Paragraaf Financiering

Bestuurlijke duiding

Terug naar navigatie - Bestuurlijke duiding

Conform de liquiditeitsprognose wordt verwacht dat in 2022 één of meerdere geldleningen, afhankelijk van verschillende factoren, zullen worden aangetrokken. De bruto financieringsbehoefte in 2022 is € 25 miljoen. In het kader van risicobeheersing van de financieringsportefeuille monitoren wij de rentetarieven. Wij nemen hierbij in acht dat als de rente het plafond overstijgt, wij eventueel gebruik gaan maken van forwards om de tarieven zeker te stellen. 

Vanuit de Wet Financiering decentrale overheden (Fido) is het toegestaan om twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Indien een derde kwartaal wordt overschreden moet er een herstelplan bij de toezichthouder ingediend worden. Wij handelen naar de wet- en regelgeving.

Diverse stichtingen en/of verenigingen hebben, zover van toepassing in 2021, aan hun betalingsverplichting van de overige leningen waarvoor wij garant staan voldaan. Wij verwachten dat dit in 2022 ook het geval is. Het openstaand bedrag van deze leningen is 320 (per 1/1/2022).

Beleid van financiering

Terug naar navigatie - Beleid van financiering

Het beleid van financieren van ons is gericht op:

  • Het voorzien in de financieringsbehoefte van ons op korte en lange termijn;
  • Het uitvoeren van de treasuryfunctie. Taken hiervan zijn het besturen en bewaken van de inkomende en uitgaande geldstromen, het beheersen van de daaraan verbonden kosten (tarifering), het minimaliseren van de daaraan verbonden risico’s (renterisico) en het optimaliseren van het rendement van beschikbare liquiditeiten (in beperkte vorm in verband met het Schatkistbankieren);
  • Het verstrekken van leningen of borgstellingen uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend aan door de Gemeenteraad goedgekeurde derde partijen en in lijn met onze Verordening Borgstellingen  gemeente Capelle aan den IJssel 2020 en Verordening Leningverstrekkingen gemeente Capelle aan den IJssel 2020.

Bepaling financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Bepaling financieringsbehoefte

De financieringsbehoefte wordt voor een belangrijk deel bepaald door:

  • De leningenportefeuille;
  • De reserves en voorzieningen;
  • De renteontwikkeling;
  • Investeringen (kredieten);
  • Grondexploitaties.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Leningen O/G (Opgenomen geldleningen)
De huidige leningenportefeuille (augustus 2021) bestaat uit acht leningen van  ruim 45 miljoen. Op basis van de begroting is de verwachting dat er in het resterende deel van 2021 nog één of meerdere geldleningen aangetrokken moeten worden voor een bedrag van 28 miljoen.

Leningen O/G 2022
Stand per 1-1-2022 N73.711
Reguliere aflossingen V5.092
Vervroegde aflossingen N0
Nieuwe leningen N31.856
Stand per 31-12-2022 N100.475


Leningen U/G (Uitgezette geldleningen)

Leningen aan niet-toegestane instellingen
Op de leningen verstrekt aan niet toegestane instellingen loopt de gemeente enig risico. Daarom is er voor dit soort leningen ook een apart raadsbesluit nodig. Het risico op deze leningen is moeilijk te kwantificeren.

Leningen niet toegestane instellingen 2022 Restant looptijd
Stand per 1-1-2022* N130
Reguliere aflossingen:
CVV Zwervers V3 12 jaar
TCC (investeringen accommodatie) V4 14 jaar
Stichting PCPO* 0 jaar
Totale stand per 31-12-2022 N123
* In augustus 2021 heeft de Stichting PCPO aangeven de lening geheel te willen aflossen. Dit zal in het 4e kwartaal van 2021 plaatsvinden.

