafiekvorm weer;
  • Analyse verschil Begroting. Analyse op hoofdlijnen waarin het verschil in raming van het begrotingsjaar met de raming van het voorgaande begrotingsjaar wordt gepresenteerd;
  • Het onderdeel Incidentele baten en lasten betreft bedragen hoger of gelijk aan 50, die geen onderdeel zijn van regulier budget en zich gedurende een periode van maximaal 3 jaar voordoen. Een afwijking op een structureel budget is geen incidentele baat of last. De grijs gemarkeerde velden zijn de incidentele mutaties in de reserves;
  • In een aantal programma’s wordt ook de subsidieplafonds weergegeven. In de Algemene Subsidieverordening (ASV) is opgenomen dat de raad subsidieplafonds in de zin van artikel 4:22 Awb kan vaststellen. Een subsidieplafond is het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift (subsidieregeling). Dit betekent overigens niet dat deze bedragen ook daadwerkelijk als subsidie worden verstrekt.

Financiƫle begroting

Terug naar navigatie - Financiƫle begroting

De Financiële begroting bevat een aantal cijfermatige tabellen, zoals het overzicht van baten en lasten, het overzicht van incidentele baten en lasten, algemene dekkingsmiddelen, geprognosticeerde balans en de reserves en voorzieningen. In deze programmabegroting is, conform de nota P&C, een overzicht van de investeringskredieten en een kasstroomoverzicht (over 8 jaar) opgenomen. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen ontstaan.

Wat staat er in de paragrafen?

Terug naar navigatie - Wat staat er in de paragrafen?

De paragrafen zijn een belangrijk element in de begroting. De paragrafen geven een ‘dwarsdoorsnede’ van de begroting bezien vanuit een bepaald perspectief. Veel van de paragrafen zijn hierdoor een belangrijke aanvulling op de informatie over de (meerjaren)begroting. Vrijwel alle paragrafen zijn wettelijk voorgeschreven van uit het BBV. De paragraaf Interbestuurlijk Toezicht hebben wij opgenomen, omdat wij op basis van bestuursafspraken met de provincie Zuid-Holland eraan gebonden zijn om ons over interbestuurlijk toezicht te verantwoorden. Deze afspraken zijn de uitwerking van de wet Revitalisering Generiek Toezicht, waarbij de gemeenteraad een controlerende taak heeft gekregen voor een aantal medebewindstaken.

De paragrafen vormen de kaders die de raad voor het college stelt voor het beheer en de uitvoering van het beleid (en de begroting). De raad heeft hiermee instrumenten in handen om:

  1. de beleidslijnen van de diverse onderdelen van de financiële functie vast te stellen;
  2. de hoofdlijnen van de uitvoering te controleren.

We hebben de onderstaande paragrafen opgenomen:

Wat staat er in de taakveldenraming?

Terug naar navigatie - Wat staat er in de taakveldenraming?

De taakvelden zijn de vertaling van de bestuurlijke doelen naar de ambtelijke uitvoering en behoren tot het domein van het college. Daarom worden deze in de programmabegroting niet uitgewerkt, maar alleen genoemd om het verband tussen programma’s en taakvelden zichtbaar te maken. De door het college vastgestelde Taakveldenraming wordt ter informatie verstrekt aan de gemeenteraad. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen ontstaan.