(Verwachte) renteontwikkeling in het jaar 2021 en 2022

Terug naar navigatie - (Verwachte) renteontwikkeling in het jaar 2021 en 2022

Grafiek renteontwikkeling

Bovenstaand is een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van de rente met een aantal looptijden. Dit overzicht is gebaseerd op cijfers van de Rabobank. De korte rente (< 1 jaar) heeft als uitgangspunt het Euribor en de lange rente (> 1 jaar) is gebaseerd op swaptarieven. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de geldnemer wordt dit tarief verhoogd met een opslag. De verwachting is dat de korte rente licht gaat stijgen 2022 en dat de lange rente na een daling in 2022 bijna stabiel blijft. De verwachtingen voor de rentes zijn speculatief en derhalve zijn er geen instellingen die een verwachting van meer dan een jaar afgeven.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Prognose liquiditeit
Wij actualiseren de liquiditeitsprognose drie keer per jaar en voeren één keer per jaar een analyse uit. De actualisatie vindt plaats voor het gereedkomen van de voorjaarsnota, de begroting en de najaarsnota. De analyse vindt plaats na afloop van jaar in het 2e kwartaal. Zoals ook opgenomen in de jaarrekening 2020 is gebleken dat wij +/- € 15 miljoen minder hebben uitgegeven in dat jaar dan verwacht. Bij de Voorjaarsnota 2021 is besloten om voor de geprognosticeerde rentelasten structureel rekening te houden met een verschuiving van € 15 miljoen per jaar, waarbij we het verwachte EMU-saldo vooralsnog niet hebben aangepast. Het effect hiervan op de rentelasten is bij de Voorjaarsnota 2021 meerjarig verwerkt.  Uit de prognose van 2022 blijkt dat er vooral grote uitgaven plaats vinden op de posten gebiedsvisie, centrumring, IBOR en rioleringen. De voorlopige verwachting van de bruto financieringsbehoefte is  25.256 in 2022, 16.015 in 2023, 18.701 in 2024 en 19.411 in 2025. Op de genoemde financieringsbehoefte is geen rekening gehouden met de eerder aangehaalde extracomptabele verschuiving. We gaan ervan uit dat we (als het renteklimaat gelijk blijft)  tot het maximum van het kasgeldlimiet, namelijk ongeveer 19.000, aan kort geld lenen.

Treasurystrategie
De uitkomst van de liquiditeitsprognose bepaalt in belangrijke mate de financieringsbehoefte. De gemeente financiert in eerste instantie met korte-termijn leningen. Vanuit de Wet Fido is het toegestaan om twee kwartalen achtereenvolgens de kasgeldlimiet te overschrijden. Bij een overschrijding van een derde kwartaal moeten wij een herstelplan bij de toezichthouder indienen. Waar aanvullende financiering nodig is, stemmen wij de looptijd af op de liquiditeitsprognose. Wij kiezen voor lineair lossende leningen met een looptijd van 25 jaar in verband met de lagere tarieven in vergelijking met een fixe lening en in het kader van de renterisiconorm. Dagelijks vindt er een monitoring van de rente plaats waarover wij maandelijks communiceren met het Treasury Comité. Als de rente boven het omslagpunt komt waartegen wij de rente begroot hebben staan, spelen wij hierop in. Dagelijks houden we de saldi van de banken bij. Door het in beeld hebben van deze kasstromen, spelen wij beter in op de financieringsbehoefte.

Het spreekt uiteraard voor zich dat we zo gunstig mogelijk lenen.

Berekening renterisiconorm

Terug naar navigatie - Berekening renterisiconorm

Lange-termijn financiering
Om de risico’s van de lange-termijn financiering in te perken, is in de wet Fido gesteld dat de renterisiconorm niet overschreden mag worden. De renterisiconorm is een bij aanvang van het jaar gefixeerd (wettelijk) percentage van het begrotingstotaal. Het totale bedrag dat herfinanciering en renteherziening (de risico’s) met zich meebrengt mag deze norm niet overschrijden.

Wij blijven onder de renterisiconorm, zoals blijkt uit onderstaand overzicht. Voor het renterisico is rekening gehouden met de per augustus 2021 bekende renteherzieningen en aflossingen.

Berekening renterisiconorm 2022
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N224.774
Percentage regeling (*) 20%
Renterisiconorm, in bedrag N44.955
Berekening renterisico
Renteherzieningen (**) N0
Aflossingen (***) N5.092
Renterisico N5.092
Toets aan renterisiconorm
Renterisiconorm, in bedrag N44.955
Renterisico N5.092
Ruimte (V) / overschrijding (N) V39.863
* Percentage conform Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Ufdo)
** Alleen voor OG-leningen; slechts bij doorverstrekking te salderen met UG-leningen
***Alleen m.b.t. OG-leningen

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

Het kasgeldlimiet geeft aan wat het maximum bedrag is dat met kort geld geleend mag worden, dat wil zeggen geld dat binnen een jaar weer terugbetaald moet worden. De limiet mag niet overschreden worden. Hieronder wordt weergegeven hoe deze limiet berekend is. Jaarlijks wordt de kasgeldlimiet opnieuw berekend op basis van het begrotingstotaal van dat jaar. Over de voortgang wordt door middel van de paragraaf Financiering bij de begroting en de jaarrekening aan de provincie gerapporteerd.

Kasgeldlimiet 2022
Toegestane limiet in % 8,50%
Begrotingstotaal (lasten primitieve begroting) N224.774
Toegestane limiet N19.106

Schema rentetoerekening

Terug naar navigatie - Schema rentetoerekening

Hieronder is het renteschema weergegeven conform de notitie rente 2017 van de commissie BBV. De renteomslag aan de taakvelden is afgerond op 1 decimaal en bedraagt 0,2% in 2022,  0,3% in 2023,  0,4% in 2024 en 0,5% in 2025. Door de afronding van het percentage van de renteomslag op 1 decimaal is er sprake van een renteresultaat.

Schema rentetoerekening 2022 2023 2024 2025
De externe rentelasten over de korte en lange financiering N522 N734 N927 N1.146
De externe rentebaten over de korte en lange financiering V8 V5 V5 V5
Saldo rentelasten en rentebaten N514 N729 N922 N1.141
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekened V3 V9 N6 N1
De rente van de projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend N0 N0 N0 N0
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente N511 N720 N928 N1.142
Rente over eigen vermogen N0 N0 N0 N0
Rente over voorzieningen N0 N0 N0 N0
Subtotaal N511 N720 N928 N1.142
De aan taakvelden toe te rekenen rente (renteomslag) V544 V615 V989 V1.008
Totaal V33 N105 V61 N134

Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Terug naar navigatie - Gewaarborgde geldleningen (borgstellingen)

Onderstaande staat geeft een overzicht weer van de gewaarborgde geldleningen gecumuleerd op geldnemer.

Geldnemer Stand per 1-1-2022 Stand per 31-12-2022
Verpleeghuis Rijckehove N702 N658
St. IJsselland Ziekenhuis N6.920 N6.126
St. Woonzorg Nederland N8.768 N8.768
Stichting Havensteder N282.812 N267.870
Rijksmonument Dorpsstraat 164 N2.025 N1.992
Vestia Groep N3.000 N3.000
Totaal N304.227 N288.414

Indien één van deze woningcorporaties niet aan hun betalingsverplichtingen kan voldoen, lopen wij een renterisico in de vorm van het verstrekken van een renteloze lening aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw(WSW). Echter, voor het beroep doen op het verstrekken van de renteloze lening, zal eerst aanspraak worden gemaakt op de borgstelling van het WSW en de obligoverplichting bij de overige corporaties in Nederland (tertiaire achtervang). Het eventueel resterend gedeelte wordt verdeeld onder de schadegemeenten en alle gemeenten. Het WSW zal in zo’n geval het onderliggend bezit ten gelde maken wat veelal veel hoger is dan de hoogte van de geborgde leningen. Tot op heden is het nooit voorgekomen dat gemeenten renteloze leningen hebben moeten verstrekken aan het WSW.

Het WSW kan eerder worden aangesproken om bij te dragen aan de oplossing van financiële problemen van woningcorporaties. Dit heeft ook gevolgen voor de achtervangpositie van de gemeente.
Standard & Poor’s heeft in 2020 de AAA-rating aan het WSW toegekend, hun positie wordt stabiel geacht. Zij verwachten dat de Nederlandse overheid, zo nodig, tijdelijke steun zal verlenen aan het WSW. De vooruitzichten van het garantiestelsel van het WSW worden stabiel geacht. Ze verwachten dat de Covid-19 pandemie een beperkte invloed zal hebben op de positie van het WSW, omdat de overheid financiële steun verleend aan kwetsbare huurders.

Tot dusver hebben de instellingen/stichtingen/verenigingen die een gewaarborgde geldlening bij de gemeente hebben,  geen steunmaatregelen in verband met corona van de gemeente ontvangen. Het is niet bekend of dit in 2022 het geval zal zijn.

De woningcorporaties waarvoor de gemeente garant staat zijn Stichting Havensteder, Stichting Woonzorg en Vestia. Het totale openstaande bedrag van deze corporaties is per 31 december 2022 279.638 (peildatum: augustus 2021).

In de risicoparagraaf van de Begroting 2022 zal er rekening worden gehouden met onze positie als achtervanger van de leningen van de woningcorporaties.